English | Nederlands

Dinsdag 18 November

ArtCritic favicon

Joseph Kosuth: Kunst als filosofie in actie

Gepubliceerd op: 21 Januari 2025

Door: Hervé Lancelin

Categorie: Kunstkritiek

Leestijd: 7 minuten

De installaties van Joseph Kosuth transformeren taal in een visuele ervaring, en creëren fascinerende dialogen tussen tekst en ruimte. Zijn verlichte neon en conceptuele photocopies nodigen ons uit na te denken over de aard van kunst zelf en haar relatie tot filosofisch denken.

Luister goed naar me, stelletje snobs. Als je denkt dat Joseph Kosuth (geboren in 1945) maar een kunstenaar is die stoelen fotografeert en woordenboekdefinities op muren schrijft, heb je het flink mis. Deze pionier van de Amerikaanse conceptuele kunst, die de fundamentele grondslagen van de traditionele kunst heeft doen beven, verdient dat we zijn intellectuele parcours de aandacht geven die het verdient.

Laat me je vertellen hoe deze jongeman uit Toledo, Ohio, een van de meest invloedrijke kunstenaars van zijn generatie werd. Op slechts twintigjarige leeftijd creëert hij “One and Three Chairs”, een werk dat emblematisch zou worden voor conceptuele kunst. Een eenvoudige houten stoel, een levensgrote foto ervan en de definitie van het woord “stoel” uit het woordenboek. Dat is alles. Maar laat je niet misleiden, deze ogenschijnlijke eenvoud verbergt een diepgaande reflectie op de aard van kunst en representatie.

Kosuth vertaalt complexe filosofische concepten naar toegankelijke visuele ervaringen. Neem het voorbeeld van die tristig beroemde stoel. Door drie verschillende manifestaties van hetzelfde object te presenteren, speelt hij niet alleen met onze perceptie, hij dwingt ons de aard van representatie en werkelijkheid te bevragen. De fysieke stoel, zijn foto en de tekstuele definitie zijn niet zomaar drie manieren om hetzelfde object weer te geven, maar drie verschillende modi van bestaan en betekenis.

Deze benadering is direct geïnspireerd door de taalfilosofie van Ludwig Wittgenstein, voor wie woorden alleen betekenis hebben in hun gebruik. Kosuth brengt deze gedachte een stap verder door te suggereren dat kunst zelf alleen betekenis heeft binnen haar conceptuele context. Het is alsof Plato en zijn theorie van de vormen Andy Warhol ontmoeten in een seminar over analytische filosofie. De stoel is niet langer slechts een object, maar wordt een drager van reflectie over de aard van representatie en betekenis.

In zijn revolutionaire serie “Art as Idea as Idea” radicaliseert Kosuth zijn aanpak nog verder. Door eenvoudigweg zwarte-witte definities uit het woordenboek te reproduceren, elimineert hij elke traditonele esthetiek. Deze fotokopieën van definities, gepresenteerd als kunstwerken, vormen een belangrijke intellectuele provocatie. Ze stellen niet alleen de aard van kunst ter discussie, maar ook de wijze van productie en ontvangst ervan.

Wat mij amuseert, is dat sommige critici uit die tijd Kosuth beschuldigden te intellectueel, te cerebraal te zijn. Diezelfde critici die extaseerden voor abstracte schilderijen zonder enige vraag te stellen over hun betekenis, vonden plotseling dat conceptuele kunst te veeleisend was. Wat een ironie! Alsof intellectuele reflectie onverenigbaar is met artistieke ervaring.

De relatie van Kosuth met taal is bijzonder fascinerend. In zijn neoninstallaties gebruikt hij woorden niet alleen als dragers van betekenis, maar als volwaardige visuele objecten. “Five Words in Blue Neon” (1965) is een perfect voorbeeld van deze benadering. De in blauw neon geschreven woorden zeggen precies wat ze zijn: vijf woorden in blauw neon. Deze schijnbare tautologie verbergt een diepgaande reflectie over de zelfreferentiële aard van kunst.

Zijn fundamentele essay “Art After Philosophy” (1969) ontwikkelt deze gedachte op theoretische wijze. Voor Kosuth heeft kunst de filosofie overgenomen als wijze van bevragen over de aard van werkelijkheid en betekenis. Hij stelt dat sinds Marcel Duchamp, alle kunst per definitie conceptueel is, omdat kunst alleen conceptueel bestaat. Deze radicale positie heeft generaties kunstenaars beïnvloed en blijft weerklinken in hedendaagse kunst.

De jaren 1970 markeren een keerpunt in zijn praktijk. Kosuth begint antropologie en filosofie te bestuderen aan de New School for Social Research in New York. Deze periode verrijkt zijn werk met nieuwe theoretische perspectieven. Hij is vooral geïnteresseerd in de machtsstructuren die de kunstwereld beheersen en in hoe betekenis wordt geproduceerd en gecontroleerd in de samenleving.

Zijn installatie “Text/Context” (1979) illustreert deze ontwikkeling perfect. Door filosofische citaten op reclamepanelen te plaatsen, creëert hij een onverwacht dialoog tussen zuivere gedachte en commerciële openbare ruimte. Dit werk beperkt zich niet tot het bevragen van de aard van kunst; het onderzoekt ook de plaats van kunst in de maatschappij en de relatie tot economische macht.

De invloed van Jacques Derrida en zijn theorie van de deconstructie wordt eveneens zichtbaar in zijn werk. Voor Derrida is betekenis nooit vaststaand, altijd in beweging en uitgesteld. Kosuths neoninstallaties materialiseren dit idee. De woorden schitteren als vluchtige gedachten in de nacht van ons bewustzijn, hun betekenis voortdurend in flux.

Zijn artistieke praktijk kenmerkt zich ook door een geraffineerd gebruik van ruimte. In zijn installaties wordt tekst niet zomaar aan de muur gehangen als een schilderij, maar vormt het een integraal onderdeel van de omgeving. De neonteksten creëren hun eigen lichtgevende ruimte en transformeren de galerie in een plek van reflectie, zowel letterlijk als metaforisch.

De permanente installatie in het Louvre, “Ni apparence ni illusion” (2009), illustreert meesterlijk deze benadering. De witte neon teksten, geplaatst in de middeleeuwse fundamenten van het museum, creëren een fascinerende dialoog tussen geschiedenis en hedendaagsheid. De lichtgevende woorden worden weerspiegeld op de oude stenen, waardoor een opvallend contrast ontstaat tussen de ruwe materialiteit van het verleden en de conceptuele immaterialiteit van het heden. Dit monumentale werk toont Kosuths vermogen om een historische ruimte te transformeren in een plek van filosofische reflectie.

In de jaren 1980 en 1990 zet Kosuth zijn verkenning van taal en betekenis voort via steeds ambitieuzere installaties. Hij begint citaten van diverse auteurs in zijn werken te integreren, waardoor complexe netwerken van betekenissen ontstaan. Deze teksten, vaak gepresenteerd in neon of vinyl op donkergrijs geschilderde muren, vormen een soort kaart van het hedendaagse denken.

Maar wat Kosuth echt onderscheidt, is dat hij intellectuele samenhang behoudt gedurende zijn hele carrière. Terwijl veel conceptuele kunstenaars zich lieten verleiden door de lokroep van de kunstmarkt, is hij trouw gebleven aan zijn oorspronkelijke visie. In een kunstwereld die wordt gedomineerd door modes en vluchtige trends, heeft hij meer dan vijftig jaar een consistente onderzoeksrichting weten aan te houden. Zijn werk blijft de aard van kunst en de relatie ervan met taal en denken bevragen, en herinnert ons eraan dat conceptuele kunst geen voorbijgaande mode uit de jaren 1960 is, maar een altijd relevante benadering om onze relatie tot de wereld te bevragen.

De installatie “A Conditioning of Consciousness” (1988) is bijzonder révélateur van deze benadering. Door citaten van verschillende filosofen naast archiefbeelden te plaatsen, creëert Kosuth een complex geheel dat ons dwingt na te denken over hoe ons bewustzijn wordt geconditioneerd door taal en beelden. Het is een waar conceptueel labyrint waarbij elk element verwijst naar een ander in een oneindige keten van betekenissen.

Wat ik waardeer aan Kosuth is dat hij het complexe toegankelijk maakt zonder het te vereenvoudigen. Zijn werken functioneren als toegangspoorten tot diepere reflecties. Je kunt ze op verschillende niveaus waarderen: voor hun formele schoonheid, voor hun intellectueel spel, of voor hun sociale en institutionele kritiek. Juist deze veelvoud aan mogelijke lezingen maakt zijn werk zo rijk.

In de jaren 2000 blijft Kosuth ons verrassen met monumentale projecten zoals zijn opdracht voor de Duitse Bondsdag. Deze installatie, die teksten van Thomas Mann en Ricarda Huch integreert, transformeert de politieke ruimte in een plaats van reflectie over democratie en macht. Het is een perfect voorbeeld van hoe conceptuele kunst kan interveniëren in de publieke ruimte en kan bijdragen aan het politieke debat.

De grote kracht van Kosuth ligt in zijn vermogen werken te creëren die de tand des tijds doorstaan. In tegenstelling tot zoveel conceptuele kunstenaars waarvan het werk tegenwoordig gedateerd lijkt, blijven zijn installaties ons aanspreken. Ze nodigen ons uit na te denken over fundamentele vragen: wat is kunst? Hoe wordt betekenis geproduceerd? Wat is de relatie tussen taal en realiteit?

Zijn recente werk toont een subtiele maar significante evolutie. De installaties worden complexer, waarbij meerdere lagen van interpretatie en referentie worden geïntegreerd. De teksten worden niet langer alleen gepresenteerd als definities of citaten, maar verweven zich in verfijnde composities die nieuwe betekenisnetwerken creëren.

De tentoonstelling “A Short History of My Thought” (2017) in de Anna Schwartz Gallery in Melbourne is emblematisch voor deze benadering. Door werken uit verschillende periodes bijeen te brengen, maakt ze zichtbaar hoe Kosuths initiële bezorgdheden over de aard van kunst en taal zich in de loop van de tijd hebben verrijkt, terwijl ze trouw blijven aan hun oorspronkelijke impuls.

En terwijl sommigen zich verheugen over inhoudsloze NFT’s, zet Kosuth rustig zijn verkenning van betekenis en betekenisloosheid in de kunst voort. Hij toont ons dat het mogelijk is om intellectueel veeleisende kunst te maken zonder in hermetisme of elitisme te vervallen. Zijn werken nodigen ons uit om na te denken, maar laten ons ook de vrijheid om te interpreteren en te voelen.

De volgende keer dat je een werk van Kosuth ziet, kijk er dan niet alleen naar, denk erover na. Laat de woorden in je geest weerklinken. Laat je meevoeren door het spel van betekenissen. Want daarin ligt de ware schoonheid van zijn werk: in het vermogen ons voorbij de schijn te laten kijken, ons voorbij de evidenties te laten denken. Is dat niet de ware rol van conceptuele kunst?

Joseph Kosuth herinnert ons eraan dat kunst niet alleen gaat over vormen en kleuren, maar over het produceren van betekenis. Zijn werk is een voortdurende uitnodiging tot reflectie, een uitdaging voor onze denkgewoonten, een herziening van onze zekerheden over de aard van kunst en realiteit. Zijn werk blijft een baken dat ons leidt naar meer essentiële vragen.

Was this helpful?
0/400

Referentie(s)

Joseph KOSUTH (1945)
Voornaam: Joseph
Achternaam: KOSUTH
Geslacht: Man
Nationaliteit(en):

  • Verenigde Staten

Leeftijd: 80 jaar oud (2025)

Volg mij