Luister goed naar me, stelletje snobs, hier is een artieste die zich niet tevreden stelt met het schilderen van mooie schilderijen om jullie burgerlijke salons te decoreren. Del Kathryn Barton ontwikkelt al meer dan drie decennia een visueel universum dat je bij de strot grijpt en je niet wil loslaten. Deze in 1972 geboren Australische heeft een oeuvre opgebouwd dat put uit de diepten van het vrouwelijke onbewuste om visioenen van een ontregelende kracht te extraheren, schommelend tussen verleidelijke schoonheid en verontrustende vreemdzinnigheid.
Haar schilderijen zijn cinema vastgelegd op doek. Elke compositie vertelt een verhaal, ontvouwt een visueel narratief waarin menselijke figuren en hybride wezens vermengd worden in psychedelische landschappen, verzadigd met kleuren en obsessieve details. Barton tekent sinds haar kindertijd met die drang die kenmerkend is voor ware scheppers, zij voor wie kunst geen keuze is maar een levensnoodzaak. “Alles wat ik kan zeggen is dat dit werk heel veel voor me betekent, het is als een levensbron,” vertrouwt zij openhartig toe.
Diepgaande psychoanalyse: Klein en de kunst van creatieve regressie
Het werk van Del Kathryn Barton gaat natuurlijk een dialoog aan met psychoanalytische theorieën, in het bijzonder die ontwikkeld door Mélanie Klein rond de depressieve positie en vroege objectrelaties [1]. Klein, in tegenstelling tot Freud die de voorkeur gaf aan het Oedipuscomplex, concentreerde zich op de eerste levensjaren en de archaïsche fantasieën die de psyche structureren. Deze benadering vindt een treffende echo in Bartons universum, waar vrouwelijke figuren lijken gevangen te zitten in een voortdurend dialoog tussen de angst voor vervolging en de reparatie.
De personages van Barton, met hun enorme ogen en doordringende blik, roepen onmiddellijk het kleiniaanse universum van interne objecten op. Klein beschreef hoe het kind de ouderlijke figuren internaliseert in de vorm van goede of slechte interne objecten, waardoor een psychische wereld ontstaat bevolkt door welwillende of vervolgende geesten. In de schilderijen van Barton krijgt deze dynamiek een opvallende visuele vorm: haar vrouwen-kinderen met grote vloeibare ogen lijken de gehele herinnering aan deze eerste relaties in zich te dragen. “Ik werd moeder zonder enige ervaring met kinderen of baby’s, en ik was ontroerd door de helderheid van hun blik… haar ogen waren wijd open, en ik denk dat dat een van de meest indrukwekkende ervaringen van mijn hele leven was,” verklaart de kunstenares over haar zoon.
De ervaring van het moederschap, die centraal staat in het werk van Barton, activeert precies deze kleiniaanse kwesties. De moeder bij Klein is nooit een geïdealiseerd figuur maar een complex object, soms voedend, soms vernietigend. Barton onderzoekt deze ambivalentie in haar familie-zelfportretten, met name in haar Archibald Prize uit 2008, waarin ze zichzelf afbeeldt met haar twee kinderen in een verstrengeling van plantaardige en dierlijke vormen. Deze samensmelting van lichamen roept Klein’s theorie van projectieve identificatie op, een mechanisme waarbij het kind delen van zichzelf projecteert op het moederlijke object om zich te beschermen of te beheersen.
De techniek van Barton zelf, die obsessieve opeenhopingen van details, die repetitieve motieven, die verzadigde kleuren, doet denken aan de verdedigingsmechanismen die Klein beschreef in het gezicht van depressieve angst. De kunstenares vult letterlijk de leegte van het doek op, weigert de witte ruimte die het niets kan oproepen, het verlies van het geliefde object. Haar hybride wezens, half vrouw, half dier, half plant, belichamen dit vermogen tot creatieve reparatie die Klein zag als de motor van elke artistieke creatie.
Nog verontrustender lijkt de wereld van Barton te worden behekst door wat Klein “aanvallen op de banden” noemde. Haar figuren bewegen zich in besloten werelden, psychische bubbels waarin de relaties zowel fusionerend als destructief zijn. De bloemige tentakels die haar figuren verbinden, kunnen afwisselend voeden of wurgen, beschermen of gevangen houden. Deze fundamentele ambivalentie doorloopt haar gehele oeuvre en geeft het die bijzondere intensiteit die zowel stoort als fascineert.
De kleiniaanse bijdrage maakt het begrijpelijk waarom de kunst van Barton zo’n visceraal effect op de toeschouwer heeft. Door plastische vormen te geven aan de archaïsche fantasieën die ons onbewuste bevolken, activeert ze de primitieve emoties waarvan we dachten ze te hebben overwonnen. Haar doeken functioneren als projectieschermen waarop iedereen de sporen van zijn eigen interne objecten, zijn eigen fundamentele angsten kan terugvinden. Het is daardoor dat haar werk het eenvoudige esthetische genot overstijgt en die catharsis bereikt die Klein aan ware kunst toeschreef.
Deze psychoanalytische lezing verheldert ook de recente evolutie van Barton naar de cinema. Met haar film “Blaze” (2022), geïnspireerd door haar eigen jeugdtrauma, gaat ze nog verder in deze verkenning van de verdedigingsmechanismen tegen traumatische inbraken. Het filmische medium stelt haar in staat om de temporaliteit van trauma te onderzoeken, de persistentie en het opduiken ervan, centrale thema’s in Klein’s theorie over reparatie.
De hedendaagse Australische cinema: een esthetiek van vrouwelijke weerstand
De inschrijving van Del Kathryn Barton in het landschap van de hedendaagse Australische cinema met haar speelfilm “Blaze” (2022) onthult een andere dimensie van haar werk, die in dialoog staat met de filmtraditie van haar land [2]. Australië heeft sinds de jaren 1970 een auteursfilm ontwikkeld die bijzonder attent is voor kwesties van gender en identiteit, gedragen door regisseurs zoals Jane Campion, een pionier die de weg heeft geopend voor een nieuwe generatie vrouwelijke makers.
De hedendaagse Australische cinema wordt gekenmerkt door haar vermogen om collectieve en individuele trauma’s te onderzoeken door middel van intieme verhalen. Deze traditie vindt bij Barton een bijzonder uitgewerkte expressie in “Blaze”, dat openhartig het thema van seksueel trauma bij kinderen behandelt. In tegenstelling tot commerciële cinema die de neiging heeft geweld te spektakulariseren, kiest Barton voor een poëtische en metaforische benadering, waarbij ze animatie en visuele effecten gebruikt om een visuele taal te creëren die het onuitsprekelijke kan uitdrukken.
Deze benadering sluit aan bij de Australische vrouwelijke filmmakers die een specifiek vrouwelijke blik hebben ontwikkeld op de ervaring van trauma. Jane Campion verkende met “The Piano” al de schaduwzijden van de vrouwelijke psyche via een visuele taal van zeldzame intensiteit. Barton zet deze traditie voort door er haar eigen gevoeligheid als beeldend kunstenares aan toe te voegen, en creëert zo een hybride cinema die zowel put uit de beeldende kunsten als uit het zevende kunst.
Het gebruik van animatie in “Blaze” toont een diepgaand begrip van de verdedigingsmechanismen van het kind tegenover trauma. De geanimeerde scènes maken het mogelijk de verbeelding van het kind af te beelden, haar innerlijke wereld vol beschermende of dreigende wezens. Deze benadering sluit aan bij hedendaags onderzoek naar trauma dat aantoont hoe verbeelding als toevlucht kan dienen tegen een ondraaglijke realiteit.
De keuze voor Cate Blanchett om de moederrol te vertolken in de kortfilm “RED” (2017) is niet toevallig. Blanchett, een iconisch figuur van de Australische cinema, brengt naar dit project haar eigen ervaring als actrice die gewend is aan complexe en ambiguë rollen. Haar aanwezigheid verankert het werk van Barton in een Australische filmtraditie die niet schroomt de donkerste aspecten van de menselijke ervaring te verkennen.
De samenwerking tussen Barton en de Australische filminstellingen toont ook het bestaan van een ecosysteem dat bevorderlijk is voor vrouwelijke creatie. De steun van Screen Australia en het verkrijgen van diverse prijzen tonen dat het land structuren heeft ontwikkeld die in staat zijn ambitieuze en non-conformistische artistieke projecten te begeleiden.
Deze institutionele dimensie is niet anekdotisch. Ze toont een politieke wil om vrouwelijke stemmen te ondersteunen in een domein dat traditioneel door mannen wordt gedomineerd. Het traject van Barton, van schilderkunst naar film, illustreert perfect het vermogen van het Australische ecosysteem om kunstenaars in staat te stellen multidisciplinaire projecten te ontwikkelen en artistieke praktijken te ontsluiten.
De esthetiek die Barton in haar films ontwikkelt, sluit natuurlijk aan bij haar picturale werk. Dezelfde visuele obsessies zijn terug te vinden: kleurverzadiging, opeenstapeling van details, hybridisatie van vormen. Deze stilistische continuïteit toont een zeldzame artistieke coherentie, die van een maker die een persoonlijke visuele taal heeft weten te ontwikkelen die zich aan verschillende media kan aanpassen.
Meer algemeen past de opkomst van Barton als filmmaakster in een wereldwijde beweging van herdefiniëring van de vrouwelijke auteurscinema. Net als regisseurs als Céline Sciamma of Chloé Zhao ontwikkelt zij een filmbenadering die de sensorische en emotionele ervaring boven de traditionele narratie plaatst. Deze nieuwe generatie vrouwelijke makers bedenkt nieuwe filmvormen die in staat zijn ervaringen uit te drukken die lange tijd verborgen of gemarginaliseerd waren.
De impact van “Blaze” op het internationale auteursfilmfestival bevestigt dit vermogen van de Australische kunst om werken te creëren die nationale grenzen overstijgen. De film werd geprezen om haar innovatieve benadering van trauma en haar vermogen om een nieuwe visuele taal te creëren. Deze internationale erkenning plaatst Barton in het rijtje van grote Australische makers die hun eigenzinnige visie op het wereldtoneel hebben weten te vestigen.
De alchemie van materie: tussen kunstmatigheid en authenticiteit
De technische aanpak van Del Kathryn Barton onthult een artistieke filosofie die de grenzen tussen natuurlijk en kunstmatig, authentiek en nep bevraagt. Haar palet combineert traditionele gouache, industriële glitters, pailletten en markers, en creëert een visuele textuur die elke hiërarchie tussen nobele en vulgaire materialen weigert. Deze aanpak is niet toevallig: ze drukt een wereldvisie uit waarin traditionele esthetische categorieën uiteen vallen.
Haar hybride wezens bewegen zich in onmogelijke ecosystemen waar naturalistische logica plaatsmaakt voor een gefantaseerde biologie. Vrouwen met meerdere borsten, plantaardig-dierlijke wezens, kinderen met enorme ogen bevolken psychedelische landschappen die lijken te zijn ontsnapt uit een droom of nachtmerrie. Deze esthetiek van hybridisatie bevraagt onze zekerheden over identiteit, gender, en de grenzen tussen soorten.
Bartons obsessie met detail grenst aan maniakale precisie. Elke vierkante centimeter doek is bewerkt, verzadigd met visuele informatie die een optische duizelingwekkende ervaring creëert. Deze angst voor leegte roept dwangmatige mechanismen op, alsof de kunstenares met accumulatie angst probeert te verdrijven. “Mijn tekeningen bestaan uit een zeer persoonlijke symboliek… er is een energetische visuele kwaliteit in het repetitieve motief,” legt ze uit, waarmee ze het quasi-therapeutische karakter van haar praktijk onthult.
Deze techniek van overdaad produceert een paradoxaal effect. Enerzijds trekt het aan door de decoratieve virtuositeit en directe visuele impact. Anderzijds verontrust het door de afwijzing van mate en de neiging tot overweldiging. Bartons werken laten zich niet rustig beschouwen: ze eisen totale betrokkenheid van de toeschouwer, een onderdompeling in hun verzadigde universum.
Kleur functioneert bij Barton als een directe emotionele taal. Fuchsiaroze, zurige groenen, metallic goud creëren chromatische harmonieën die de rede omzeilen om direct het affect te bereiken. Dit expressionistische kleurgebruik brengt haar dichtbij grote kleurmeesters uit de kunstgeschiedenis, van Matisse tot Hockney, terwijl ze haar eigen visuele grammatica ontwikkelt.
Een gemengde kritische ontvangst
Het werk van Del Kathryn Barton verdeelt de kritiek evenzeer als het publiek fascineert. Haar critici verwijten haar een zekere manierisme, een neiging om het spectaculaire effect boven de inhoud te plaatsen. “Barton werd soms verweten de vorm boven de inhoud te stellen in haar schilderijen,” merkt een criticus op en wijst op deze voortdurende spanning in haar werk tussen visuele verleiding en conceptuele diepgang.
Deze kritiek is niet ongegrond. Bartons esthetiek, door haar onmiddellijk aantrekkelijke dimensie, loopt het risico van decoratieve recuperatie. Haar werken lenen zich voor een snelle visuele consumptie die hun donkere en vragende dimensie kan verhullen. Dit is het hele paradox van een kunst die de codes van schoonheid gebruikt om verontrustende inhoud uit te drukken.
Toch vormt deze ambiguïteit wellicht de belangrijkste kracht van haar werk. Door de binaire tegenstelling tussen schoonheid en lelijkheid, plezier en ongenoegen te weigeren, ontwikkelt Barton een esthetiek van het tussentijdse die perfect aansluit bij de hedendaagse uitdagingen. Haar kunst drukt de complexiteit uit van een tijdperk waarin zekerheden scheuren, waarin identiteiten zich vermenigvuldigen en fragmenteren.
De recente ontwikkeling van haar carrière richting expliciet feministische bezorgdheden met werken zoals “RED” (2017) getuigt van een artistieke en politieke rijping. “RED is mijn eerste bewust feministische werk, en ik voelde een diepe resonantie met de hernieuwde golf van vrouwelijke solidariteit die momenteel over de planeet spoelt,” verklaart ze, waarmee ze een keerpunt markeert in haar praktijk.
Deze bewuste politisering van haar kunst stelt haar in staat de verwijten van oppervlakkigheid te overstijgen. Door haar werk expliciet te plaatsen binnen de hedendaagse strijd voor vrouwelijke emancipatie, geeft ze haar esthetiek van hybridatie een activistisch karakter. Haar muterende creaties worden dan metaforen voor de bevrijding van vrouwelijke lichamen en verlangens.
Op weg naar nieuwe gebieden
Del Kathryn Barton belichaamt een generatie kunstenaars die gevestigde categorieën weigeren en nieuwe visuele talen uitvinden. Haar parcours, van schilderkunst tot film en animatie, getuigt van een creatieve nieuwsgierigheid die zich door geen enkele beperking laat tevredenstellen. Haar werken, door hun vermogen om zowel te ontregelen als te verleiden, openen onbekende gebieden van de hedendaagse kunst.
Haar dialoog met de kleiniaanse psychoanalyse onthult de therapeutische dimensie van haar creatie, het vermogen van kunst om vorm te geven aan de meest archaïsche fantasieën. Haar plaats binnen de hedendaagse Australische film toont hoe een artistieke traditie zich kan vernieuwen door de inbreng van nieuwe gevoeligheden. Haar esthetiek van hybridatie biedt tenslotte visuele hulpmiddelen om de complexiteit van de hedendaagse wereld te begrijpen.
De kunst van Del Kathryn Barton herinnert ons eraan dat schoonheid nooit beperkt is tot klassieke harmonie, dat ze kan ontstaan uit discordantie en onrust. Haar onmogelijke wezens spreken over onze eigen mutaties, onze eigen transformaties. In deze tijden van onzekerheid wijst haar oeuvre wegen naar onwaarschijnlijke maar noodzakelijke toekomsten.
- Segal, Hanna. “De bijdrage van Mélanie Klein aan de theorie en praktijk van de psychoanalyse”. Vrouwen in de geschiedenis van de psychoanalyse, L’Esprit du temps, 1999.
- Armstrong, Gillian. “Mijn briljante carrière” (My Brilliant Career), 1979. Iconische film van de nieuwe Australische cinema geleid door een vrouw, een bewerking van de roman van Miles Franklin.
















