Luister goed naar me, stelletje snobs. Hier staan we tegenover een kunstenares die erin slaagt ons te doen geloven dat schilderkunst ons nog steeds onontgonnen gebieden kan onthullen, terwijl de meesten van ons dachten dat alles al gezegd was sinds Pollock. Francesca Mollett, geboren in 1991 in Bristol en gevestigd in Londen, ontwikkelt sinds haar afstuderen aan het Royal College of Art in 2020 een beeldtaal van formidabele verfijning, die de observatie van het alledaagse transformeert in een bijna mystieke ervaring. Haar abstracte doeken, gevoed door een minutieuze observatie van licht op oppervlakken, confronteren ons met deze verontrustende waarheid: we brengen onze tijd door langs het essentiële, blind voor de schitteringen en iriserende kleuren die ons omringen.
Het werk van Mollett past binnen een diep fenomenologische benadering, in die zin dat het onderzoekt hoe wij de wereld om ons heen waarnemen en ermee verbinden. Maar in tegenstelling tot traditionele benaderingen van deze filosofische discipline, probeert de Britse kunstenares de ervaring niet te theoretiseren: zij materialiseert deze direct op het doek. Haar composities ontstaan uit nauwkeurige observaties, de reflecties op de gepolijste deuren van Amsterdam, het fosforescerende mos in donkere ruimtes, de oude geologische formaties, die zij transformeert door een complex schilderproces dat intuïtie en technische precisie combineert.
Deze benadering vindt haar wortels in de traditie van de continentale filosofie, met name in het werk van Edmund Husserl over perceptie en intentionaliteit van het bewustzijn. Husserl ontwikkelde het idee dat ons bewustzijn altijd bewustzijn is van iets, dat het een intentionele relatie onderhoudt met de objecten van de wereld [1]. Bij Mollett wordt deze intentionaliteit schilderkunst: elk doek getuigt van een specifieke ontmoeting tussen het bewustzijn van de kunstenares en een bepaald lichtfenomeen. Haar werken zoals Two Thistles (2021) of Halves (2023) beelden niet simpelweg objecten uit, ze belichamen de bijzondere kwaliteit van de aandacht die aan deze objecten wordt besteed. De kunstenares zelf drukt dit uit met een indrukwekkende precisie: “Elk schilderij wil zijn eigen soort fonkeling produceren, maar het komt ook voort uit een fonkeling in de wereld. Het fonkelen is zowel een visueel effect gezien als een ontastbaar moment, dicht bij de openbaring” [2].
De methode van Mollett onthult een diep begrip van wat Husserl de épochè noemde, deze opschorting van het natuurlijke oordeel die toegang geeft tot de essentie van de fenomenen. Door haar doeken te beginnen met houtskooltekeningen, vervolgens vloeibare acryl lagen aan te brengen voordat ze de uiteindelijke textuur met olie en paletmes opbouwt, voert zij een geleidelijke reductie uit die het beeld verwijdert van zijn bron om het te benaderen tot zijn perceptuele essentie. Deze werkwijze verandert het schilderen in een ware fenomenologische onderzoek, waarbij elke handeling een nieuwe laag van perceptie onthult.
De temporele dimensie speelt een centrale rol in deze verkenning. De schilderijen van Mollett vangen vluchtige momenten, de glans van een reflectie, het trillen van licht op een nat oppervlak, om ze om te zetten in een schildermatige duur. Deze alchemie van tijd sluit aan bij Husserls bezorgdheden over temporeel bewustzijn en retentie. Elk doek van de kunstenares functioneert als een uitgebreide retentie, die een voorbijgaand moment aanwezig houdt en tegelijkertijd opent naar toekomstige mogelijkheden. Haar recente composities, met name die tentoongesteld in New York bij Grimm Gallery in 2024, getuigen van dit unieke vermogen om meerdere temporaliteiten in dezelfde schilderruimte te laten voortbestaan.
De invloed van hedendaagse literatuur op het werk van Mollett opent een tweede analysekader, bijzonder vruchtbaar wanneer dit wordt geconfronteerd met de receptietheorieën ontwikkeld door de School van Konstanz en in het bijzonder Hans-Robert Jauss. De kunstenares verwijst regelmatig naar schrijfsters zoals Elena Ferrante, Jhumpa Lahiri of Fanny Howe, wier werken de mechanismen van affectief geheugen en de vloeibaarheid van identiteiten verkennen. Deze literaire invloed is niet illustratief van aard: zij informeert rechtstreeks haar opvatting van schilderkunst als een dialoogruimte tussen de kunstenares en de toeschouwer.
Jauss ontwikkelde in zijn Studies over esthetische ervaring het idee dat het kunstwerk pas volledig bestaat in de ontmoeting met het publiek [3]. Deze esthetiek van de receptie vindt bij Mollett een bijzonder stimulerende toepassing. Haar doeken functioneren als perceptele activatieapparaten die hun volledige betekenis pas onthullen door de ervaring van de kijker. De kunstenares is zich hier volledig van bewust: “Ik zou willen dat de toeschouwer een intensiteit van verbinding en potentieel voelt in de dingen om zich heen. Wanneer ik tentoonstellingen verlaat, is een van de meest stimulerende sensaties om naar buiten te gaan en te voelen dat ik de perceptie van de kunstenaar heb geïnternaliseerd; je begint scènes te zien alsof het schilderijen zijn, ik zou heel graag willen dat dat gebeurt” [2].
Deze actieve esthetiek van receptie vindt haar volledige uitdrukking in de serie Halves (2023), waarin Mollett de effecten van reflectie en verdubbeling verkent. Deze werken, geïnspireerd door de gelakte deuren van Amsterdam die de grachten weerspiegelen, creëren een ambivalente schilderachtige ruimte waarin de toeschouwer zijn perceptie voortdurend moet aanpassen. De verwachtingshorizon van het publiek, om Jauss’ vocabulaire te gebruiken, wordt bewust gedestabiliseerd, wat een actieve en participatieve receptie afdwingt. De doeken van Mollett vereisen wat men een langzame lezing zou kunnen noemen, een voortdurende aandacht die geleidelijk hun chromatische en textuursubtiliteiten onthult.
De invloed van hedendaagse autofictieliteratuur op Mollett is bijzonder interessant. Net als de vertelsters van Elena Ferrante, die de doorlaatbaarheid tussen het zelf en de ander in de Napolitaanse tetralogie verkennen, ontwikkelt de kunstenares een schilderkunst van doorlaatbaarheid. Haar recente composities, met name Spun Step (2022) of Cortex (2024), tonen dezelfde fascinatie voor de gebieden van onbepaaldheid waar grenzen vervagen. De kunstenares verklaart bovendien: “De hedendaagse autofictie en de stroom van bewustzijn in de literatuur vormen mijn perceptie van de dagelijkse realiteit” [2]. Deze invloed vertaalt zich in een schilderkundige benadering die overgangen en transities prefereert boven gedefinieerde vormen.
De kritische ontvangst van Molletts werk getuigt van haar vermogen om de ervaring van de kijker te transformeren. Tom Morton merkt terecht op: “Wanneer we naar Molletts schilderijen kijken, hebben we het gevoel van een bevroren moment waarin het denken uit het pigment tevoorschijn komt in de vorm van een beeld” [2]. Deze observatie onthult de cognitieve dimensie van het werk van de kunstenares, die niet alleen visuele fenomenen afbeeldt, maar herkennings- en herinneringsprocessen bij de kijker activeert.
De razendsnelle opkomst van Mollett op de kunstmarkt, waarbij haar doeken in de periode 2023 stegen van 15.000 / 20.000 euro naar 65.000 / 70.000 euro in 2024, mag de conceptuele stevig heid van haar benadering niet verhullen. In tegenstelling tot veel kunstenaars van haar generatie, die meegesleurd worden door speculatie, behoudt Mollett een constante eis aan de kwaliteit van haar werken. Deze onbuigzaamheid weerspiegelt zich in haar werkwijze. Gesitueerd in twee ateliers in Zuid-Londen, de een intiem voor reflectie, de ander technischer voor uitvoering, ontwikkelt Mollett elke compositie over meerdere maanden. Ze beschrijft haar proces als “een langzame aankomst in fragmenten”, waarbij de geleidelijke opeenstapeling van schilderlagen onvoorziene mogelijkheden onthult. Deze uitgebreide tijdelijkheid onderscheidt haar werk radicaal van de versnelde productie die vaak kenmerkend is voor hedendaagse kunst.
Het internationale succes van Mollett, met gelijktijdige tentoonstellingen op drie continenten in 2023, getuigt van de universaliteit van haar schildertaal. Of het nu in San Francisco bij Micki Meng, in Shanghai bij Pond Society of in Amsterdam bij Grimm Gallery is, haar doeken onthullen hun vermogen om te communiceren met diverse culturele contexten. Deze aanpassingsvermogen is geen toeval: het volgt rechtstreeks uit haar fenomenologische methode, die de universele perceptuele ervaring boven specifieke culturele verwijzingen stelt.
De recente evolutie van haar werk, duidelijk zichtbaar in de tentoonstelling Annual Honesty bij Modern Art London (2025), toont een opmerkelijke artistieke volwassenheid. Doeken zoals Terrestrial Stars of Stave getuigen van een volmaakte technische beheersing die in dienst staat van een steeds persoonlijker wordende visie. De artieste verkent er de overeenkomsten tussen natuurlijke vormen en muzikale structuren, waarbij zij een synesthetische gevoeligheid onthult die haar schildervocabulaire verder verrijkt.
Deze evolutie gaat gepaard met een steeds uitgesprokener theoretische reflectie. Tijdens haar residentie bij het Roberts Institute in Schotland ontwikkelde Mollett haar onderzoek naar hydrofeminisme, dit kritische en materialistische feminisme, en korstmossen, waarbij zij de metaforen van porositeit en aanpassing onderzocht. Deze theoretische verkenningen voeden rechtstreeks haar praktijk, zoals blijkt uit haar recente werken, waar iriserende effecten complexer worden om schilderachtige ruimtes van ongekende diepte te creëren.
De plaats van Mollett in het hedendaagse artistieke landschap verdient context. Op het moment dat de Britse vrouwelijke abstractie een opmerkelijke heropleving kent met artiesten als Jadé Fadojutimi of Pam Evelyn, onderscheidt Mollett zich door de conceptuele verfijning van haar benadering. Waar anderen de voorkeur geven aan expressieve gebaren of chromatische impact, ontwikkelt zij een meer intellectuele aanpak, gevoed door haar filosofische en literaire referenties.
Deze verschil in aanpak verklaart wellicht de snelle institutionele erkenning van haar werk. Haar werken maken al deel uit van de collecties van het Kröller-Müller Museum, het Kunstmuseum Den Haag en het Institute of Contemporary Art in Miami. Deze vroege erkenning getuigt van de volwassenheid van haar werk, maar ook van haar vermogen om in dialoog te treden met de kunstgeschiedenis zonder daarin op te lossen.
De artistieke toekomst van Mollett lijkt steeds meer gericht te zijn op een diepere verkenning van tussenliggende toestanden en overgangsverschijnselen. Haar laatste uitspraken over irisatie en transformatie suggereren een verdieping van haar onderzoek naar perceptuele drempels. Deze richting belooft boeiende ontwikkelingen, vooral gezien de reeds bereikten conceptuele rijkdom in slechts enkele jaren.
In een wereld die verzadigd is met beelden en visuele prikkels, herinnert het werk van Francesca Mollett ons aan de noodzaak van een langzame blik en voortdurende aandacht. Haar doeken functioneren als eilandjes van contemplatie die weerstand bieden aan de snelle consumptie van kunst. Ze vereisen tijd, beschikbaarheid, een vorm van perceptuele gulheid die onze tijd neigt te verwaarlozen. Daarmee vervullen ze een van de essentiële taken van kunst: ons verzoenen met de complexiteit en schoonheid van de zintuiglijke wereld.
De impact van Mollett op haar generatie kunstenaars begint zich al af te tekenen. Haar methode, die conceptuele strengheid en expressieve vrijheid combineert, biedt een alternatief model voor hedendaagse artistieke productie. Ze toont aan dat het mogelijk is commercieel succes te combineren met artistieke integriteit, mits men voortdurend hoge eisen stelt aan de kwaliteit van het werk en de oprechtheid van de aanpak.
We staan dus tegenover een artieste die de codes van de hedendaagse abstractie herontwerpt zonder toe te geven aan de gemakzucht van de markt. Francesca Mollett is erin geslaagd om in enkele jaren een schildertaal met opmerkelijke originaliteit op te leggen, die de esthetische ervaring verandert in een waarzinnig waarnemingsoefening. Haar doeken volbrengen de zeldzame prestatie om ongekende dimensies van onze relatie tot de zintuiglijke wereld te onthullen. In een tijdperk dat verzadigd is met beelden maar arm aan blikken, biedt haar kunst een vorm van contemplatieve weerstand, een dringende uitnodiging om de rijkdom van het perceptuele heden opnieuw te ontdekken. Dit vermogen om het buitengewone in het gewone te onthullen, om de meest banale oppervlakken te laten schitteren, is de waardevolste bijdrage van haar werk aan de hedendaagse kunst. En dat, beste snobs, is precies wat we nodig hadden.
- Edmund Husserl, Leidende ideeën voor een fenomenologie, Gallimard, 1950.
- Francesca Mollett, geciteerd in Artnet Gallery Network, “7 vragen aan de Britse kunstenaar Francesca Mollett over hoe vuurvliegjes, kanalen en oude grotten haar lichtgevende doeken inspireren”, Artnet News, 1 juni 2023.
- Hans-Robert Jauss, Voor een esthetiek van de ontvangst, Gallimard, 1978.
- The Art Newspaper, “’Wat het It-factor ook is, ze lijkt het te hebben’: achter de stijgende populariteit van Francesca Mollett’s mysterieuze schilderijen”, 20 juni 2024.
















