English | Nederlands

Dinsdag 18 November

ArtCritic favicon

De sublieme metamorfoses van Vik Muniz

Gepubliceerd op: 24 April 2025

Door: Hervé Lancelin

Categorie: Kunstkritiek

Leestijd: 8 minuten

Vik Muniz transformeert gewone materialen zoals suiker, chocolade en afval in verbluffende kunstwerken die onze perceptie uitdagen. Zijn foto’s leggen deze vluchtige creaties vast en dwingen ons de grens tussen origineel en kopie, tussen ruwe materie en geraffineerde voorstelling, te bevragen.

Luister goed naar me, stelletje snobs, als u denkt dat hedendaagse kunst beperkt is tot gouden lijsten die in steriele galerieën hangen, vergist u zich. Vik Muniz, deze Braziliaan geboren in 1961 in São Paulo, biedt ons een visuele schok die we wanhopig nodig hadden. Ja, deze man heruitvindt letterlijk onze relatie met beelden door afval te transformeren in Marat, chocolade in Medusa, en suiker in portretten van Caribische kinderen. Zijn werk is meer dan een simpele stijl-oefening; het is een klinische ontleding van onze hedendaagse visuele cultuur.

Muniz is het soort kunstenaar dat je door een onontgonnen gebied leidt tussen origineel en kopie, tussen beeld en weergave. Hij speelt voortdurend met onze perceptie, waardoor we twee keer, drie keer, honderd keer naar hetzelfde werk moeten kijken. Wanneer je van verre zijn “Marat (Sebastiao)” uit de serie “Pictures of Garbage” ziet, herken je het beroemde schilderij van Jacques-Louis David. Kom dichterbij en je ontdekt een assemblage van afval uit Jardim Gramacho, een van de grootste vuilnisbelten ter wereld nabij Rio de Janeiro. Hier werkte Muniz samen met de catadores, deze afvalophalers die overleven door recyclebare materialen te verzamelen. Deze samenwerking is niet alleen artistiek, maar ook diep sociaal, met de opbrengsten die naar deze gemarginaliseerde arbeiders gaan.

Wat ik waardeer aan Muniz is zijn volharding om onze visuele waarneming te manipuleren, als een goochelaar die zijn trucs toont terwijl hij ons blijft verleiden. Zijn methode is transparant, maar het resultaat blijft magisch. Dit paradox herinnert me onvermijdelijk aan de gedachte van Marcel Duchamp die zei: “Het zijn de kijkers die de schilderijen maken” [1]. Duchamp, net als Muniz, begreep dat kunst alleen bestaat in die ambivalente ruimte tussen het object en degene die het waarneemt. Het werk is slechts een trigger, een mechanisme dat onze eigen ervaring activeert. Wanneer Muniz “A Bar at the Folies-Bergère” van Manet reproduceert met uitgesneden stukken tijdschrift, kopieert hij niet simpelweg een iconisch beeld, hij creëert een nieuw visueel object dat tegelijkertijd het origineel en de herinterpretatie bevat. Hij dwingt ons het proces van beeldconstructie te herkennen, terwijl hij de evocatieve kracht ervan behoudt.

Maar pas op, mis het niet. Muniz is geen simpele technische imiteerder. Zijn kunst draait niet om vakkundig handwerk, hoewel hij dat volop bezit. Nee, zijn ware genie ligt in zijn vermogen om de betekenis van de materialen die hij gebruikt te veranderen. Neem zijn serie “Sugar Children” waarin hij kinderen van arbeiders op suikerrietplantages fotografeert en vervolgens hun portretten recreëert met suiker. Het eindresultaat is niet zomaar een mooi beeld, maar een aangrijpend commentaar op hoe deze arbeiders letterlijk de “zoetheid” uit hun eigen leven halen om onze westerse consumptie te bevredigen. Materie wordt boodschap. Medium wordt metafoor.

Deze benadering doet me denken aan de literaire theorie van Roland Genette over transtextualiteit [2]. Genette onderzoekt hoe teksten worden opgebouwd met verwijzingen naar andere vooraf bestaande teksten, waardoor niveaus van betekenis ontstaan die verder gaan dan de eenvoudige inhoud. Muniz doet precies dat met beelden. Elk werk is zowel een verwijzing naar de kunstgeschiedenis als een nieuwe creatie die het origineel overstijgt. Neem zijn serie “Pictures of Junk” waarin hij klassieke meesterwerken reproduceert met afval. Het is geen simpele citatieoefening, maar een volledige transformatie die lagen van betekenis toevoegt. Wanneer hij “Leda en de Zwaan” van Leonardo da Vinci herinterpreteert met puin, recyclet hij niet zomaar een beroemd beeld, hij bevraagt onze relatie tot mythologie, schoonheid en ons eigen culturele erfgoed. De verlaten Barbie die het decor markeert naast de poot van Leda is niet alleen een grappig detail, maar een commentaar op hoe onze hedendaagse mythes naast de oude bestaan.

Wat Muniz perfect begrijpt, is dat fotografie nooit een simpele weergave van de realiteit is geweest. Sinds de uitvinding ervan is het gemanipuleerd, geconstrueerd en geregisseerd. In 2023, toen 73 natuurhistorische musea wereldwijd samenwerkten om 1,1 miljard voorwerpen te inventariseren, erkenden ze simpelweg wat Muniz al tientallen jaren aantoont: dat onze wereld bestaat uit voorwerpen die hun waarde krijgen door hoe wij ze waarnemen, classificeren en bewaren. Zijn serie “Museum of Ashes”, gemaakt na de verwoestende brand in het Nationaal Museum van Brazilië in 2018, is misschien wel zijn meest ontroerende werk. Door de as van vernietigde objecten te gebruiken om hun afbeeldingen te recreëren, transformeert Muniz verlies in herinnering, afwezigheid in aanwezigheid.

Muniz’ ervaring in de immense stortplaats van Jardim Gramacho is onthullend. Daar ontdekte hij wat hij noemt “een archeologie van materiële verlangens”, lagen en lagen van ooit waardevolle objecten, nu teruggebracht tot onherkenbare fragmenten. In dit materiële vagevuur vond hij een fundamentele waarheid over onze consumptiemaatschappij: we worden net zozeer gedefinieerd door wat we weggooien als door wat we bewaren. Dit thema resoneert diep met de gedachte van socioloog Zygmunt Bauman over “liquide moderniteit” [3], waar niets ontworpen is om te blijven, waar identiteiten, relaties en bezittingen voortdurend worden vervangen, bijgewerkt, weggegooid. Muniz visualiseert deze theorie door deze afvalstoffen om te zetten in kunst.

Muniz’ culturele kritiek is scherp maar nooit cynisch. Er is een duidelijke vreugde in zijn methode, een bijna kinderlijke pret om te spelen met materialen, te experimenteren, het oog te misleiden. Er zit iets diep democratisch in zijn benadering. Door alledaagse materialen zoals chocolade, ketchup, draad en stof te gebruiken, ontwijdt hij de kunst terwijl hij het gewone verheft. Iedereen kan een beeld gemaakt van pindakaas en jam begrijpen en waarderen. Maar deze toegankelijkheid verbergt een opmerkelijke intellectuele verfijning.

Opgeleid in de repressieve context van Brazilië in de jaren 1970 heeft Muniz geleerd te communiceren via metaforen, boodschappen te verbergen in ogenschijnlijk onschuldige beelden. Deze ervaring heeft zijn artistieke praktijk zeker beïnvloed. Zoals hij zelf verklaarde: “Ik wil dat beelden zijn als liefdesliedjes, dat ze makkelijk zijn, weet je, zodat je je ervoor openstelt” [4]. Deze toegankelijke benadering verbergt een aanzienlijke complexiteit, een diepgaande reflectie op de aard van representatie zelf.

Wat Muniz echt onderscheidt van zoveel andere hedendaagse kunstenaars, is zijn weigering van pure abstractie. Hij blijft resoluut gehecht aan het herkenbare beeld, aan de kracht van vertrouwde iconografie. In een kunstwereld die vaak wordt gedomineerd door het onbegrijpelijke en het esoterische, is deze visuele helderheid verfrissend. Maar laat u niet misleiden, zijn leesbaarheid is geen concessie aan de eenvoud. Het is een bewuste keuze, een strategie om ons te betrekken bij een diepgaander gesprek over de manier waarop beelden onze begrip van de wereld vormen.

Wanneer Muniz fysieke objecten manipuleert om zijn werken te creëren, herinnert hij ons eraan dat alle beelden constructies zijn. Zelfs de meest “directe” fotografie omvat keuzes, kadreringen, manipulaties. Door dit proces expliciet te maken, nodigt hij ons uit om kritischere, bewuster toeschouwers te worden. Het is een politieke daad in een wereld die verzadigd is met beelden die proberen zich voor te doen als de realiteit.

De transformatie staat centraal in Muniz’ praktijk. Het is dan ook niet verwonderlijk dat hij Ovidius’ Metamorphoses citeert als zijn favoriete boek, met de openingszin “Ik stel mij voor de metamorfose van vormen in nieuwe lichamen te vertellen” [5]. Elk werk van Muniz is een metamorfose, van materialen naar beelden, van beelden naar ideeën. Deze voortdurende transformatie weerspiegelt onze eigen ervaring in een wereld die voortdurend verandert.

En toch blijft Muniz’ kunst ondanks deze conceptuele complexiteit diep menselijk. Zijn samenwerking met straatkinderen in Brazilië, met de arbeiders van Jardim Gramacho, getuigt van een oprechte betrokkenheid bij gemarginaliseerde gemeenschappen. Hij gebruikt zijn kunst niet alleen om commentaar op de wereld te leveren, maar om deze actief te veranderen, om verbindingen te creëren, om levens te transformeren. De kinderen die deelnamen aan zijn project “Invisible Objects” hebben geleerd hun verlangens te visualiseren, objecten te creëren die hun aspiraties vertegenwoordigen, en deze zó te internaliseren dat niemand ze hen kan ontnemen. Het is een krachtige les in empowerment door verbeelding.

Er zit een productieve tegenstelling in Muniz’ werk. Zijn foto’s zijn vaak documenten van tijdelijke kunstwerken, tekeningetjes in chocolade die smelten, afvalarrangementen die uiteenwaaien, portretten in suiker die oplossen. De fotografische afbeelding wordt zo niet slechts een eenvoudige registratie, maar het enige getuigenis van een creatief moment dat niet meer bestaat. Deze spanning tussen permanentie en vergankelijkheid, tussen het object en de representatie ervan, ligt aan de basis van zijn praktijk. Het herinnert ons eraan dat alle kunst bestaat in deze tussenruimte tussen creatie en perceptie, tussen intentie en interpretatie.

Wat Vik Muniz zo buitengewoon maakt, is niet alleen zijn technische virtuositeit of zijn conceptuele vindingrijkheid. Het is zijn vermogen om ons de wereld op een andere manier te laten zien, om onze perceptie te transformeren, niet alleen van kunst, maar van de dagelijkse realiteit om ons heen. Na het zien van zijn werk zult u nooit meer op dezelfde manier naar een hoop afval, een kom chocoladesiroop of een handvol suiker kijken. En is dat niet de ware kracht van kunst, ons het buitengewone te laten zien in het gewone, het sublieme in het banale, de schoonheid in het onverwachte?

In een wereld waar hedendaagse kunst vaak losstaat van de dagelijkse ervaring, biedt Muniz ons een alternatief perspectief: een kunst die betrokken is, die vragen stelt, die transformeert. Een kunst die niet alleen “over” iets gaat, maar echt zijn ideeën belichaamt in zijn materiële vorm. Een kunst die je niet onverschillig laat, maar die je dwingt na te denken over je eigen relatie tot de beelden die ons omringen. Een kunst die ons ten slotte herinnert dat de ware alchemie niet het veranderen van lood in goud is, maar het veranderen van onze perceptie van de wereld.


  1. Marcel Duchamp, in een lezing in het Museum of Modern Art, New York, 1961.
  2. Gérard Genette, “Palimpsesten: Literatuur op het tweede niveau”, Éditions du Seuil, 1982.
  3. Zygmunt Bauman, “Het vloeibare leven”, Éditions du Rouergue, 2006.
  4. Vik Muniz, in een interview met Mark Magill voor BOMB Magazine, 1 oktober 2000.
  5. Ovidius, “De metamorfosen”, Boek I, verzen 1-2, vertaling van Georges Lafaye.
Was this helpful?
0/400

Referentie(s)

Vik MUNIZ (1961)
Voornaam: Vik
Achternaam: MUNIZ
Andere naam/namen:

  • Vicente José de Oliveira Muniz

Geslacht: Man
Nationaliteit(en):

  • Brazilië

Leeftijd: 64 jaar oud (2025)

Volg mij