Luister goed naar me, stelletje snobs die denken dat hedendaagse Latijns-Amerikaanse kunst beperkt is tot Frida Kahlo en glimlachende skeletten! Jullie bekrompen visie op de kunstwereld is net zo achterhaald als jullie Prada-overhemden van vorig seizoen. En jullie hebben geen excuus om Beatriz Milhazes niet te kennen, die Braziliaanse die onze traditionele opvattingen over abstractie al vier decennia lang doet ontploffen.
Geboren in 1960 in Rio de Janeiro, heeft Milhazes nooit haar geboortestad hoeven verlaten om de kunstwereld te veroveren. In tegenstelling tot al die kunstenaars die naar New York, Parijs of Londen verhuizen om naam te maken, heeft zij ervoor gekozen trouw te blijven aan haar wortels door haar atelier vlak bij de botanische tuin van Rio te vestigen. Deze keuze is niet toevallig. Het sluit aan bij een coherente intellectuele aanpak die haar hele oeuvre doordringt: het integreren van de Braziliaanse visuele rijkdom in de taal van de westerse geometrische abstractie. Uit deze hybridisatie heeft zij iets werkelijk originelers geschapen, iets dat je ogen grijpt en niet meer loslaat.
Tijdens de Biënnale van Venetië in 2003, waar Milhazes Brazilië vertegenwoordigde, presenteerden haar doeken zich als gecontroleerde explosies van kleuren en cirkelvormige vormen, een soort visueel ritueel met een eigen interne logica. Haar werk doorbreekt conventies, maar zonder de cynische pose die zo gebruikelijk is in de hedendaagse kunst. Haar werken zijn vrolijk zonder naïef te zijn, complex zonder pretentie, en bovenal excuseren ze zich niet om mooi te zijn.
Maar vergis je niet: schoonheid bij Milhazes is nooit vrijblijvend. Het is het voertuig voor een diepgaande reflectie over cultuur, geschiedenis en politiek. Zoals de filosoof Gaston Bachelard ons heeft geleerd, zijn poëtische beelden niet zomaar objecten van passieve contemplatie, maar katalysatoren voor denken. In zijn werk De poëtica van de ruimte schrijft Bachelard dat “het poëtische beeld niet onderhevig is aan een druk. Het is geen echo van het verleden. Het is eerder het omgekeerde: door de schittering van een beeld weerklinkt het verre verleden met echo’s” [1]. De doeken van Milhazes functioneren precies op deze manier. Ze beelden het Braziliaanse carnaval, de koloniale barokke architectuur of het tropisch woud niet uit, maar roepen deze op via een vibrerende abstractie die deze culturele en natuurlijke verwijzingen in ons bewustzijn laat weerklinken.
Haar “monotransfer”-techniek, ontwikkeld in 1989, is haar handelsmerk geworden. Ze schildert eerst motieven op doorzichtige plastic vellen, plakt die vervolgens op het doek en verwijdert het plastic, waardoor een verfafdruk achterblijft. Het is een arbeidsintensief en minutieus proces dat een paradoxaal oppervlak creëert: zowel glad als getextureerd, gepland en onvoorspelbaar. De lagen hopen zich op als culturele sedimenten, waarbij elke laag de herinnering aan de vorige draagt. Deze methode is een perfecte metafoor voor het identiteitsvormingsproces van Brazilië, waar verschillende culturele invloeden – inheems, Europees, Afrikaans – zich door de eeuwen heen hebben opgehoopt.
In werken zoals “Maresias” (2002) of “O Diamante” (2002) bereikt Milhazes een indrukwekkende stijlrijpheid. De concentrische cirkels, die haar handelsmerk zijn geworden, draaien als planeten in een parallel universum. Deze circulaire vormen zijn geen eenvoudige decoratieve elementen. Ze zijn wat kunstcritica Susan Sontag een “erotiek van de kunst” zou noemen in plaats van een “hermeneutiek” [2]. Ze vragen er niet om ontcijferd te worden, maar om in hun zintuiglijke volledigheid ervaren te worden.
Sontag waarschuwt in haar essay “Tegen de interpretatie” voor de neiging om kunst te reduceren tot haar intellectuele inhoud ten koste van haar vorm. Ze schrijft: “Onze taak is niet om zo veel mogelijk inhoud in een kunstwerk te vinden, laat staan er een grotere inhoud uit te halen dan er al in zit. Onze taak is om de inhoud te reduceren zodat we het ding zelf kunnen zien” [3]. De werken van Milhazes weerstaan deze verleiding van overintellectualisering perfect. Ze bestaan eerst als intense visuele ervaringen voordat ze objecten van analyse zijn.
Juist dat maakt haar werk zo subversief in de context van hedendaagse kunst. In een tijd waarin conceptuele en minimalistische kunst het internationale toneel domineerden, durfde Milhazes kleur, patroon en sensualiteit schaamteloos te omarmen. Ze maakt deel uit van wat men de “Generatie 80” in Brazilië noemt, kunstenaars die aan het einde van de militaire dictatuur opkwamen en pleitten voor een terugkeer naar schilderkunst en persoonlijke expressie. Hun gezamenlijke tentoonstelling in 1984, “Como vai você, Geração 80?” (Hoe gaat het met jou, Generatie 80?), markeerde een keerpunt in de Braziliaanse kunst.
Deze generatie is vaak bekritiseerd vanwege haar schijnbare politieke onverschilligheid, beschuldigd van frivool hedonisme op een moment dat het land net twee decennia onderdrukking had verlaten. Maar dat is een oppervlakkige lezing. Zoals Milhazes zelf verklaarde: “Ik ben mijn hele leven politiek geweest, maar niet altijd op een voor de hand liggende manier” [4]. Haar betrokkenheid manifesteert zich in haar vastberadenheid om een kunst te creëren die de Braziliaanse culturele identiteit viert zonder in folklore of exotisme te vervallen. Ze slaagt erin de westerse visuele talen toe te eigenen en ze radicaal te transformeren door de lens van haar eigen cultuur.
Deze dialoog tussen verschillende visuele tradities is bijzonder duidelijk in haar recentere werken, zoals “Douradinha em cinza e marrom” (2016) of “Banho de Rio” (2017). Bloemmotieven en organische vormen cohabiteren er met strakke geometrische rasters, wat een productieve spanning creëert tussen natuur en cultuur, chaos en orde. Deze complexe composities herinneren ons eraan dat de natuurlijke wereld niet het tegengestelde is van de menselijke beschaving, maar haar fundament en voorwaarde van mogelijkheid.
Daarin resoneert haar werk diepgaand met de ideeën van Julia Kristeva en haar concept van intertekstualiteit. In haar werk “Sèméiôtikè” ontwikkelt Kristeva het idee dat elke tekst (en bij uitbreiding elk kunstwerk) een mozaïek van citaten is, een opname en transformatie van andere teksten [5]. Het werk van Milhazes illustreert dit concept perfect. Ze absorbeert en transformeert een veelheid aan visuele verwijzingen: de decoratieve motieven uit de Braziliaanse volkskunst, de arabesken van de koloniale barokke architectuur, de geometrische vormen van het Europese modernisme, de levendige kleuren van het carnaval in Rio.
Maar in tegenstelling tot sommige postmoderne kunstenaars die citeren met een ironische afstandelijkheid, engageert Milhazes zich oprecht met haar bronnen. Ze citeert niet om te deconstrueren, maar om iets nieuws en authentieks te creëren. Haar relatie met de traditie is er een van respectvolle dialoog in plaats van provocatieve breuk. Ze erkent haar schuld aan kunstenaars zoals Tarsila do Amaral, een belangrijke figuur in de Braziliaanse antropofagische beweging van de jaren 1920, die voorstelde Europese invloeden te “cannibaliseren” om een authentieke Braziliaanse kunst te creëren.
Deze “antropofagische” benadering is duidelijk in de manier waarop Milhazes invloeden zo divers als Matisse, Mondriaan en Bridget Riley verteert. Ze imiteert ze niet, ze verslindt en transformeert ze. Neem bijvoorbeeld haar installatie “O Esplendor” (2023) voor de Turner Contemporary in Margate, die doet denken aan de gebrandschilderde ramen van Matisse voor de kapel van Vence, maar met een radicaal andere kleurenpalet en energie. Of haar collages die snoepverpakkingen en boodschappentassen bevatten, waarmee ze deze alledaagse consumptievoorwerpen transformeert tot composities van verfijnde elegantie.
Eigenlijk is het deze capaciteit om traditionele dichotomieën te overstijgen, tussen high en low art, tussen abstractie en figuration, tussen het Westen en niet-Westerse culturen, die het werk van Milhazes zo relevant maakt in onze geglobaliseerde wereld. Ze toont ons dat het mogelijk is een kunst te creëren die diep geworteld is in een specifieke cultuur en tegelijkertijd universeel toegankelijk is.
Kunstcritica Kristeva herinnert ons eraan dat “poëzie slechts geïnspireerde wiskunde is” [6], een formule die het werk van Milhazes perfect zou kunnen beschrijven. Er zit inderdaad iets wiskundigs in de nauwkeurigheid van haar composities, in de manier waarop ze uiteenlopende elementen in balans brengt om een harmonisch geheel te creëren. Maar deze wiskunde is “geïnspireerd”, ze trilt van emotie, sensualiteit en leven.
De expositie van Milhazes in de Turner Contemporary in 2023, getiteld “Maresias” (een Portugees woord dat naar de zeebries verwijst), was op dit vlak bijzonder onthullend. Door haar uitbundige werken te plaatsen in de strenge context van de modernistische architectuur van het museum, tegenover de Engelse Noordzee in plaats van de tropische Atlantische Oceaan, ontstond een opvallend contrast. Maar in plaats van misplaatst te lijken, leken de werken de ruimte zelf te transformeren en doordrenkten ze de omgeving met hun vibrerende energie.
Misschien is dit wel de grootste prestatie van Milhazes: haar vermogen onze percepties te veranderen en de wereld anders te laten zien. Zoals zij zelf verklaarde: “Ik voel dat ik als een wetenschapper ben. Het gaat erom nieuwe dingen te experimenteren en zichzelf uit te dagen” [7]. Deze experimentele houding, gecombineerd met indrukwekkende technische beheersing en een verfijnde esthetische gevoeligheid, maakt haar een van de belangrijkste kunstenaars van onze tijd.
Dus ja, ik stel het zonder twijfel vast: Beatriz Milhazes is essentieel. Ze heeft bereikt wat slechts weinig hedendaagse kunstenaars kunnen claimen: het creëren van een werkelijk originele visuele taal die makkelijke categorieën en simplistische interpretaties tart. Haar werk herinnert ons eraan dat abstractie geen universele en neutrale taal is, maar altijd geworteld is in specifieke culturele en historische contexten. Tegelijkertijd toont ze aan dat deze specificiteiten de basis kunnen vormen voor een visuele dialoog die grenzen overstijgt.
In een vaak cynische en ontgoochelde kunstwereld biedt Milhazes iets zeldzaams: een oprechte geloof in de transformerende kracht van schoonheid. Niet een flauwe of decoratieve schoonheid, maar een complexe, levendige en betekenisvolle schoonheid. Een schoonheid die, zoals Kristeva zei, “geen ornament is; het is wat het onzichtbare articuleert” [8].
En als u nog denkt dat geometrische abstractie een uitgeput visueel taalgebruik is, onmachtig ons fris en relevant aan te spreken, dan nodig ik u uit om tijd door te brengen met het werk van Milhazes. Laat u onderdompelen in hun circulaire ritmes, uitbundige kleuren, dynamische spanningen tussen orde en chaos. Misschien ontdekt u dat abstractie, in de handen van zo’n geïnspireerde kunstenares, ons nog veel te vertellen heeft over onze wereld en over onszelf.
Want uiteindelijk gaat het daar inderdaad om: Milhazes gebruikt abstractie niet als doel op zich, maar als middel om te verkennen wat het betekent om mens te zijn, Braziliaans te zijn, een vrouwelijke kunstenares te zijn in een wereld die nog grotendeels door mannen wordt gedomineerd. Haar werk herinnert ons eraan dat kunst niet expliciet politiek hoeft te zijn om diep betrokken te zijn bij de realiteiten van onze tijd.
Misschien is het wel de vreugde die van haar werk uitgaat die de meest radicale eigenschap ervan is. In een kunstlandschap waar somber serieus vaak wordt verward met diepgang, durft Milhazes te suggereren dat vreugde en schoonheid net zo diep en betekenisvol kunnen zijn. En in een wereld die wordt geconfronteerd met zoveel crises, milieu-, politiek- en sociaal, is deze blije bevestiging van het leven geen ontkenning van het onder ogen zien van de realiteit, maar een noodzakelijke vorm van verzet.
Zoals zij zelf zei: “Ik ben een optimist en ik wil laten zien hoezeer wij de adem van bladeren, water, hemel en zon nodig hebben. Mijn werk gaat over het leven” [9]. En dat is misschien het grootste geschenk dat een kunstenares ons kan geven.
- Bachelard, Gaston. De Poëtiek van de Ruimte. Parijs: Presses Universitaires de France, 1957.
- Sontag, Susan. Against Interpretation and Other Essays. New York: Farrar, Straus and Giroux, 1966.
- Idem.
- Trigg, David. “Beatriz Milhazes, interview: ‘Mijn grote ambitie is altijd om iets nieuws met abstractie te doen'”, Studio International, 12 juli 2023.
- Kristeva, Julia. Sèméiôtikè. Onderzoek voor een semanalyse. Parijs: Seuil, 1969.
- Kristeva, Julia. De Revolutie van de Poëtische Taal. Parijs: Seuil, 1974.
- Pogrebin, Robin. “Beatriz Milhazes doorbreekt de cirkel”, The New York Times, 16 september 2022.
- Kristeva, Julia. Verhalen van liefde. Parijs: Denoël, 1983.
- Sherwin, Skye. “‘We hebben zoveel schade aangericht’: Beatriz Milhazes’ carnavaleske ode aan de natuur”, The Guardian, 18 mei 2023.
















