English | Nederlands

Dinsdag 18 November

ArtCritic favicon

Günther Förg: Een artistiek slagveld

Gepubliceerd op: 18 December 2024

Door: Hervé Lancelin

Categorie: Kunstkritiek

Leestijd: 5 minuten

Günther Förg transformeert elk medium in een artistiek slagveld. Zijn fotografie van modernistische architectuur, schilderijen op lood en ruimtelijke installaties creëren een esthetiek van twijfel die traditionele kanonnen ontwricht en ons toont dat schoonheid kan ontstaan uit onzekerheid.

Luister goed naar me, stelletje snobs, jullie denken alles te weten van hedendaagse kunst met jullie kleine zekerheden netjes gerangschikt als de bloemperken van Versailles? Laat mij jullie vertellen over Günther Förg (1952-2013), die Duitse kunstenaar die zijn leven heeft gewijd aan het opblazen van jullie vooroordelen over moderne schilderkunst met de subtiliteit van een olifant in een porseleinen winkel, maar met het genie van een visuele Nietzsche.

Ik hoor jullie verontwaardigde protesten al: “Maar het zijn gewoon kleurvlekken!” Oh echt? Laat me jullie dan meenemen in de duizelingwekkende diepten van het werk van degene die het lef had om de codes van het modernistische abstracta over te nemen om ze vervolgens te laten exploderen, als een culturele kamikaze die zich had geïnfiltreerd in het heiligste der heiligen van de moderne kunst.

Eerste les: gefotografeerde architectuur. Förg richtte zijn lens niet zomaar op gebouwen zoals een verdwaalde toerist op de Documenta. Nee, hij jaagde op de ziel van het modernistische architectuur door middel van zijn hedendaagse ruïnes. Zijn foto’s van de Casa del Fascio van Giuseppe Terragni of de Villa Wittgenstein zijn geen gewone documenten. Het zijn visuele autopsieën van een dode utopie, meedogenloze röntgenfoto’s van een architecturale droom die tegen de muur van de realiteit is gestruikeld. En wanneer hij deze beelden onder reflecterend glas tentoonstelt, waardoor de toeschouwer gedwongen wordt zijn eigen spiegelbeeld te zien dat over de verouderde modernistische gevels wordt gelegd, is het alsof hij ons zegt: “Kijk goed naar jezelf, jullie zijn de erfgenamen van deze monumentale faillissement.”

Maar dit is alleen de inleiding. Laten we nu spreken over zijn schilderijen op lood, die werken die letterlijk op ons geweten drukken als het gewicht van de geschiedenis. Förg neemt het zwaarste, meest giftige materiaal en maakt er de drager van een paradoxale schoonheid van. Het is alsof Walter Benjamin had besloten zijn “Thesen zum Begriff der Geschichte” rechtstreeks op de puinhopen van de Engel der Geschiedenis te schilderen. Zijn snelle penseelstreken op lood zijn geen gemakzucht, zoals sommige Amerikaanse critici met een blik zo kortzichtig als hun bankrekening suggereren. Het is een existentiële urgentie, een race tegen de dood van de kunst die hij voert met stevige acryllagen.

En dan zijn er zijn rasters, die “Gitterbilder” die rechtstreeks lijken te komen uit een nachtmerrie van Mondriaan. Förg neemt het modernistische motief bij uitstek, het raster, dat symbool van rationele orde dat Rosalind Krauss zo briljant heeft geanalyseerd, en laat het trillen als een blad in de storm van de geschiedenis. Zijn lijnen zijn nooit perfect recht, zijn vierkanten nooit exact vierkant. Het is een modernisme dat zijn kwetsbaarheid toegeeft, dat erkent dat de zoektocht naar formele zuiverheid misschien een gevaarlijke illusie was.

Wat mij fascineert aan Förg, is zijn vermogen om tegelijk een respectvolle erfgenaam en een rebelse zoon van het modernisme te zijn. Hij verwerpt het erfgoed van Barnett Newman of Mark Rothko niet als een boze tiener die familiereportages verbrandt. Nee, hij verteert ze, transformeert ze, maakt ze eigen met een intellectuele gulzigheid die Roland Barthes jaloers zou maken. Wanneer hij zijn “zips” in de stijl van Newman op lood schildert, is dat geen luie postmoderne citatie, maar een confrontatie, een handgemeen met de kunstgeschiedenis.

En laten we het hebben over die kunstgeschiedenis! Förg kent die tot in de puntjes, niet als een museumconservator die dode vlinders classificeert, maar als een bokser die de stijl van zijn tegenstanders uit zijn hoofd kent. Hij weet precies waar hij moet slaan, welke codes hij moet verdraaien, welke zekerheden hij moet doen wankelen. Zijn technische beheersing is nooit vrijblijvend, elke penseelstreek, elke fotografische compositie is een filosofische beslissing.

Zijn installaties zijn conceptuele uppercuts die ons staande knock-out slaan. Wanneer hij direct op de muren schildert, waarbij hij de tentoonstellingsruimte transformeert tot een arena waar kleur en architectuur elkaar bestrijden, decoreert hij niet alleen, maar herschrijft hij de ruimtelijke grammatica van het modernisme. Het is alsof Heidegger zich tot muurschilder had laten omscholen, en met kleurrijke rollers het zijns-zijn-in-de-wereld in de kunst bevraagt.

De kwetsbaarheid waar sommige critici het over hebben bij zijn werk is geen zwakte, het is een subversieve kracht. In een kunstwereld die geobsedeerd is door commercile zekerheid en conceptuele poses, durft Förg te laten zien dat schoonheid kan ontstaan uit onzekerheid, dat grootsheid kan groeien uit aanvaarde imperfectie. Zijn korrelige fotografien, zijn gehaaste schilderijen, zijn installaties die spelen met reflecties, vormen een esthetiek van twijfel die de traditionele canon van de “mooie” schilderkunst doet exploderen.

Ik kan de gekerm van de puristen al horen: “Maar hij is niet origineel, hij citeert alleen maar!” Oh ja? Was Picasso dan origineel, toen hij vrolijk Afrikaanse kunst plunderde? De echte originaliteit van Förg ligt in de manier waarop hij zijn invloeden transformeert tot een persoonlijke plastische taal, als een alchemist die het lood van de kunstgeschiedenis in hedendaags goud verandert.

Zijn werk met kleur is bijzonder veelzeggend. Wanneer hij die gedempte tonen, die metalen grijzen, die industrile blauwen gebruikt, is dat niet door gebrek aan chromatische verbeeldingskracht. Het is een palet dat de geschiedenis van de twintigste eeuw vertelt, die de herinnering draagt aan rampen en mislukte utopien. Zijn kleuren zijn fossielen van het modernisme, spookachtige sporen van een droom van puurheid die in een nachtmerrie is veranderd.

Förg was een kunstenaar die begreep dat kunst geen kalme rivier is, maar een reeks gevaarlijke stroomversnellingen die je met verstand en moed moet doorvaren. Hij wist dat schoonheid kan ontstaan uit confrontatie met geschiedenis, dat artistieke waarheid niet ligt in het blind vooruit lopen maar in de gespannen dialoog met het verleden.

Dus de volgende keer dat u een werk van Förg tegenkomt, zie het dan niet slechts als een oefening in postmoderne stijl. Kijk hoe hij elk medium, of het lood, fotografie of architecturale ruimte is, transformeert tot een slagveld waar de toekomst van de kunst wordt gespeeld. Want dat is het ware erfgoed van Förg: ons laten zien dat kunst zowel kritisch als potisch, historisch en hedendaags, intellectueel en sensueel kan zijn.

En als u het nog steeds niet begrijpt, maakt dat niet uit. De kunst van Förg is niet gemaakt om begrepen te worden, maar om ervaren te worden, als een storm die ons herinnert dat schoonheid niet altijd is waar we het verwachten.

Was this helpful?
0/400

Referentie(s)

Günther FÖRG (1952-2013)
Voornaam: Günther
Achternaam: FÖRG
Geslacht: Man
Nationaliteit(en):

  • Duitsland

Leeftijd: 61 jaar oud (2013)

Volg mij