English | Nederlands

Dinsdag 18 November

ArtCritic favicon

De huid als territorium: Toyin Ojih Odutola

Gepubliceerd op: 8 Maart 2025

Door: Hervé Lancelin

Categorie: Kunstkritiek

Leestijd: 9 minuten

Toyin Ojih Odutola verandert zwarte huid in een weelderig landschap van oneindige mogelijkheden. Haar minutieuze laagtechniek creëert personages waarvan de identiteit rhizomatisch wordt, een kruispunt van verhalen en invloeden waarbij elk teken een ervaring van verplaatsing en recompositie vertelt.

Luister goed naar me, stelletje snobs. Jullie staan daar met jullie lauw gekoelde champagneglazen en overdreven commentaren over hedendaagse kunst, doen alsof jullie begrijpen wat er zich voor jullie ogen afspeelt. Maar hebben jullie echt gekeken naar Toyin Ojih Odutola? Niet alleen haar werk langs je laten gaan, maar je verdiept in de diepe lagen van haar tekeningen, waar huid verandert in een kaart van een viscerale ervaring die je alleen maar kunt aanraken?

Het werk van Toyin Ojih Odutola is een daad van verzet tegen vereenvoudigde verhalen. Deze Nigeriaans-Amerikaanse kunstenares creëert met haar balpennen, pastels en houtskool veel meer dan portretten; ze smeedt lichaamslandschappen die alternatieve verhalen vertellen, parallelle werelden waarin zwarte protagonisten ontsnappen aan de ketenen van de koloniale geschiedenis. Ze transformeert zwarte huid in een weelderig territorium van oneindige mogelijkheden.

Wat meteen opvalt, is haar minutieuze techniek van laagvorming. Elke vierkante centimeter huid in haar tekeningen bevat een universum van weloverwogen markeringen, golvende texturen die lijken te pulseren onder je blik. Deze benadering herinnert onvermijdelijk aan de filosofie van Édouard Glissant en zijn concept van de “poëtiek van de Relatie” [1]. Glissant spreekt over identiteit als een rizoom, een systeem van meervoudige en onderling verbonden wortels in plaats van een enkele, dominante wortel. Hij verwerpt identiteit als een vaste essentie en omarmt identiteit als relatie, als een dynamisch proces van ontmoetingen en uitwisselingen.

Doet Ojih Odutola dat niet precies? Haar techniek van overlappende lagen roept deze rizomatische visie op identiteit op. Ze creëert personages waarvan de huid een kruispunt is van verhalen, invloeden en mogelijke toekomsten. “Ik lees de markeringen als een vorm van taal,” zegt zij, “op dezelfde manier waarop men Engels zou kunnen lezen.” [2] De merken op de huid zijn niet slechts esthetische lijnen, maar een complex semiotisch systeem dat de ervaringen van verplaatsing, migratie en identiteitsherconfiguratie vertelt.

In haar tentoonstelling “To Wander Determined” in het Whitney Museum creëerde Ojih Odutola een serie fictieve portretten die het verhaal vertellen van twee Nigeriaanse aristocratische families verbonden door het huwelijk van twee mannen. Deze speculatieve fictie is een moedige politieke daad die het postkoloniale imaginair transformeert. Door een alternatief Nigeria te bedenken waarin homoseksualiteit niet wordt gecriminaliseerd, en zwarte rijkdom wordt genormaliseerd en gevierd, beperkt zij zich niet tot het weergeven van “wat is,” maar onderzoekt zij “wat zou kunnen zijn.”

Deze benadering echoot de speculatieve literatuur van Octavia Butler, wiens naam Ojih Odutola werktattoeëert op haar linkerhand. Butler en Ojih Odutola delen het vermogen fictie te gebruiken als laboratorium voor sociale experimenten, om de machtsstructuren te bevragen en herconfigureren. Zoals Butler schrijft in “Parable of the Sower”: “Alles wat je aanraakt, verander je. Alles wat je verandert, verandert jou.” [3] De creatieve daad wordt zo een daad van transformatie, zowel persoonlijk als collectief.

De kracht van het werk van Ojih Odutola ligt precies in dit vermogen ons andere mogelijke werelden te laten voorstellen, andere sociale configuraties. Door haar zwarte personages te plaatsen in contexten van macht, plezier en intimiteit die zelden in de westerse kunst worden afgebeeld, verbreedt zij de horizon van het mogelijke. Haar hoofdpersonen worden niet gedefinieerd door hun lijden of hun verzet tegen onderdrukking, maar bestaan volledig in hun complexe individualiteit.

Laten we “The Firmament” (2018) nemen, dat meesterwerk waarin een personage met een donkere huid afsteekt tegen een diepblauwe achtergrond. De rijkdom van de huidtextuur, met heldere strepen en fluweelachtige schaduwen, overstijgt de simpele biologische representatie en wordt kosmisch. De huid is niet langer slechts een lichaamsomhulsel, maar een sterrengespt, een firmament. Deze transformatie van het lichaam in het heelal herinnert aan de fenomenologische benadering van Maurice Merleau-Ponty, voor wie het lichaam onze “anker in de wereld” is, het nulpunt van alle waarneming en ervaring [4].

In “A Countervailing Theory” (2020), haar eerste solotentoonstelling in het Verenigd Koninkrijk, gaat Ojih Odutola nog verder in haar narratieve verkenning. Ze bedenkt er een prehistorische matriarchale beschaving op het Jos-plateau in Nigeria, waar een heersende klasse van vrouwelijke krijgers kunstmatig gemaakte mannen tot slavernij dwingt. Deze omkering van gender- en machtsverhoudingen confronteert ons met onze diepgewortelde veronderstellingen over de “natuurlijke orde” der dingen.

Via deze alternatieve mythologie bevraagt Ojih Odutola niet alleen de geslachtsgebonden machtsstructuren, maar ook de narratieve archetypen die onze historische opvattingen vormen. Ze onthult zo dat wat wij als “natuurlijk” of “onvermijdelijk” beschouwen vaak slechts een toevallige constructie is, een verhaal onder andere mogelijke verhalen. Deze dekoloniale aanpak valt de epistemische fundamenten van de westerse dominantie aan.

Haar techniek van zwart-wit tekenen in deze serie benadrukt het archeologische karakter van haar aanpak, alsof ze overblijfselen opgraaft van een vergeten geschiedenis. De circulaire samenstelling van de tentoonstelling in het Barbican, waar de toeschouwer een gebogen parcours volgt zonder ooit het geheel van het verhaal in één oogopslag te zien, versterkt deze indruk van geleidelijke ontdekking, van een verhaal dat stukje bij beetje wordt onthuld.

Maar het is misschien in haar serie “The Treatment” (2015-2016) dat Ojih Odutola haar reflectie over de mechanismen van raciale constructie het verst doorvoert. Door beroemde blanke mannelijke figuren met een donkere huid af te beelden, stelt zij blankheid tentoon als een sociale constructie in plaats van een biologische gegevenheid. Als een Picasso of prins Charles met een donkere huid kan worden afgebeeld zonder dat dit hun herkenning beïnvloedt, dan is dat omdat ras vooral een systeem van cultureel gecodeerde tekens en waarden is.

Laten we terugkeren naar Glissant en zijn onderscheid tussen “systeemdenken” en “spoor-denken”. Het eerste streeft ernaar alles te categoriseren, alles te verstenen in stabiele en gescheiden identiteiten. Het tweede accepteert het onvoorspelbare, het ondoorzichtige, de voortdurende beweging van identiteiten. Het werk van Ojih Odutola behoort resoluut tot dat spoor-denken: zij vertroebelt grenzen, compliceert identiteiten, viert ondoorzichtigheid als een fundamenteel recht om niet volledig begrepen of gecategoriseerd te worden.

“Ik ben niet bezig met de documentatie van mijn dagelijks leven zoals het is,” verklaart de kunstenares, “maar met vignetten van dingen, momenten, herinneringen, dingen die niet helemaal logisch zijn, maar die ook niet noodzakelijkerwijs surrealistisch zijn. Er is realiteit in mijn werk, maar die realiteit is een steiger voor het ontstaan, het zich verspreiden en het circuleren van het imaginair.” [5] Deze uitspraak zou net zo goed van Glissant zelf kunnen komen, die het recht op ondoorzichtigheid verdedigt tegen de universaliseringseisen van de westerse transparantie.

In haar recentere serie “Tell Me A Story, I Don’t Care If It’s True” (2020), gemaakt tijdens de lockdown in New York, juxtaponeert Ojih Odutola tekst en beeld om de vele waarheden die binnen één narratief kunnen bestaan te verkennen. Deze serie echoot de theorieën van de filosoof Jean-François Lyotard over het einde van de grote verhalen en de opkomst van meervoudige, tegenstrijdige meta-verhalen [6]. In een tijd gekenmerkt door “alternatieve feiten” en ideologische polarisatie, krijgt deze reflectie over de ambiguïteit van narratieve waarheid een bijzondere weerklank.

De kunst van Ojih Odutola is ook diep theatraal. Haar personages lijken zich ervan bewust te zijn dat ze worden geobserveerd, maar weigeren te performen voor de buitenwereld. Ze bestaan in een staat van bewuste nonchalance die de toeschouwer destabiliseert. Zelfs wanneer ze de toeschouwer aankijken, lijken ze voorbij te kijken, naar een horizon die wij niet kunnen waarnemen. Deze weerstand tegen de kolonialistische blik herinnert aan de fenomenologie van Sartre en zijn opvatting van de blik van de ander als potentieel objectiverend [7].

In “Chosen” (2020) beschouwen twee personages een etalage met het opschrift “SALE”. Een van hen brengt zijn lipgloss aan terwijl een gesprek over eigenwaarde plaatsvindt. “Maak je geen zorgen, als we een keuze hadden, zouden we onszelf niet kiezen,” zegt de een. “Nou… ik zou jou kiezen,” antwoordt de ander. Deze schijnbaar alledaagse scène vat de hele complexiteit van intersubjectieve relaties samen in een kapitalistische en postkoloniale context waar zwarte lichamen constant worden gecommodificeerd.

Wat Ojih Odutola fundamenteel onderscheidt van veel hedendaagse kunstenaars, is haar categorische weigering om pathos en trauma als enige manieren van representatie van zwarte lichamen te accepteren. Ze benadrukt vreugde, contemplatie, rust als ervaringen die net zo politiek en betekenisvol zijn als lijden of verzet. In een artistiek landschap waar zwarte pijn vaak gespektakeleerd en gecommercialiseerd wordt, is deze viering van kalmte en vrije tijd een radicaal gebaar.

Zoals ze zelf uitlegt: “Wat gebeurt er als je elke plek waar je komt opeist als een thuis? Sommige zwarte mensen vermijden reizen omdat ze (terecht) vrezen voor racisme. Ik wilde die aarzeling helpen verminderen door zwarte mensen buiten te laten zien, in de natuur, zwemmend in lagunes, ontspannend op het strand, kijkend naar de zonsondergang.” [8] Deze normalisering van de aanwezigheid van zwarte mensen in recreatie- en contemplatieruimtes is diep politiek in haar alledaagsheid.

De aanpak van Ojih Odutola doet denken aan die van Toni Morrison, die zei boeken te willen schrijven die ze zelf graag had willen lezen. De artieste creëert beelden die zij als kind graag had willen zien, voorstellingen waarin zwarte mensen volledig bestaan in hun complexe menselijkheid, hun schoonheid en hun dagelijkse banaliteit. “Het werk dat ik nu maak is het werk dat mijn negenjarige ik zich voorstelde,” zegt ze, “net zoals het eerdere werk was wat mijn vijfjarige ik opriep.” [9]

Deze band met de kindertijd is niet toevallig. Juist in de kindertijd vormen onze eerste verbeeldingen, onze eerste visies op het mogelijke. Door alternatieve werelden te creëren waarin zwarte mensen vanzelfsprekend posities van macht, vrije tijd en intimiteit innemen, verbreedt Ojih Odutola de horizon van het mogelijke voor toekomstige generaties. Ze biedt wat de feministische theoreticus bell hooks zou noemen “agentieve ruimtes”, voorstellingen die het mogelijk maken zichzelf als handelende en niet slechts als object van de blik van anderen voor te stellen [10].

De kracht van haar werk ligt ook in het evenwicht tussen het intieme en het politieke, tussen het persoonlijke en het collectieve. Haar portretten, hoewel fictief, hebben zo’n aanwezigheid, zo’n vitaliteit dat ze lijken te ademen voor onze ogen. Dit vermogen om leven in haar papieren personages te blazen getuigt niet alleen van uitzonderlijke technische beheersing, maar ook van diepe empathie.

Want ondanks alle conceptuele verfijning blijft de kunst van Ojih Odutola diep menselijk. Het raakt ons niet omdat het ons een theorie uitlegt, maar omdat het ons een ervaring laat voelen. De textuur van haar getekende huid wordt een metafoor voor een gelaagd, complex bestaan, rijk aan tegenstrijdigheden en mogelijkheden.

In een artistieke wereld die nog te vaak wordt gevormd door een witte, mannelijke en westerse blik, biedt Toyin Ojih Odutola ons een radicaal andere visie, waarin zwarte huid niet langer een stigma is maar een kosmos, waar identiteit geen kooi is maar een speelterrein. Ze verruimt ons begrip van het mogelijke, verlegt de grenzen van het denkbare en herinnert ons eraan dat elk dominant verhaal betwist, ondermijnd en opnieuw uitgevonden kan worden.

Dus, stelletje snobs, de volgende keer dat jullie een werk van Ojih Odutola bekijken, zien jullie misschien voorbij haar technische virtuositeit, voelen jullie misschien die uitnodiging om op een andere manier de wereld te bewonen, om andere mogelijkheden te bedenken. En als dat niet zo is, nou ja, houd het dan maar bij jullie lauwe champagne en smaakloze gesprekken. De kunst van Ojih Odutola zal blijven bestaan, ademen en de wereld veranderen, met of zonder jullie begrip.


  1. Édouard Glissant, Poëtiek van Relatie, Gallimard, 1990.
  2. Kristin Farr, “Toyin Ojih Odutola, Eindeloze Mogelijkheid”, Juxtapoz, september-oktober 2017.
  3. Octavia Butler, Parabel van de Zaaier, Four Walls Eight Windows, 1993.
  4. Maurice Merleau-Ponty, Fenomenologie van de Waarneming, Gallimard, 1976.
  5. Kristin Farr, “Toyin Ojih Odutola, Eindeloze Mogelijkheid”, Juxtapoz, september-oktober 2017.
  6. Jean-François Lyotard, De Postmoderne Conditie, Éditions de Minuit, 1979.
  7. Jean-Paul Sartre, Het Zijn en het Niets, Gallimard, 1943.
  8. Jackie Mantey, “Kunst die je moet kennen: Schilder Toyin Ojih Odutola”, 22 mei 2018.
  9. Kristin Farr, “Toyin Ojih Odutola, Eindeloze Mogelijkheid”, Juxtapoz, september-oktober 2017.
  10. bell hooks (Gloria Jean Watkins), Black Looks: Race and Representation, South End Press, 1992.
Was this helpful?
0/400

Referentie(s)

Toyin Ojih ODUTOLA (1985)
Voornaam: Toyin Ojih
Achternaam: ODUTOLA
Geslacht: Vrouw
Nationaliteit(en):

  • Nigeria
  • Verenigde Staten

Leeftijd: 40 jaar oud (2025)

Volg mij