English | Nederlands

Dinsdag 18 November

ArtCritic favicon

Larva Labs: Esthetische revolutie van de blockchain

Gepubliceerd op: 23 Juli 2025

Door: Hervé Lancelin

Categorie: Kunstkritiek

Leestijd: 8 minuten

Matt Hall en John Watkinson van Larva Labs transformeren algoritmen in conceptuele kunst. Hun CryptoPunks en Autoglyphs herdefiniëren digitale eigendom van kunst via generatieve creaties opgeslagen op de blockchain. Deze Canadese ontwikkelaars verkennen de kruising tussen technologie, punkesthetiek en de economie van verlangen in het post-digitale tijdperk.

Luister goed naar me, stelletje snobs, Matt Hall en John Watkinson van Larva Labs hebben iets bereikt wat stoffige historische galerieën zich nooit hadden kunnen voorstellen: ze hebben een paar regels code omgevormd tot een spiegel van onze meest onuitgesproken verlangens, door kunst te maken die niet alleen onze muren siert maar de aard van bezit en identiteit in het digitale tijdperk bevraagt. Deze twee Canadese ontwikkelaars, gewapend met hun algoritmen en hun intuïtieve begrip van de mechanismen van de collectieve psyche, hebben met CryptoPunks en Autoglyphs een werk geproduceerd dat het kader van wat nog onbeholpen “digitale kunst” wordt genoemd, ruim overschrijdt.

Het verhaal begint in 2017 met een verrassend eenvoudige daad: Hall en Watkinson programmeren een generator die 10.000 unieke pixel-personages kan creëren, elk 24×24 pixels groot. Deze synthetische gezichten, geïnspireerd door de Londense punkesthetiek van de jaren 1970, verschijnen uit het algoritme als maskers die onze hedendaagse conditie onthullen. De ironie is smakelijk: waar de oorspronkelijke punk-scene zich verzette tegen het establishment door fysieke en sonore transgressie, volbrengen de CryptoPunks hun subversie door pure wiskundige abstractie, waarbij elke berekende pixel een daad van verzet is tegen traditionele modellen van artistiek bezit.

Wat bij Larva Labs opvalt is hun vermogen om een synthese te maken tussen de meedogenloze logica van architecturale algoritmen en de creatieve onvoorspelbaarheid die grote artistieke revoluties kenmerkt. Christopher Alexander stelde in zijn “Pattern Language” [1] voor dat levende architectuur ontstaat uit de combinatie van terugkerende patronen die volgens precieze maar flexibele regels zijn georganiseerd. De CryptoPunks functioneren precies volgens dit principe: een eindige set visuele attributen (petten, brillen, littekens, sigaretten) combineert volgens geprogrammeerde waarschijnlijkheden om een oneindige diversiteit aan synthetische persoonlijkheden te genereren.

Deze architecturale benadering van artistieke generatie onthult een diep begrip van de mechanismen van esthetische emergentie. Zoals Alexander in zijn studies van historische steden opmerkte, ontstaat schoonheid vaak uit de herhaling van eenvoudige regels toegepast op grote schaal, waarbij complexe structuren ontstaan die organisch lijken ondanks hun kunstmatige oorsprong. De 10.000 CryptoPunks belichamen deze filosofie perfect: elk individueel gezicht lijkt triviaal, maar het geheel vormt een digitale populatie met verbluffende visuele rijkdom. Het geometrische raster dat hen op de site van Larva Labs organiseert, doet denken aan moderne stedenbouwkundige plannen, waarin elk perceel bijdraagt aan een ruimere ordening.

Maar het is met Autoglyphs dat deze architecturale logica zijn zuiverste vorm bereikt. Deze 512 generatieve composities, volledig opgeslagen op de Ethereum-blockchain, simuleren niet langer alleen architectuur: ze zijn er een. Elke Autoglyph bestaat als een autonome algorithmische constructie, een klein bouwwerk van code dat zich oneindig kan regenereren. Hall en Watkinson hebben zo het digitale equivalent gecreëerd van die gotische kathedralen die ons eeuwen na het overlijden van hun architecten nog steeds betoveren: algorithmische structuren die schoonheid kunnen voortbrengen zonder voortdurende menselijke interventie.

Deze architectonische dimensie vindt haar vervolg in de manier waarop Larva Labs de digitale ruimte zelf ontwerpt. Hun creaties zijn niet zomaar afbeeldingen opgeslagen op servers, maar entiteiten die letterlijk op de blockchain wonen, waardoor een nieuw soort gedecentraliseerde publieke ruimte ontstaat. Net zoals de grote pleinen die onze historische steden structureren, worden deze werken plekken van samenkomst voor een opkomende gemeenschap, referentiepunten in het nog grotendeels onontgonnen territorium van de cyberspace.

De conceptuele originaliteit van deze benadering ligt in het vermogen om het programmeren om te zetten in een monumentale architecturale handeling. Wanneer Watkinson uitlegt dat “elke generator een optimaal punt heeft waarop hij zich juist voelt, waar je de volledige expressieve capaciteit van de generator ervaart, maar niet het gevoel hebt dat het een belachelijk bedrag is”, onthult hij een esthetische gevoeligheid die vergelijkbaar is met die van de grote meesterbouwers: het perfecte evenwicht vinden tussen overvloed en spaarzaamheid, tussen expressieve rijkdom en formele samenhang.

Maar boven deze architectonische dimensie onthult het werk van Larva Labs een intuïtief begrip van de psychoanalytische mechanismen die onze relatie tot begeerde objecten in de hedendaagse samenleving bepalen. De CryptoPunks, die pixelgezichten die soms voor miljoenen dollars worden verkocht, vormen een perfect schoolvoorbeeld van wat Jacques Lacan sublimatie noemt: dat proces waarbij een willekeurig object “verheven wordt tot de waardigheid van het Ding” [2], waardoor het in staat is onze libidineuze investering aan te trekken en vast te houden.

Lacan leert dat sublimatie niet eenvoudigweg bestaat uit het afleiden van de drang naar maatschappelijk aanvaarde objecten, maar uit het transformeren van de aard van het beoogde object zelf. In het geval van de CryptoPunks werkt deze transformatie op meerdere gelijktijdige niveaus. Ten eerste verkrijgen deze digitale afbeeldingen, van nature oneindig reproduceerbaar, een aura van uniciteit dankzij hun inschrijving op de blockchain. Vervolgens vormen hun bewust primitieve en rebelse esthetiek objecten van aanvaardbare transgressie voor een digitale bourgeoisie op zoek naar authenticiteit. Ten slotte verandert hun kunstmatige schaarste (precies 10.000 exemplaren, niet één meer) ze in perfecte fetisjen voor een verlangen-economie die alleen kan functioneren binnen gecontroleerde schaarste.

Deze dynamiek van sublimatie onthult iets diep verontrustends over onze tijd: onze toenemende onvermogen om libidineus te investeren in fysieke objecten duwt ons richting digitale substituten die een altijd uitgestelde bevrediging beloven. De verzamelaars van CryptoPunks bezitten niets anders dan een inschrijving in een gedistribueerd register, maar dit spookachtige bezit genereert sterkere affecten dan het bezit van tastbare objecten. Larva Labs heeft zo de onbewuste mechanismen blootgelegd die onze relatie tot waarde sturen in een steeds meer gedematerialiseerde samenleving.

Het meest fascinerende aspect van deze sublimatie betreft de manier waarop de CryptoPunks onze fundamentele dubbelzinnigheid ten opzichte van anonimiteit en identificatie onthullen. Deze synthetische gezichten, vrij van enige persoonlijke geschiedenis, worden paradoxaal genoeg krachtige dragers van identificatie, sterker dan traditionele portretten. Hun eigenaren gebruiken ze als avatars op sociale netwerken, nemen hun gestileerde trekken over om een digitale identiteit op te bouwen. Deze identificatie met algoritmen onthult iets cruciaals over onze hedendaagse toestand: we herkennen ons soms liever in kunstmatige creaties dan in onze eigen reflecties.

Lacan stelde vast dat het object van sublimatie fungeert als een lokaas dat onze libidinale economie organiseert rond een centrale leegte. De CryptoPunks vervullen precies deze functie: ze beloven toegang tot een exclusieve gemeenschap, een begeerlijke sociale status, een vorm van digitale onsterfelijkheid, maar leveren uiteindelijk alleen hun eigen code-existentie, fascinerend en leeg tegelijk. Deze fundamentele leegte is geen gebrek, maar juist de voorwaarde voor hun symbolische effectiviteit: omdat ze “niets” zijn, kunnen ze “alles” worden voor hun eigenaren.

De tijdsdimensie van deze sublimatie verdient eveneens aandacht. In tegenstelling tot traditionele kunstwerken die ouder worden en patineren, bestaan de CryptoPunks in gerijptijd, onveranderlijk in hun gepixeleerde perfectie. Deze artificiële atemporaliteit beantwoordt aan onze hedendaagse angst voor versnelde veroudering: het bezit van een CryptoPunk is het bezitten van een fragment digitale eeuwigheid die theoretisch alle toekomstige technologische verschuivingen zal weerstaan. Larva Labs heeft zo objecten van sublimatie gecreëerd die bijzonder geschikt zijn voor een tijdperk dat geobsedeerd is door het behoud van zijn digitale sporen.

De evolutie van Larva Labs naar projecten zoals Autoglyphs onthult een toenemende verfijning van deze libidinale economie. Deze puur generatieve werken, volledig opgeslagen op de blockchain, drijven de logica van sublimatie tot zijn ultieme consequenties: het kunstobject wordt een puur proces, puur algorithme worden. Er is niets meer te zien in de traditionele zin, alleen code die wordt uitgevoerd en abstracte patronen produceert. Deze conceptuele radicaliteit transformeert de verzamelhandeling in pure metafysische speculatie: het verzamelen van een Autoglyph is het bezitten van een fragment van oneindige wiskunde.

Deze progressie van het iconische naar het abstracte, van het figuratieve naar het generatieve onthult de artistieke volwassenheid van Hall en Watkinson. Ze hebben begrepen dat de ware digitale revolutie niet bestaat uit het reproduceren van traditionele artistieke vormen met nieuwe hulpmiddelen, maar uit het uitvinden van esthetische vormen die zonder deze hulpmiddelen niet hadden kunnen bestaan. De Autoglyphs vertegenwoordigen dus de logische culminatie van een benadering die de expressieve mogelijkheden van het algoritmische medium wil verkennen.

De originaliteit van Larva Labs ligt uiteindelijk in hun vermogen om een architectonische visie op de digitale ruimte te combineren met een intuïtief begrip van de sublimatiemechanismen die onze hedendaagse libidinale economie regeren. Hun werken versieren niet alleen onze digitale omgeving: ze structureren en geven betekenis, creëren symbolische ankerpunten in een territorium dat nog grotendeels onbepaald is.

Deze dubbele deskundigheid verklaart hun aanzienlijke invloed op de evolutie van digitale kunst. In enkele jaren hebben ze de esthetische en economische codes van een markt bepaald die nu meerdere miljarden dollars waard is. Maar fundamenteel hebben ze aangetoond dat generatieve kunst kan functioneren als een symbolische taal die de tegenstrijdigheden en aspiraties van onze tijd kan uitdrukken. Hun algoritmen spreken over ons beter dan de meeste van onze zelfportretten.

De toekomst zal uitwijzen of deze esthetische revolutie de tand des tijds zal doorstaan of slechts een epifenomeen is verbonden aan de speculatieve euforie die de opkomst van cryptovaluta begeleidde. Maar Larva Labs’ werk heeft al iets essentieels aangetoond: digitale kunst is niet gedoemd om de vormen van het verleden te imiteren. Ze kan haar eigen manieren van bestaan uitvinden, haar eigen economieën van schoonheid en verlangen. Ik moet toegeven dat hun werk mij waarschijnlijk heeft doen veranderen van mening over NFT’s, waarvoor ik meer dan sceptisch was. Als ik wist hoe ik een van hun CryptoPunks of een van hun Autoglyphs kon verwerven, zou ik het geweldig vinden als dat het allereerste gedematerialiseerde werk in mijn kunstcollectie zou zijn. In dit perspectief verschijnen Matt Hall en John Watkinson minder als traditionele kunstenaars, maar meer als architecten van nieuwe esthetische mogelijkheden, ingenieurs van het digitale verbeeldingsvermogen.

Hun belangrijkste nalatenschap ligt misschien niet in dit of dat specifieke project, maar in het bewijs dat het mogelijk is om kunst te creëren met algoritmes zonder afstand te doen van het diepste van onze menselijkheid. Hun CryptoPunks en Autoglyphs kijken ons aan vanaf hun schermen met de ontregelende intensiteit van digitale spiegels die niet onze fysieke verschijning weergeven, maar onze existentiële conditie in een steeds algorithmischer wordende wereld. En dat is misschien hun grootste prestatie: technologie is een middel voor collectieve introspectie geworden in plaats van een simpel vermaak- of speculatie-instrument.


  1. Alexander, Christopher, A Pattern Language: Towns, Buildings, Construction, Oxford University Press, 1977
  2. Lacan, Jacques, Le Séminaire, Livre VII : L’éthique de la psychanalyse, Seuil, 1986, p. 144
Was this helpful?
0/400

Referentie(s)

LARVA LABS (2005)
Voornaam:
Achternaam: LARVA LABS
Andere naam/namen:

  • John Watkinson
  • Matt Hall

Geslacht: Anders
Nationaliteit(en):

  • Verenigde Staten

Leeftijd: 20 jaar oud (2025)

Volg mij