English | Nederlands

Dinsdag 18 November

ArtCritic favicon

Julian Schnabel: Kunst voorbij grenzen

Gepubliceerd op: 19 Februari 2025

Door: Hervé Lancelin

Categorie: Kunstkritiek

Leestijd: 8 minuten

In de artistieke chaos van de jaren 1980 schudde Julian Schnabel de gevestigde codes op met zijn monumentale werken en gebroken oppervlakken. Zijn beroemde “plate paintings” vormen een ware filosofische breuk met de schildertraditie en roepen een gebroken en continu tijdsbesef op.

Luister goed naar me, stelletje snobs. In de artistieke koorts van de jaren 80, terwijl het minimalisme nog steeds domineerde op de New Yorkse scène met zijn ascetische strengheid, kwam Julian Schnabel met een seismische intensiteit de kunstwereld binnen die vandaag de dag nog blijft nazinderen. Zijn monumentale werken, gebroken oppervlakken en enorme schildergebaren hebben de gevestigde codes opgeschud met een durf die onze conventionele begrip van kunst nog steeds tart.

Geboren in Brooklyn in 1951, heeft deze productieve artiest altijd met verbazingwekkende zekerheid zijn eigenheid opgeëist. Sommigen zagen daarin arrogantie, anderen genialiteit. Maar los van de controverses die zijn carrière doorkruisten, belichaamt Schnabel een zeldzame vorm van creatieve vrijheid, die van een kunstenaar die koppig weigert zich aan verwachtingen te conformeren. In een kunstwereld die vaak gevangen zit in haar eigen conventies, koos hij de weg van radicale experimentatie, steeds de grenzen van het mogelijke verleggend.

Zijn beroemde “plaat-schilderijen”, die doeken bedekt met fragmenten van gebroken serviesgoed die hij begon te maken in 1978, markeren een beslissend keerpunt in de geschiedenis van de hedendaagse kunst. Deze werken zijn niet slechts een eenvoudige technische innovatie of een iconoclastisch gebaar. Ze vertegenwoordigen een ware filosofische breuk met de schildertraditie, en roepen het bergsoniaanse concept van pure duur op. Henri Bergson ontwikkelt in zijn “Essai sur les données immédiates de la conscience” het idee dat de ware tijd niet die homogene en deelbare tijd van klokken is, maar die heterogene en continue tijd van het bewustzijn. De gefragmenteerde oppervlakken van Schnabel belichamen in hun materiaaleigenschap deze gespleten temporaliteit waarin elk moment de sporen van voorgaande bewaart terwijl het zich opent naar de toekomst.

Het ongelijke oppervlak van deze werken creëert een complexe topografie waar het licht danst en wordt gebroken, wat een visuele ervaring genereert die verder gaat dan louter contemplatie en een ware zintuiglijke verkenning wordt. De porseleinen fragmenten, met hun scherpe hoeken en glanzende oppervlakken, creëren een oneindig spel van reflecties en schaduwen die elk doek veranderen in een dynamisch landschap dat verandert afhankelijk van de kijkhoek en de lichtintensiteit. Deze fysieke dimensie van het werk doet denken aan de reflecties van Maurice Merleau-Ponty over de fenomenologie van de waarneming. In “L’Oeil et l’Esprit” benadrukt de filosoof het belang van het lichaam in onze relatie tot de wereld en de kunst. De schilderijen van Schnabel, door hun imposante aanwezigheid en versterkte materialiteit, voeren precies deze lichamelijke dialoog met de toeschouwer.

Deze aanpak vindt een bijzondere weerklank in zijn serie uit de jaren 1990 geschilderd op teruggewonnen militaire doeken. De kunstenaar legt lagen verf over deze al door tijd en gebruik getekende dragers, waardoor hedendaagse visuele getuigenissen ontstaan waarin verleden en heden onlosmakelijk verweven zijn. Deze doeken dragen een geschiedenis die voorafgaat aan de interventie van de kunstenaar, sporen van militair of industrieel gebruik die doorschijnen onder de verflagen. Schnabel probeert deze vooraf bestaande tekens niet te wissen, maar integreert ze juist in zijn compositie, waardoor een complexe dialoog ontstaat tussen het geheugen van het materiaal en de schilderhandeling.

Het gebruik van militaire doeken is niet willekeurig. Deze materialen, ontworpen voor oorlog en bescherming, worden onttrokken aan hun oorspronkelijke functie om de drager van artistieke expressie te worden. Dit transformatieve gebaar roept het alchemistische begrip van transmutatie op, waarbij een onedel materiaal wordt omgezet in filosofisch goud. Schnabel voert een soortgelijke transformatie uit door utilitaire materialen tot kunstwerken te verheffen. Deze werkwijze is ingebed in een lange traditie van artistieke herinterpretatie, terwijl hij die richting nieuwe expressieve terreinen duwt.

De jaren 1990 markeren ook een periode van intense experimentatie met andere niet-conventionele materialen. Fluweel wordt in het bijzonder een bevoorrecht oppervlak voor Schnabel. De diepe, absorberende textuur van dit materiaal stelt hem in staat nieuwe schildermogelijkheden te verkennen. Afhankelijk van of de verf aan het oppervlak wordt aangebracht of in de vezels doordringt, ontstaan er effecten van diepte en lichtsterkte die op een traditioneel doek onmogelijk te bereiken zijn. Deze werken op fluweel tonen een uitzonderlijke beheersing van licht en duisternis, waarbij de figuren lijken op te rijzen uit de duisternis als spookachtige verschijningen.

Deze voortdurende zoektocht naar nieuwe dragers en nieuwe technieken getuigt van een fundamentele ontevredenheid over de grenzen van de traditionele schilderkunst. Schnabel is nooit tevreden met de gevestigde oplossingen. Elke reeks werken vertegenwoordigt een nieuwe poging om de grenzen van het mogelijke te verleggen, een nieuwe schildertaal uit te vinden. Deze onophoudelijke zoektocht doet denken aan die van de middeleeuwse alchemisten, die voortdurend probeerden materie te transformeren terwijl ze zelf tijdens het proces werden veranderd.

De portretten die Schnabel maakt vormen een bijzonder interessant hoofdstuk in zijn oeuvre. Of het nu historische figuren of tijdgenoten zijn, de kunstenaar slaagt erin niet zozeer het fysieke uiterlijk vast te leggen, maar de spirituele essentie van zijn onderwerpen. Deze portretten zijn niet gericht op fotografische gelijkenis, maar proberen een innerlijke waarheid te onthullen, een aanwezigheid die de simpele representatie overstijgt. In deze werken combineert Schnabel vaak verschillende technieken en materialen, waardoor complexe oppervlakken ontstaan die lijken te vibreren van een eigen energie.

Deze benadering van het portret vindt een natuurlijke voortzetting in zijn werk als filmmaker. Zijn films, met name “Basquiat” (1996) en “De Schorpioen en de Vlinder” (2007), tonen dezelfde gevoeligheid voor menselijke aanwezigheid, hetzelfde verlangen om het oppervlak te doorboren en een diepere waarheid te bereiken. Dit vermogen om te navigeren tussen verschillende artistieke media getuigt van een scheppende visie die traditionele categorieën overstijgt.

In de jaren 2000 verkent Schnabel nieuwe gebieden met zijn schilderijen op gedrukte oppervlakken. Door gebruik te maken van reproducties van foto’s of bestaande motieven als basis, creëert hij werken die spelen met de spanning tussen het mechanische beeld en het schildergebaar. Deze werken stellen de aard van het beeld in onze hedendaagse samenleving ter discussie, terwijl ze de primair van het artistieke gebaar bevestigen.

Deze periode ziet ook dat de kunstenaar een reeks monumentale werken ontwikkelt die opnieuw de grenzen van schaal verleggen. Deze doeken, waarvan sommige architecturale afmetingen bereiken, creëren omgevingen die de ervaring van de toeschouwer radicaal transformeren. De schaal is hier geen louter effect van grootsheid, maar draagt volledig bij aan de emotionele impact van het werk.

Critici hebben Schnabel vaak verweten dat hij buitensporige ambitie en een overschat ego heeft. Maar is het niet juist deze buitensporigheid die zijn werk die unieke kracht geeft? In een kunstwereld die soms verlamd is door cynisme en berekening, behoudt Schnabel een bijna naïef vertrouwen in de kracht van de schilderkunst om onze perceptie van de werkelijkheid te transformeren. Dit vertrouwen komt tot uiting in elk aspect van zijn praktijk, van zijn materiaalkeuzes tot zijn compositiebeslissingen.

De monumentale schaal van zijn werken is verre van zinloos, ze dragen volledig bij aan hun emotionele impact. Voor deze doeken die vaak groter zijn dan de menselijke schaal, ervaart de toeschouwer fysiek zijn eigen eindigheid. Deze confrontatie met het sublieme, in de Kantiaanse betekenis van het woord, veroorzaakt een duizeling die ook een uitnodiging is om onze gebruikelijke waarnemingsgrenzen te overstijgen. De grote formaten van Schnabel vormen geen eenvoudige krachttoer, maar creëren een ruimte voor contemplatie waarin de toeschouwer kan verdwalen en zichzelf kan terugvinden.

De recente werken van Schnabel tonen aan dat zijn creativiteit intact blijft. Zijn experimenten met nieuwe materialen en technieken, met name zijn schilderijen op bedrukte polyester, getuigen van een onuitputtelijke nieuwsgierigheid. De kunstenaar blijft nieuwe technische mogelijkheden verkennen terwijl hij die emotionele intensiteit behoudt die kenmerkend is voor zijn hele oeuvre. Zijn schilderijen behouden dat zeldzame vermogen om ons te verrassen, te destabiliseren, ons aan onze esthetische zekerheden te doen twijfelen.

Als de kunstgeschiedenis van de 20e eeuw kan worden gezien als een opeenvolging van breuken en heroverwegingen, neemt Schnabel een bijzondere plaats in binnen deze genealogie. Zijn oeuvre volgt geen lineaire voortgang maar creëert eerder temporele kortsluitingen, waarbij traditie en innovatie op een unieke persoonlijke wijze met elkaar in dialoog gaan. Hij put vrijelijk uit de kunstgeschiedenis terwijl hij vasthoudt aan een resoluut hedendaagse visie.

Deze vrijheid ten opzichte van de geschiedenis komt vooral tot uiting in zijn manier van het behandelen van het schilderoppervlak. Schnabel aarzelt niet om traditionele technieken te combineren met eigentijdse materialen, waarmee hij werken creëert die eenvoudige categoriseringen tarten. Deze hybride benadering levert schilderijen op die lijken te bestaan buiten de tijd, terwijl ze diep verankerd zijn in onze tijd.

De kwestie van temporaliteit staat centraal in Schnabels oeuvre. Zijn schilderijen, of ze nu geschilderd zijn op versleten doeken, gebroken borden of fluweel, dragen altijd sporen van een geschiedenis. Het gaat hier niet alleen om de geschiedenis van de materialen zelf, maar ook om die van de schilderkunst als medium. Elk werk lijkt meerdere temporaliteiten in zich te bevatten die elkaar overlappen en verweven.

Deze temporele complexiteit komt ook terug in zijn filmpraktijk. Zijn films, net als zijn schilderijen, spelen met verschillende lagen van tijd en herinnering. Of het nu gaat om het leven van Jean-Michel Basquiat of de ervaring van Jean-Dominique Bauby in “Het schildpad en de vlinder”, Schnabel creëert werken die de eenvoudige lineaire vertelling overstijgen om een diepere waarheid te bereiken.

Wat opvalt in het parcours van Julian Schnabel is zijn vermogen om gedurende meer dan vier decennia een scheppende intensiteit te behouden die niet afneemt. In een kunstwereld die vaak wordt gedomineerd door mode-effecten en marketingstrategieën, blijft hij een diep persoonlijk oeuvre produceren dat geen concessies doet aan de verwachtingen van de markt of de kritiek.

Schnabels critici verwijten hem zijn weigering van conventies, zijn smaak voor het spectaculaire, zijn neiging om te werken in exorbitante formaten. Maar is het niet juist dat vermogen om grenzen te verleggen dat de grootsheid van zijn oeuvre maakt? In een tijdperk dat wordt gekenmerkt door conformisme en standaardisering, verschijnt zijn creatieve onverzettelijkheid als een noodzakelijke daad van verzet.

Julian Schnabels oeuvre herinnert ons eraan dat ware kunst altijd voortkomt uit een innerlijke noodzaak, een urgentie die de overwegingen van stijl of markt overstijgt. Zijn schilderkunst, juist in haar overdreven vorm, vormt een essentieel getuigenis over de mogelijkheden van kunst in onze tijd. Het laat ons zien dat het vandaag de dag nog mogelijk is om werken te creëren die ons ontroeren en transformeren, werken die het onzichtbare vormgeven en het onuitsprekelijke stem geven. Door zijn unieke vermogen om grenzen tussen media te overstijgen, door zijn formele durf en constante heruitvinding, schrijft Julian Schnabel zich al in de geschiedenis in als een van de belangrijkste kunstenaars van de 21e eeuw, een schepper wiens invloed ver buiten onze tijd zal resoneren.

Was this helpful?
0/400

Referentie(s)

Julian SCHNABEL (1951)
Voornaam: Julian
Achternaam: SCHNABEL
Geslacht: Man
Nationaliteit(en):

  • Verenigde Staten

Leeftijd: 74 jaar oud (2025)

Volg mij