Luister goed naar me, stelletje snobs, jullie die met jullie zelfverklaarde connaisseurs-kijkers op kunst neerkijken. Jullie nippen waarschijnlijk van lauwe champagne in een steriele galerij aan de rechteroever, maar laat me je vertellen over iemand die de hele stad tot zijn doek heeft gemaakt. Futura, die naam die klinkt als een belofte van de toekomst, is niet zomaar een kunstenaar, hij is een meteoor die door de hemel van de hedendaagse kunst is getrokken, en een spoor van abstracte kleuren en kosmische figuren achterliet die wij nog steeds ontcijferen.
Geboren als Leonard Hilton McGurr in 1955, begon deze Manhattan-jongen zijn carrière in de ondergrondse krochten van New York, waar hij metrostellen transformeerde in vergankelijke ruimteschepen. Maar laat je niet misleiden, zijn kunst is geen jeugdige grill. Zijn emblematische werk “Break” uit 1980, die chromatische explosie die letterlijk de conventies van graffiti verbrak, was een stil manifest, een onafhankelijkheidsverklaring tegenover de esthetische orthodoxie die destijds de undergroundscène beheerde.
Wat Futura onderscheidt van zijn tijdgenoten, is juist die kwantumsprong naar abstractie, die wil om het stedelijke alfabet te overstijgen en onbekende gebieden te verkennen. Zijn doeken zijn geen muren die naar de galerie zijn verplaatst, maar poorten naar alternatieve dimensies, sterrenkaarten van een parallel universum waar atomen dansen en planeten botsen in een kosmisch ballet.
Futura opereert op de grens van twee fascinerende conceptuele werelden: astronomie en existentialisme. Zijn composities doen sterk denken aan de theorieën van astrofysicus Carl Sagan, voor wie wij allemaal gevormd zijn uit “stardust” (sterrenstof) [1]. Wanneer men zijn werken zoals “Colorforms” (1991) of “Invasion From Blue City” (1989) bekijkt, kan men niet anders dan denken aan die verre nevels waar sterren geboren worden, aan die supernova-explosies die de chemische elementen verspreiden die noodzakelijk zijn voor ons bestaan. Het atoom, dat terugkerende motief in zijn werk, is niet slechts een grafisch ornament, maar het symbool van onze diepe verbinding met het kosmos.
Sagan schreef dat “om een appeltaart te maken, je eerst het universum moet creëren” [2]. Futura lijkt deze kosmische waarheid als eerste te hebben begrepen door met zijn spuitbussen hele universums uit het niets te scheppen op zijn doeken. Zijn techniek van het omkeren van de spuitbus, deze prestatie die hem in staat stelt de fijnheid van zijn lijnen met chirurgische precisie te beheersen, doet denken aan de vaardigheid van een wetenschapper die subatomaire deeltjes manipuleert.
Zijn abstracte composities, waarin gekleurde nevels zich ontvouwen als interstellaire gaswolken, roepen beelden op die met de Hubble-telescoop zijn vastgelegd, die kosmische landschappen van adembenemende schoonheid die ons onze nietigheid laten voelen tegenover de immense uitgestrektheid van het universum. Maar in plaats van ons te verpletteren onder het gewicht van deze ontdekking, nodigt Futura ons uit om onze verbondenheid met dit grote geheel te vieren, om onze natuur als kosmische ontdekkingsreizigers te omarmen.
Deze astronomische dimensie gaat gepaard met een diepgaande existentiële reflectie. De alienoïde figuren die zijn doeken bevolken, met name zijn beroemde “Pointman”, lijken rechtstreeks afkomstig uit Jean-Paul Sartres bespiegelingen over alteriteit en identiteit. In “Het Zijn en het Niets” schrijft Sartre dat “het bestaan de essentie voorafgaat” [3], een principe dat Futura vanaf het begin in de praktijk bracht door zijn eigen artistieke identiteit te smeden aan de rand van de gevestigde stromingen.
De “Pointman”, die androïde gestalte met lange ledematen die zijn handelsmerk is geworden, belichaamt deze existentiële zoektocht perfect. Noch helemaal mens, noch volledig buitenaards, neemt hij die liminale ruimte in die het onze is in het technologische tijdperk, waar de grenzen tussen het organische en het mechanische geleidelijk vervagen. Hij is de mens van de toekomst, Futura zelf, geconfronteerd met de angst voor zijn absolute vrijheid in een universum zonder vooraf bepaalde betekenis.
Wanneer Futura “El Diablo” (1985) schildert, stelt hij niet simpelweg een demonisch personage voor, maar materialiseert hij deze Sartriaanse “misselijkheid”, de duizeling van het geconfronteerd worden met de radicale contingentie van het bestaan. De verfspatten die spontaan op het doek lijken te verschijnen, zijn het picturale equivalent van die momenten van existentiële helderheid waarin we ons bewust worden van onze fundamentele vrijheid en de overweldigende verantwoordelijkheid die ermee gepaard gaat.
Futura’s kunst is diep doordrongen van deze spanning tussen kosmisch determinisme en existentiële vrijheid. Enerzijds herinneren zijn atomische motieven ons eraan dat we onderworpen zijn aan dezelfde natuurwetten als de rest van het universum; anderzijds bevestigen zijn onvoorspelbare schildergrepen, die “gelukkige toevalligheden” die hij met enthousiasme verwelkomt, de mogelijkheid van creatieve vrijheid binnen deze beperkingen.
Wat bijzonder opvallend is in het traject van Futura, is de manier waarop hij de kunstmatige categorieën heeft overstegen die de kunstwereld blijft hanteren. In een tijdperk waarin street art nog werd gezien als tegenovergestelde van beeldende kunst, commerciële kunst versus “pure” kunst, heeft hij zich soepel bewogen tussen deze werelden, waarbij hij weigerde zich te laten opsluiten in een beperkende definitie van wat een kunstenaar zou moeten zijn.
Zijn samenwerking met merken als Nike, Comme des Garçons of BMW is geen compromissie, maar een logische uitbreiding van zijn artistieke praktijk, een verzet tegen die arbitraire scheiding tussen “high art” en “low art” die in het digitale tijdperk niet meer van toepassing is. Zoals Sartre benadrukte, “de mens is niets anders dan wat hij van zichzelf maakt” [4], en Futura heeft zich tegelijkertijd gevormd tot galeriekunstenaar, ontwerper, ondernemer en cultureel icoon, waarbij hij de veelheid aan mogelijkheden die zich voor hem openden volledig omarmde.
Dit vermogen om grenzen te overstijgen is des te opmerkelijker aangezien het zich al aan het begin van zijn carrière manifesteerde, in een tijd waarin de kunstwereld nog rigide verdeeld was. Zijn live schilderen tijdens de concerten van The Clash in 1981, deze performance waarbij hij werken in realtime creëerde terwijl de band speelde, was een gedurfde verklaring over de transversale aard van kunst, een fusie tussen muziek, schilderkunst en performance die de hybride artistieke praktijken van de 21e eeuw aankondigde.
Bij het werk van Futura ervaren we wat Carl Sagan beschreef als de “kosmische rilling”, dat duizelingwekkende gevoel bij het onmetelijke van het universum en onze geringe plaats daarin [5]. Zijn doeken zijn open ramen naar het onbekende, uitnodigingen tot ruimtelijke en innerlijke verkenning. Misschien schuilt daarin het genie van zijn kunst: in dit vermogen ons tegelijkertijd naar de verre uithoeken van het heelal en naar de diepten van onze menselijke conditie te laten reizen.
Het sartriaanse existentialisme leert ons dat we “veroordeeld zijn vrij te zijn”, in een wereld zonder voorafgaande betekenis geworpen, gedwongen zelf de zin van ons bestaan te bedenken [6]. Futura maakte van deze veroordeling een viering, veranderde existentiële angst in scheppende vreugde. Zijn kleurexplosies zijn geen vandalisme, maar vitale bevestigingen, tastbare bewijzen van ons vermogen betekenis te scheppen in een onverschillig universum.
De loopbaan van Futura is ook een les in veerkracht. Toen de interesse voor street art eind jaren 1980 afnam, aarzelde hij niet om als taxichauffeur of fietskoerier te werken om in het levensonderhoud van zijn gezin te voorzien. Daarna maakte hij als een feniks die herrijst uit zijn as een triomfantelijke terugkeer op het artistieke toneel, waarmee hij bewees dat de waarde van een kunstenaar niet wordt gemeten aan zijn onmiddellijke mediavisibiliteit, maar aan zijn vermogen om zijn visie op lange termijn vol te houden.
Dit vermogen om te herstellen van tegenslag echoot de sartriaanse visie op authenticiteit: leven in overeenstemming met je keuzes, je vrijheid volledig aannemen ondanks externe obstakels [7]. Futura koos ervoor kunstenaar te zijn, en bleef dat ondanks alles, weigerde zich te laten definiëren door de grillen van de markt of modetrends.
In een tijd die geobsedeerd is door categorisering blijft Futura ongrijpbaar. Is hij een straatkunstenaar? Een abstracte schilder? Een commerciële ontwerper? Een visueel filosoof? Hij is het allemaal tegelijk, en meer. Deze identiteitsvloeibaarheid is diep sartriaans: de mens is geen vaste essentie, maar een proces, een eeuwig worden [8]. Futura wordt, heruitvindt zichzelf voortdurend, weigert vast te vriezen in een starre identiteit die de dynamische aard van zijn kunst zou verraden.
Zijn werk “Garbage Rock” (1983), met zijn vloeiende vormen en levendige kleuren die lijken te zweven in een onbepaalde ruimte, illustreert perfect deze visie van een steeds bewegende wereld. Er is geen stabiele essentie, geen definitieve vorm, alleen tijdelijke configuraties van energie en materie, precies zoals in het universum zoals hedendaagse astrofysica dat beschrijft. Carl Sagan zou niet anders gezegd hebben toen hij stelde dat “wij een middel zijn voor het kosmos om zichzelf te leren kennen” [9], Futura draagt met zijn kunst bij aan dit kosmisch bewustzijn.
Wat mij bijzonder aanspreekt bij deze kunstenaar is dat hij een visuele samenhang behoudt terwijl hij steeds weer nieuwe gebieden verkent. Zijn werken zijn onmiddellijk herkenbaar, die gekleurde mist, die zwevende atomen, die alienoïde figuren, en toch telkens uniek. Hij heeft de perfecte balans gevonden tussen herhaling en innovatie, tussen persoonlijke signatuur en constante experimentatie.
Of het nu zijn eerste graffiti op de metrostellen in New York waren of zijn recente samenwerkingen met luxe merken, Futura is altijd Futura gebleven. Die onwankelbare authenticiteit, die trouw aan zijn persoonlijke visie ondanks veranderingen in medium of context, maakt hem veel meer dan een eenvoudige modekunstenaar: een echt baken in het hedendaagse kunstlandschap, een oriëntatiepunt in een steeds veranderende wereld.
Dus de volgende keer dat je een werk van Futura tegenkomt, neem dan echt de tijd om het te bekijken. Bekijk het niet alleen als een mooie samenstelling van kleuren of een decoratief accessoire voor vermogende hipsters. Zie het eerder als een uitnodiging voor een reis, een reis door de sterrenruimte en de kronkels van de menselijke conditie, geleid door een kunstenaar die begrepen heeft, net als Carl Sagan, dat “we allemaal gemaakt zijn van sterrenstof” [10], en zoals Sartre, dat dit sterrenstof veroordeeld is tot vrijheid [11].
In een steeds uitdijend universum, in een bestaan zonder vooraf bepaald handboek, herinnert Futura ons aan ons vermogen om te creëren, te fantaseren, te transformeren. En is dat uiteindelijk niet de nobelste rol die kunst kan vervullen?
- Sagan, Carl. “Cosmos: Een persoonlijke reis”, Aflevering 13, Random House, 1980.
- Sagan, Carl. “Cosmos”, Random House, 1980.
- Sartre, Jean-Paul. “Het Zijn en het Niets”, Gallimard, 1943.
- Sartre, Jean-Paul. “Het existentialisme is een humanisme”, Gallimard, 1946.
- Sagan, Carl. “Cosmos”, Random House, 1980.
- Sartre, Jean-Paul. “Het existentialisme is een humanisme”, Gallimard, 1946.
- Sartre, Jean-Paul. “Het Zijn en het Niets”, Gallimard, 1943.
- Sartre, Jean-Paul. “Het existentialisme is een humanisme”, Gallimard, 1946.
- Sagan, Carl. “Cosmos”, Random House, 1980.
- Sagan, Carl. “De Kosmische Verbinding”, Doubleday, 1973.
- Sartre, Jean-Paul. “Het existentialisme is een humanisme”, Gallimard, 1946.
















