English | Nederlands

Dinsdag 18 November

ArtCritic favicon

Diane Dal-Pra: Wanneer het lichaam verdampt

Gepubliceerd op: 28 Oktober 2025

Door: Hervé Lancelin

Categorie: Kunstkritiek

Leestijd: 9 minuten

Diane Dal-Pra creëert grote olieverfschilderijen waarin vrouwelijke lichamen oplossen in de plooien van huishoudtextiel. Haar composities bevragen onze relatie tot de objecten die onze identiteit vormen en tegelijkertijd dreigen ons te verzwelgen. Ze gaat in dialoog met de filosofie van Deleuze en de technieken van de Renaissance om sferen van opgeschorte slapeloosheid te creëren.

Luister goed naar me, stelletje snobs: Diane Dal-Pra schildert alsof de tijd zelf bevroren is in de olieverf, en creëert beelden die ademen zonder ooit adem te halen. Geboren in Périgueux in 1991, nu gevestigd in Parijs, bouwt deze kunstenares schilderijen die fungeren als camera obscura’s waarin het licht slechts binnenkomt door onmerkbare scheurtjes. Haar grote doeken, want Dal-Pra werkt groot, heel groot, vangen dat opgeschorte moment tussen waken en slapen, tussen aanwezigheid en afwezigheid, tussen lichaam en object.

Het werk van Dal-Pra gaat intensief in dialoog met de plooifilosofie ontwikkeld door Gilles Deleuze in zijn werk “Le Pli : Leibniz et le Baroque” gepubliceerd in 1988 [1]. Bij Deleuze is de plooi nooit een eenvoudig versiersel: het is een manier om de wereld te denken als een materie in voortdurende golfbeweging, waarin alles plooit, uitplooit en herplooit. Dal-Pra neemt dit idee over met zeldzame schilderkundige intelligentie. In haar composities zijn textielen geen louter decoratieve accessoires maar volwaardige filosofische entiteiten. Een gekreukeld laken wordt een gebied voor metafysisch onderzoek. Een gevouwen tafelkleed bevat universums. Zie hoe in haar recente doeken de stoffen creëren wat Deleuze intieme holtes zou noemen, die ruimtes waar binnen en buiten ononderscheidbaar worden. Gesloten gordijnen verbergen niets; ze onthullen veeleer de fundamentele ambiguïteit van elke scheiding. Een vrouw steekt haar hoofd in een verlicht lampenkap, en meteen verdwijnt de plooi tussen vlees en materie. Het lichaam vervliegt letterlijk in het licht, en laat een mistige spoor achter die Dal-Pra met duivelse precisie beheerst.

Wat het werk van Dal-Pra zo relevant maakt in de hedendaagse context is haar vermogen om visueel het concept van de oneindige plooi van Deleuze te vertalen zonder ooit in slavische illustratie te vervallen. Ze schildert niet “het concept”; ze schildert “met” het concept. Haar vrouwelijke figuren met brede schouders en dikke vlechten verdwijnen langzaam in de plooien van lakens, tafelkleden en vitrage. De kunstenares creëert zo een onbeslisbare zone, noch helemaal aanwezigheid, noch helemaal afwezigheid. Deze monumentale lichamen die oplossen, bevragen onze relatie tot huishoudelijke objecten die ons definiëren en ons tegelijkertijd verslinden. Dal-Pra is bijgelovig, zegt ze zelf, en dat bijgeloof is niet anekdotisch: het is de conceptuele motor van haar werk. Objecten hebben macht. Ze vormen onze identiteit evenzeer als ze dreigen ons te verzwelgen. In deze logica wordt de plooi de plastische operator die deze dubbele natuur, deze dubbele beweging van constructie en identitaire ontbinding, mogelijk maakt.

De titels van haar werken, “Eternal Interval”, “From Solid to Gaseous” en “Voids Refuge”, fungeren als cryptische instructies om deze transformaties te lezen. Zij suggereren dat de leegte zelf een toevluchtsoord zou kunnen zijn, een bewoonbare ruimte in plaats van een bedreiging. In de tentoonstelling “No Room for Emptiness” die begin 2025 in Milaan werd gepresenteerd, drijft Dal-Pra deze logica tot het breekpunt. De titel belooft een verstikkende volheid, maar de kunstenares ondermijnt deze verwachting volledig. Ze verleent zich aan de leegte, speelt ermee, rekt deze uit tot het voelbaar wordt. Haar schilderijen bestaan in een staat van prachtige instabiliteit: lichamen fonkelen, bewegen in en uit vorm. Dit is geen lui minimalisme; het is een verfijnde choreografie tussen volheid en leegte, tussen materie en damp.

Maar de conceptuele virtuositeit van Dal-Pra zou niet genoeg zijn zonder haar verbluffende technische beheersing. Hier begint haar tweede dialoog, die met de meesters van de Italiaanse Renaissance. Dal-Pra noemt deze schilders regelmatig als belangrijke invloeden, en deze afstamming is geen oppervlakkige mondaine naamvermelding. Ze past in een zeer precieze technische traditie: die van de sfumato en de glacis. Sfumato, het Italiaanse woord dat “vermist” betekent, is die schildertechniek die Leonardo da Vinci tot perfectie heeft gebracht, met zo zachte overgangen tussen schaduwen en licht dat er geen contouren te bespeuren zijn. Leonardo zelf beschreef sfumato als een schilderij “zonder lijnen of randen, zoals rook”. Dal-Pra past deze les toe met een strengheid die respect afdwingt. Haar doorzichtige oppervlakken, deze sluierlagen, beslagen ramen en waterdruppels op een vlecht, zijn met een finesse geschilderd die Leonardo’s goedkeuring had gekregen. Olieverf, met zijn lange droogtijd, maakt deze oneindige lagen transparantie mogelijk die diepte en volume creëren. Dal-Pra benut deze eigenschap van het medium met monastieke geduld.

Bekijk haar schilderijen van dichtbij: de penseelstreken zijn onzichtbaar. Het oppervlak is glad, bijna bovennatuurlijk. Dit is het resultaat van tientallen uren minutieus werk, laag na laag, balancerend tussen realisme en abstractie. Een houten plateau wordt met fotografische precisie weergegeven, waarna het plotseling aansluit bij een gebied van pure sfumato, waar de vorm in een atmosferische mist oplost. Deze juxtapositie vormt nooit een probleem bij Dal-Pra; het is haar handelsmerk. Ze begrijpt intuïtief dat geheugen precies zo werkt: enkele details verschijnen met brute scherpte terwijl de rest in een onduidelijke waas baadt. Haar composities herinneren aan de vier canonieke modi van de Renaissance schilderkunst, cangiante, chiaroscuro, sfumato en unione, maar Dal-Pra heruitvindt ze voor onze tijd van schermen en chronische slapeloosheid.

Want ja, slapeloosheid. Dal-Pra spreekt er openlijk over: ze lijdt aan slapeloosheid, en deze half-bewuste toestand doordrenkt diepgaand haar werk. Die momenten waarop je niet helemaal wakker bent, maar ook niet echt slaapt, wanneer de vertrouwde voorwerpen in de kamer een verontrustende aanwezigheid krijgen. Dat is precies wat haar schilderijen vastleggen. Er is iets benauwends aan deze gedempte sferen, aan die dikke stilte die heerst in haar composities. Een vrouw legt haar hoofd op een tafel, een wit kanten sluier ligt als een bruidslijk om haar gevlochten haar. Het beeld roept onmiddellijk Sylvia Plath en haar oven op, die overgave die misschien slechts een toevluchtsoord is. Maar Dal-Pra weigert elke specifieke verhaallijn. Ze vertelt geen verhalen; ze creëert sferen, tonen, kleuren van momenten. Zoals ze zelf zegt, is het uitleggen van het oorspronkelijke idee van een schilderij net zo ingewikkeld als het vertellen van een droom: het wordt meer bepaald door sensaties dan door narratief.

Het kleurenpalet van Dal-Pra, die doffe tinten, die beigetinten, parelgrijzen en gebroken witten, versterkt deze sfeer van tijdelijke opschorting. Niets is fel, niets schreeuwt. Het is een schilderij van het gefluister, van het tussentijdse, van de schemerzone. Haar monumentale figuren bezitten een sculpturale aanwezigheid die doet denken aan klassieke standbeelden, verheven tot tijdloze iconen. Toch zijn dezezelfde figuren paradoxaal genoeg op het punt te verdwijnen, te vervluchtigen in de plooien van de stoffen die hen omringen. Die spanning tussen soliditeit en ontbinding maakt het werk van Dal-Pra zo onweerstaanbaar hedendaags. In een tijd waarin onze identiteiten voortdurend worden opgebouwd en afgebroken door de objecten die we verzamelen, de filters die we toepassen, de beelden die we projecteren, onderzoekt Dal-Pra de mate waarin onze materiële bezittingen ons innerlijke evenwicht beïnvloeden.

Haar belangrijke tentoonstellingen, in het Yuz Museum in Shanghai, het Musée d’Orsay in Parijs, bij Massimo de Carlo in Londen en Milaan en bij MOSTYN in Wales, bevestigden allemaal wat al duidelijk was sinds haar eerste doeken: we hebben te maken met een artieste die in schilderkunst denkt. Niet een artieste die filosofische ideeën illustreert, maar een schilderes waarvan de intelligentie direct werkt binnen het medium. Ze werkt langzaam, heel langzaam. Een schilderij kan maanden duren. Die traagheid is geen atelier-kronkel; het is een technische en conceptuele noodzaak. Om die onmerkbare overgangen te creëren, die oppervlakken die hun adem inhouden lijken, is tijd nodig. Verzamelaars moeten wachten, soms tot wel negen maanden, om een werk te ontvangen. Maar dat wachten maakt deel uit van het proces. Dal-Pra rekent de tijd uit wanneer ze schildert: acht uur werk kan lijken op tweeënzeventig uur afwezigheid. Ze hoopt dat haar schilderijen ook de tijd zullen rekken voor de toeschouwer, waardoor die momenten van opschorting ontstaan waarin de ruimtelijk-tijdelijke aanknopingspunten wankelen.

Het werk van Dal-Pra onderzoekt ook onze hedendaagse relatie tot het beeld en de visuele identiteit. Door systematisch de gezichten van haar figuren te verbergen, met hoofden weggedrukt in lampenkappen, gedompeld in aquaria en verborgen onder stoffen, verzet ze zich tegen de cultus van gezichtsherkenning die onze door beelden verzadigde tijd bezighoudt. Maar die weigering is geen reactie op sociale netwerken, zoals men naïef zou kunnen denken. Het is de logische voortzetting van haar reflectie op opslokken. Elk portret gaat over deze ambivalente relatie tot objecten: ze definiëren krachtig onze identiteiten maar worden tegelijkertijd een harnas dat ons verslindt. Door de gezichten te verbergen geeft Dal-Pra onze afwezigheid meer aanwezigheid, en benadrukt ze dat we ondanks alles, natuurlijk, toch hier zijn.

Deze artieste wier werk al deel uitmaakt van de collecties van de Fondation Louis Vuitton, het Hirshhorn Museum, het ICA Miami en het Yuz Museum, heeft in minder dan een decennium een samenhangend en diep origineel oeuvre opgebouwd. Ze heeft niet de traditionele academische weg gevolgd van de beeldende kunst, ze heeft design gestudeerd in Bordeaux en toegepaste kunsten, wat haar wellicht die technische vrijheid geeft, dat vermogen om te experimenteren zonder het verlammende gewicht van de academische orthodoxie. Toch heeft ze een bijna eerbiedig respect voor de geschiedenis van de olieverfschilderkunst, dit medium dat al eeuwenlang wordt gebruikt, waarvan de historische dimensie “iets fascinerends en tijdloos” heeft, zegt ze.

Diane Dal-Pra maakt zachte totems van ons huishoudelijk afval, van die vluchtige momenten die slechts sporen achterlaten. Haar schilderijen zijn stillevens in de diepste zin van het woord, Stilleben, die “stille levens” die zich losmaken van de onrustige realiteit om de tijd te verdichten in sculpturale bestaan die geladen zijn met volume en gewicht. In de plooien van haar doeken vinden we temporele kloven waar men kan loskoppelen van het nu, herinneringen, waarnemingen en verbeeldingen oproepend. Het is schilderkunst die denkt, die ademt en die wacht.

Als de hedendaagse kunst vandaag iets nodig heeft, en ik ben niet eens zeker of ze iets nodig heeft, dan is het wellicht die capaciteit om te vertragen, stil te staan, echt te kijken. Diane Dal-Pra biedt ons die pauze aan. Haar doeken zuigen het geluid van de zaal op, creëren die bubbels van stilte waar de geest kan afdrijven. In een wereld die constant schreeuwt, die onze aandacht elke seconde eist, die het beeld verandert in wegwerpgoederen, maakt Dal-Pra objecten die tijd eisen. Objecten die zich niet onmiddellijk geven, die hun intenties niet uitschreeuwen. Schilderijen die fluisteren en juist om die reden verdienen dat men dichterbij komt om ze te beluisteren. Hier is een artieste die begrijpt dat de kracht van schilderkunst ligt in het vermogen om alternatieve duur te creëren, temporaliteiten anders dan die van de onophoudelijke stroom. Haar doeken zijn toevluchtsoorden, heiligdommen, ruimtes waar leegte geen afwezigheid is, maar een dichte en omlijfde aanwezigheid. En dat is, in onze door holle beelden verzadigde tijd, een daad van verzet evenzeer als een daad van schoonheid.


  1. Gilles Deleuze, Le Pli : Leibniz et le baroque, Parijs, Éditions de Minuit, 1988.
Was this helpful?
0/400

Referentie(s)

Diane DAL-PRA (1991)
Voornaam: Diane
Achternaam: DAL-PRA
Geslacht: Vrouw
Nationaliteit(en):

  • Frankrijk

Leeftijd: 34 jaar oud (2025)

Volg mij