English | Nederlands

Dinsdag 18 November

ArtCritic favicon

Jenny Saville: De picturale heruitvinding van het lichaam

Gepubliceerd op: 11 December 2024

Door: Hervé Lancelin

Categorie: Kunstkritiek

Leestijd: 9 minuten

Jenny Saville revolutioneert de representatie van het lichaam via haar monumentale doeken. Haar brute en verfijnde techniek creëert een tastbaar oppervlak waarbij gewelddadige penseelstreken contrasteren met chirurgisch precieze zones, wat de voortdurende spanning weerspiegelt tussen ruwe materialiteit en psychologische dimensie.

Luister goed naar me, stelletje snobs die pronken in galeries met jullie kasjmieren sjaals en architecturale brillen. Ik ga jullie vertellen over Jenny Saville, geboren in 1970, die Britse kunstenares die de conventies van de voorstelling van het lichaam dynamiteert met de subtiliteit van een nucleaire explosie en de precisie van een neurochirurg.

Vlees. Altijd het vlees. Sinds haar spectaculaire opkomst in de hedendaagse kunst heeft Saville zich gevestigd als de hogepriesteres van een nieuwe vorm van figuratieve schilderkunst waarin het schildermateriaal net zo visceraal wordt als het vlees zelf. Haar monumentale doeken, vaak meer dan twee meter hoog, zijn geen eenvoudige afbeeldingen van lichamen, maar bijna vleesachtige manifestaties die je meeslepen in hun fysieke dimensie. Het is een kunst die je letterlijk bij de ingewanden grijpt.

Het verhaal begint aan de Glasgow School of Art, waar de jonge Saville al een fascinatie ontwikkelt voor de weergave van het vrouwelijk lichaam. Een studiebeurs in Cincinnati markeert een beslissend keerpunt. Het is daar, in de Amerikaanse straten, dat ze deze weelderige lichamen ontdekt die haar handelsmerk zullen worden. Ze observeert, gefascineerd, deze silhouetten die de traditionele esthetische canons uitdagen. Deze ervaring, gecombineerd met haar latere observaties in de operatiekamers van de plastische chirurgie, vormt haar unieke artistieke visie.

Neem “Propped” (1992), geveild voor 9,5 miljoen euro in 2018, een record voor een levende artieste in die tijd. Dit enorme doek toont een monumentaal naakt vrouwelijk lichaam, met omgekeerd gegraveerde inscripties in de verf. Saville herinterpreteert hier de traditie van het vrouwelijke naakt met een toegestane brutaliteit die weerklinkt met de reflecties van Simone de Beauvoir over het vrouwelijke lichaam als sociale constructie. Het lichaam is niet langer een object van verlangen, maar het onderwerp van zijn eigen verhaal, getekend door de stigmata van een maatschappij die het beperkt en vormt. De inscripties, feministische citaten die opzettelijk onleesbaar zijn gemaakt, creëren een spanning tussen de tekst en het vlees, tussen de discours over het lichaam en zijn fysieke realiteit.

“Plan” (1993) gaat deze verkenning nog verder. Op dit enorme doek is een vrouwelijk lichaam gemarkeerd met contourlijnen, als een topografische kaart van het vlees. Deze klinische annotaties, geïnspireerd door preoperatieve markeringen bij plastische chirurgie, transformeren het lichaam tot een te veroveren en te wijzigen territorium. Het is een scherpe kritiek op de schoonheidsindustrie, maar ook een diepgaande reflectie over onze relatie tot het lichaam in het tijdperk van zijn technische reproduceerbaarheid.

In “Closed Contact” (1995-1996), gemaakt in samenwerking met fotograaf Glen Luchford, drijft Saville de experimenten tot het uiterste door haar eigen lichaam tegen een plexiglazen plaat te drukken. Het resultaat is een reeks beelden waarin het vlees, samengeperst en vervormd, onherkenbaar wordt. Dit werk markeert een keerpunt in haar praktijk, waarbij een performatieve dimensie wordt geïntroduceerd die haar schilderkunst verrijkt.

Savilles techniek is zowel brutaal als verfijnd. Ze brengt de verf aan in dikke lagen, waardoor een tactiele oppervlakte ontstaat die bijna uitnodigt tot aanraken. Haar brede en krachtige penseelstreken contrasteren met gebieden van chirurgische precisie, vooral in de weergave van ogen en monden. Deze technische dualiteit weerspiegelt de constante spanning in haar werk tussen de brute materialiteit van het lichaam en de psychologische dimensie ervan.

“Matrix” (1999) markeert een significante evolutie in haar behandeling van gender. Dit werk toont een lichaam met ambigue seksuele attributen, waarbij de grenzen tussen mannelijk en vrouwelijk worden vervaagd. De figuur, zoals altijd monumentaal, vult de ruimte met een verontrustende aanwezigheid. De geslachtsorganen, op de voorgrond geplaatst, confronteren de toeschouwer direct met diens vooroordelen over seksuele identiteit. Het is een werk dat opmerkelijk vooruitloopt op de hedendaagse debatten over genderfluiditeit.

“Fulcrum” (1999) vertegenwoordigt misschien wel het hoogtepunt van haar eerste periode. Dit monumentale doek van bijna vijf meter breed toont drie vrouwelijke lichamen die in elkaar verstrengeld zijn, waardoor een berg vlees ontstaat die elke conventionele opvatting van schoonheid tart. De compositie doet denken aan barokke beeldengroepen, maar zet deze grootsheid om in een resoluut hedendaagse context. De lichamen, in hun imposante massa, worden een vlezige landschap, een nieuwe vorm van het sublieme die traditionele esthetische categorieën overstijgt.

In haar artistieke evolutie is Saville zich geleidelijk gaan verwijderen van de pure anatomische voorstelling om een vorm van vleselijk kubisme te verkennen. Haar recente werken, zoals de serie “Fate” (2018), leggen meerdere gezichtspunten van hetzelfde lichaam over elkaar heen, waardoor composities ontstaan waarin het vlees lijkt te vermenigvuldigen in de ruimte. Deze benadering echoot de theorieën van Maurice Merleau-Ponty over de fenomenologie van de waarneming, waarbij het lichaam niet langer louter een object in de ruimte is, maar het brandpunt van elke ervaren ervaring.

De transgressie bij Saville zit niet zozeer in haar onderwerpen, maar in haar manier van behandelen ervan. Ze neemt de conventies van de klassieke schilderkunst, het naakt, het portret, de monumentaliteit, en keert ze om als een bebloed handschoen. Haar benadering doet denken aan de gecontroleerde geweld van Francis Bacon, maar waar Bacon zijn onderwerpen verminkte, configureert Saville ze anders, waarmee ze een nieuwe grammatica van het lichaam creëert.

De invloed van haar observaties in operatiekamers is bijzonder duidelijk in werken zoals “Hybrid” (1997). Dit doek toont een lichaam dat uit verschillende delen bestaat, als een lapwerk van vlees. Dit roept de anatomische platen uit de Renaissance in herinnering, maar met een hedendaagse dimensie die de mogelijkheden en angsten rond lichaamsmodificatie oproept. Het werk wordt zo een commentaar op onze tijd, waarin het lichaam steeds vaker wordt gezien als kneedbaar, naar wens aan te passen.

Het gigantisme van haar doeken is niet alleen een kwestie van schaal, het is een filosofische keuze. In de traditie van de westerse kunst was monumentaliteit voorbehouden aan nobele onderwerpen, religieuze scènes, historische veldslagen. Saville gebruikt dit formaat voor gewone lichamen, vaak gekenmerkt door imperfectie, waardoor een spanning ontstaat tussen de grootsheid van het formaat en de schijnbare banaliteit van het onderwerp. Deze benadering sluit aan bij de reflecties van Walter Benjamin over de democratisering van kunst, maar keert het proces om: in plaats van kunst toegankelijk te maken voor de massa, maakt ze de massa monumentaal.

Haar gebruik van kleur verdient bijzondere aandacht. Haar palet, gedomineerd door roze, rood en melkachtige witten, roept levend, kloppend vlees op. Maar ze schuwt niet om koelere tonen te introduceren, blauwen en groenen die blauwe plekken en ontbinding suggereren, herinnerend dat het lichaam ook de plaats is van sterfelijkheid. Deze chromatische spanning draagt bij aan de existentiële dimensie van haar werk.

Moederschap is een centraal thema geworden in haar recente werk. Haar voorstellingen van moeders met hun kinderen passen binnen een lange schildertraditie, maar ondermijnen de codes ervan. Waar de traditie moederschap idealiseerde, toont Saville de fysieke, soms brute kant ervan. De lichamen van moeders en kinderen vervloeien in elkaar, waardoor composities ontstaan die zowel symbiose als strijd oproepen.

In haar recentste werken verkent Saville steeds meer de grens tussen figuratie en abstractie. De lichamen lossen gedeeltelijk op in draaikolken van verf, alsof het schilderachtige materiaal zelf in opstand komt tegen de beperking van de vorm. Deze ontwikkeling getuigt van een artistieke rijping die niets van haar oorspronkelijke kracht opoffert.

Haar serie “Ancestors” (2018) markeert een belangrijk keerpunt. Deze werken bevatten expliciete verwijzingen naar de kunstgeschiedenis, met name de Italiaanse renaissance, maar transformeren deze radicaal. De figuren verstrengelen en overlappen elkaar, waardoor tastbare getuigenissen ontstaan die de grenzen vervagen tussen verleden en heden, tussen individu en collectief.

De behandeling van de ruimte in haar werken verdient enige aandacht. In tegenstelling tot de portrettraditie die het onderwerp vaak in een bepaalde context plaatst, lijken Saville’s figuren in een ongedefinieerde ruimte te zweven. Deze afwezigheid van ruimtelijke context versterkt hun fysieke aanwezigheid en geeft hen tegelijkertijd een universele dimensie. De lichamen worden hedendaagse archetypen, incarnaties van onze complexe relatie tot corporealiteit.

Het performatieve aspect van haar werk mag niet over het hoofd worden gezien. Hoewel Saville vooral bekend staat als schilder, omvat haar praktijk vaak een belangrijk fysiek element. Of het nu gaat om haar fotografische samenwerkingen of haar manier van schilderen, zij betrekt haar eigen lichaam in het creatieve proces. Dit performatieve element legt een directe verbinding tussen de handeling van het schilderen en het geportretteerde onderwerp.

De vraag naar de blik staat centraal in haar oeuvre. Haar figuren kijken ons vaak recht aan, met een intensiteit die iedere objectivering tart. Deze directe blik schept een complexe relatie met de toeschouwer, waarin uitdaging en kwetsbaarheid verweven zijn. Het dwingt ons onze eigen positie als toeschouwer te erkennen terwijl het de autonomie van het afgebeelde onderwerp bevestigt.

Haar meest recente werkperiode markeert een significante evolutie. De lichamen zijn niet langer slechts massa’s vlees, maar worden ruimtes van transformatie en metamorfose. De grenzen tussen de figuren vervagen, wat hybride wezens schept die doen denken aan de metamorfosen van Ovidius, maar verankerd zijn in een harde hedendaagsheid. Deze nieuwe artistieke richting suggereert een bredere reflectie op vloeibare identiteit en de veranderlijke aard van het lichaam in het digitale tijdperk.

De politieke dimensie van haar werk, hoewel nooit didactisch, is onmiskenbaar. Door te kiezen voor lichamen die afwijken van de heersende esthetische normen, en het vlees in al zijn kwetsbaarheid en kracht te tonen, levert Saville een impliciete kritiek op schoonheidsstandaarden en de machtsstructuren die deze opleggen. Haar werk kan worden gelezen als een feministisch manifest dat niet via discours verloopt, maar via pure fysieke aanwezigheid.

Haar bijdrage aan de kunstgeschiedenis is reeds gewaarborgd. Zij is erin geslaagd de figuratieve schilderkunst te herontdekken in een tijd waarin velen deze als achterhaald beschouwden. Door het erfgoed van de grote schilderkunst te versmelten met een eigentijdse gevoeligheid heeft zij een uniek picturaal taalgebruik gecreëerd dat direct spreekt over onze lichamelijke ervaring in de eenentwintigste eeuw.

Jenny Saville is niet simpelweg een kunstenares die lichamen schildert. Zij is een filosoof van het vlees die schilderkunst als onderzoeksinstrument gebruikt. Haar oeuvre dwingt ons onze eigen corporealiteit, onze vooroordelen over schoonheid, en onze complexe relatie met ons fysieke omhulsel onder ogen te zien. In een steeds virtueler wordende wereld herinnert haar werk ons met een vitale urgentie eraan dat wij allereerst wezens van vlees en bloed zijn.

Dat is de ware kracht van Saville: ze beperkt zich niet tot het weergeven van het lichaam, ze herontdekt het. Ze schildert niet gewoon vlees, ze maakt er een manifest van. En jullie, kleine snobs met kasjmieren sjaals, het is tijd om te erkennen dat de ware grootsheid van hedendaagse kunst niet ligt in etherische concepten, maar in haar vermogen om ons fysiek en emotioneel de realiteit van onze menselijke condities te laten voelen. Voor een doek van Saville is het onmogelijk om in intellectuele abstractie te blijven: het lichaam neemt zijn rechten terug, in al zijn pracht en imperfectie.

Was this helpful?
0/400

Referentie(s)

Jenny SAVILLE (1970)
Voornaam: Jenny
Achternaam: SAVILLE
Geslacht: Vrouw
Nationaliteit(en):

  • Verenigd Koninkrijk

Leeftijd: 55 jaar oud (2025)

Volg mij