English | Nederlands

Dinsdag 18 November

ArtCritic favicon

Avery Singer: De digitale transformatie van de schilderkunst

Gepubliceerd op: 25 December 2024

Door: Hervé Lancelin

Categorie: Kunstkritiek

Leestijd: 4 minuten

Avery Singer gebruikt de 3D-modelleringssoftware SketchUp zoals anderen hun penseel gebruiken, waarbij ze het gereedschap van de architect transformeert in een wapen voor massale deconstructie. Zij creëert robotachtige figuren, geometrische ruimtes die lijken te zijn weggelopen uit een sciencefictionfilm uit de jaren 80.

Luister goed naar me, stelletje snobs! Avery Singer (geboren in 1987) is de belichaming van deze nieuwe generatie kunstenaars die, bewapend met digitale technologieën, de traditionele fundamenten van de schilderkunst op een berekende brutale manier opschudden. Geboren en opgegroeid in New York door ouders die kunstprojecteurs waren, groeide zij op in de bohemien sfeer van TriBeCa, ondergedompeld in de geuren van verf en het gezoem van de projectoren van het MoMA waar haar vader werkte. Een jeugd die naar celluloid en terpentijn ruikt.

Het eerste wat opvalt in haar werk is haar bijna obsessieve relatie met digitale technologie. Singer gebruikt het 3D-modelleringssoftware SketchUp als anderen hun penseel gebruiken, waarmee ze het gereedschap van de architect transformeert tot een wapen van massale ontmanteling. Ze creëert robotfiguren, geometrische ruimtes die lijken te komen uit een sciencefictionfilm uit de jaren 80, maar met de chirurgische precisie van een computerprogramma. Het is alsof Max Ernst toegang had tot een MacBook Pro.

Maar vergis u niet, het is geen simpele technische kunstgreep. Singer speelt met de codes van de hedendaagse kunst als een kat met een dode muis. Haar eerste werken, met name de tentoonstelling “The Artists” in de galerie Kraupa-Tuskany Zeidler in 2013, zijn een bijtende satire op de kunstwereld. Ze stelt robotkunstenaars voor in stereotiepe situaties: het atelierbezoek, de ontmoeting met de verzamelaar, de kunstperformance. Het is Bertolt Brecht die Black Mirror ontmoet, een kritische afstand die de hoeders van de tempel van de hedendaagse kunst doet knarsetanden.

De tweede eigenschap van haar werk is haar complexe relatie met de kunstgeschiedenis. Singer gaat in dialoog met de historische avant-gardes, Constructivisme, Futurisme, Kubisme, maar niet als een respectvolle studente. Ze consumeert ze, verteert ze en braakt ze uit in een geheel nieuwe visuele taal. Neem bijvoorbeeld haar herinterpretatie van “Vrouwelijk hoofd” van Naum Gabo: ze transformeert het in een terugkerend motief, een uitwisselbaar masker voor haar robotpersonages. Het is een benadering die Clement Greenberg had doen schreeuwen en Walter Benjamin had doen glimlachen.

In haar praktijk gebruikt Singer de airbrush met een maniakale precisie, waardoor ze oppervlakken creëert die zo glad zijn dat ze bijna klinisch aandoen. Ze drijft deze logica verder met haar Michelangelo ArtRobo-machine, een computergestuurd airbrush-systeem. Het is alsof ze elke spoor van de menselijke hand wil elimineren, terwijl ze diep menselijke werken creëert in hun vraagstelling. Deze schijnbare tegenstrijdigheid ligt aan de kern van haar aanpak: het gebruik van technologie om de grenzen van de menselijkheid te verkennen.

Theodor Adorno zou in het werk van Singer waarschijnlijk een perfecte manifestatie zien van zijn theorie van “techniek als ideologie”. Ze gebruikt de hulpmiddelen van de cultuurindustrie, 3D-software, geautomatiseerde airbrushes, om werken te creëren die juist diezelfde industrie bekritiseren. Het is een intellectuele prestatie die doet denken aan de beste passages van de “Dialectiek van de Verlichting”.

De recentere werken van Singer, met name die welke werden gepresenteerd in “Reality Ender” bij Hauser & Wirth, markeren een significante evolutie. Ze introduceert hierin autobiografische elementen en een reflectie op collectief trauma, met name via haar persoonlijke ervaring van 11 september 2001. Het is alsof Jean-François Lyotard Don DeLillo ontmoet in een bar in East Village om te spreken over het einde van de grote verhalen.

Haar recente werken integreren verwijzingen naar internetcultuur, memes, Wojak-personages, terwijl ze een dialoog met de kunstgeschiedenis blijven voeren. Ze creëert zo een duizelingwekkende brug tussen de hoge cultuur en de digitale cultuur, tussen het MoMA en 4chan. Dit soort overtreding doet puristen met de tanden knarsen, maar laat de kunst vooruitgaan.

De praktijk van Singer vertegenwoordigt een radicale breuk met de conventies van de schilderkunst terwijl ze diep verankerd blijft in haar geschiedenis. Ze gebruikt technologie niet als een gadget, maar als een middel om onze relatie tot het beeld, tot de realiteit, tot authenticiteit te bevragen. Haar werk stelt fundamentele vragen over wat het betekent om kunstenaar te zijn in het digitale tijdperk, wanneer het onderscheid tussen echt en virtueel steeds vager wordt.

Deze benadering doet denken aan Jean Baudrillards theorie van het simulacrum: in Singers wereld wordt de kopie reëler dan het origineel, het virtuele tastbaarder dan het fysieke. Maar in tegenstelling tot sommige kunstenaars die slechts surfen op de digitale golf, gaat Singer dieper. Ze onderzoekt de filosofische en existentiële implicaties van onze relatie tot technologie.

Voor wie nog denkt dat schilderkunst dood is, bewijst Singer dat ze nog springlevend is, maar dat ze kan muteren naar iets nieuws, complexers, ambigueers. Ze creëert kunst die onze tijd weerspiegelt in al haar technologische complexiteit en existentiële onzekerheid. Het is kunst die de oppervlakkigheden van het spektakel weigert, terwijl ze diep spectaculeus is.

Was this helpful?
0/400

Referentie(s)

Avery SINGER (1987)
Voornaam: Avery
Achternaam: SINGER
Geslacht: Vrouw
Nationaliteit(en):

  • Verenigde Staten

Leeftijd: 38 jaar oud (2025)

Volg mij