English | Nederlands

Dinsdag 18 November

ArtCritic favicon

Magdalene Odundo en transcultureel keramiek

Gepubliceerd op: 13 Mei 2025

Door: Hervé Lancelin

Categorie: Kunstkritiek

Leestijd: 11 minuten

Magdalene Odundo vormt unieke sculpturale vaartuigen die wereldwijde invloeden combineren met een persoonlijke visie. Haar keramiek heeft een glanzend oppervlak, verkregen door minutieus polijsten en meervoudige bakken, en roept het menselijke lichaam op in zijn gratie. Haar elegante vormen, soms diepzwart, soms levendig oranje, voeren een dialoog tussen traditie en hedendaagsheid.

Luister goed naar me, stelletje snobs. Jullie denken alles te weten over hedendaagse kunst met jullie vergezochte analyses, maar als je naar een keramiek kijkt zie je er alleen maar een vaas in. Wat triest! Het is alsof je naar de zee kijkt en alleen maar water ziet. Vandaag ga ik jullie vertellen over dame Magdalene Odundo, deze Keniaanse kunstenaar die Brits werd en die al meer dan vier decennia klei verandert in stille poëzie en de meest spraakzame onder ons het zwijgen oplegt.

Als je Odundo nog niet kent, leef je in een grot, wat ironisch is aangezien het juist in grotten was dat mensen ongeveer 20.000 jaar geleden begonnen met het vormen van klei. Odundo is de invloedrijkste keramist van onze tijd, wiens werken op veilingen voor astronomische prijzen worden verkocht, meer dan 500.000 euro voor één enkele vaas in 2023. Haar stukken, die zwarte of oranje lichamen met sensuele rondingen zijn, spreken tot een universele taal die grenzen en tijden overstijgt.

Geboren in Nairobi in 1950, groeide Odundo op tussen Kenia en India, aanvankelijk opgeleid in grafisch ontwerp voordat ze zich in 1971 in het Verenigd Koninkrijk vestigde. In Cambridge ontdekte ze haar passie voor keramiek, onder invloed van Zoë Ellison, die eerste keer dat ze klei in haar handen kreeg. “De eerste keer dat ik klei aanraakte, werd ik er letterlijk verliefd op”, vertrouwt ze toe [1]. Zij die grafisch ontwerper wilde worden omarmde dit oeroude materiaal, dat ons allemaal met de aarde verbindt. Daarna vervolgde ze haar opleiding aan het West Surrey College of Art and Design (nu University for Creative Arts) en het Royal College of Art in Londen.

Maar het was tijdens haar reizen naar Nigeria, Kenia, de Pueblos in New Mexico, China en elders, dat Odundo werkelijk haar artistieke identiteit vormgaf. Ze absorbeert technieken en invloeden, niet om ze klakkeloos te kopiëren maar om ze te verteren en te overstijgen. Ze bestudeert de Gwari-pottenbakkers in Nigeria, waaronder de legendarische Ladi Kwali, en leert handvormtechnieken. Als een kleiantropoloog bestudeert ze keramische tradities wereldwijd om zo haar eigen taal te creëren.

Wat Odundo’s uniciteit maakt, is dat zij een onmiddellijk herkenbare stijl heeft weten te creëren terwijl ze put uit de universele geschiedenis van keramiek. Haar vazen zijn geen vazen. Het zijn lichamen, aanwezigheid, personages. Ze boetseert haar stukken met de hand met de roltechniek, waarbij ze de rode klei strekt en knijpt totdat ze die organische vormen krijgt die soms lijken op een zwangere vrouwenbuik, soms op een slanke nek, of op een traditionele Afrikaanse kapsel. Na het boetseren volgt het nauwkeurige polijsten met behulp van kiezelstenen, gevolgd door het bakken. Een eerste bakproces in een oxiderende atmosfeer geeft die karakteristieke oranje tint; een tweede in een reducerende atmosfeer produceert die diepe zwarte kleuren die het licht lijken te absorberen.

Bekijk het stuk “Untitled” uit 1995, met zijn afgeronde buik en lange nek die omhoog strekt als in een sierlijke rekking. Is het niet een dansend lichaam? Een vrouw in beweging? Of misschien een vogel die op het punt staat op te stijgen? Deze ambiguïteit is precies wat de kracht van haar werk uitmaakt. Odundo laat ons vrij om te interpreteren, onze eigen fantasieën en associaties te projecteren op deze zowel bekende als vreemde vormen.

Laten we nu de lichamelijke dimensie van haar werk nemen, die ons rechtstreeks in het domein van dans dompelt. Want ja, de keramiek van Odundo danst. Ze draaien, kronkelen, strekken zich uit in de ruimte zoals dansers in volle choreografie. Het is geen toeval dat ze vaak spreekt over het “dansen” met haar stukken tijdens hun creatie. Ze staat op een klein krukje naast het stuk klei, werkt van boven naar beneden, draait eromheen, in een ware lichamelijke uitvoering. Het creatieproces wordt zelf een dans.

Dans, die kunst van het bewegende lichaam, vindt een perfect echo in deze vazen die lijken bevroren in volle beweging. Zoals choreograaf Merce Cunningham briljant heeft uitgedrukt: “Dans is een kunst in tijd en ruimte; het doel van dans is het creëren van betekenisvolle temporele en ruimtelijke relaties” [2]. De stukken van Odundo creëren precies deze betekenisvolle relaties in de ruimte, terwijl ze de tijd suggereren door middel van de opgeschorte beweging.

Haar werken herinneren ons aan traditionele Afrikaanse dansen, waarbij het lichaam een communicatiemiddel wordt met onzichtbare krachten. Maar ze roepen ook de gestroomlijnde lijnen op van hedendaagse dans, de elegante torsies van een moderne balletvoorstelling. Het stuk “Untitled” uit 2021, met zijn getailleerde middel en asymmetrische opening, is het niet als een danseres die zich buigt in een perfecte arabesque? Kunsthistoricus Augustus Casely-Hayford merkte terecht op dat Odundo “een eigen tijdloos en transnationaal visueel systeem creëert; modern, maar tegelijk oud, Afrikaans maar beslist Europees” [3].

Deze spanning tussen traditie en moderniteit, tussen Oost en West, tussen statisch en dynamisch, maakt de rijkdom van haar werk uit. Ze maakt niet alleen mooie potten om je IKEA-woonkamer te decoreren (hoewel ze je interieur er beslist interessanter uit zouden laten zien). Ze verkent fundamentele vragen over identiteit, migratie, en toebehoren. Geboren in Kenia, opgeleid in Groot-Brittannië, reizend over de wereld, belichaamt Odundo die culturele hybriditeit die onze tijd definieert.

Maar er is meer. Als dans ons in staat stelt de lichamelijke en ritmische dimensie van haar werk te begrijpen, moeten wij ons wenden tot architectuur om de ruimtelijke structuur ervan te begrijpen. Want de vazen van Odundo zijn bovenal ruimtes, volumes die een dialoog aangaan met de leegte om hen heen en die zij bevatten.

Zoals architect Louis Kahn stelde: “architectuur is de doordachte creatie van ruimtes” [4]. De keramiek van Odundo belichaamt deze definitie perfect. Elk stuk is een zorgvuldig georkestreerde ruimte, waarin binnen en buiten met elkaar resoneren. Ze spreekt zelf vaak over haar vazen als zijnde “een huid en een lichaam, een binnenkant en een buitenkant”. Dit begrip van het object als een bewoonbare ruimte, als een miniatuurarchitectuur, is fundamenteel.

Neem de serie “Symmetrical Series” van Odundo, deze vazen met perfect in balans zijnde vormen waarvan de smalle opening contrasteert met de volumineuze buik. Roept dat niet iets op van de perfecte proporties van een Grieks tempel? Of van de formele puurheid van een modernistische kathedraal zoals die van Ronchamp door Le Corbusier? Odundo begrijpt, net als de grote architecten, dat de vorm in dienst moet staan van de ruimte die ze definieert.

Deze architecturale dimensie uit zich ook in haar manier van denken over volumes. Haar stukken staan nooit zomaar op hun voetstuk; ze lijken op te rijzen, de zwaartekracht te tarten, hun eigen relatie tot de ruimte te creëren. Zoals ze het zelf uitlegt: “Het menselijk lichaam is een vat dat ons bevat, dat ons menselijke wezen bevat. Als kunstenaars en vormgevers van objecten, wanneer we beelden of containers boetseren, modelleren of vormen, weerspiegelen we het vat dat wij zijn als menselijke containers van geest en lichaam” [3].

Deze visie op het lichaam als architectuur, en architectuur als lichaam, loopt door haar hele werk. Ze herinnert ons eraan dat we ons lichaam bewonen zoals we een ruimte bewonen, en dat elke ruimte het stempel draagt van het lichaam dat haar heeft ontworpen. De vazen van Odundo zijn lichamelijke architecturen, levende ruimtes die ademen en in dialoog staan met hun omgeving.

Er zit een spaarzaamheid in Odundo’s werk die bewondering afdwingt. Net als de grootste architecten weet zij dat eenvoud de ultieme verfijning is. Haar stukken bevatten geen overbodige elementen, geen nutteloze versiering. Elke kromming, elke zwelling, elke textuur is noodzakelijk voor het evenwicht van het geheel. Deze formele strengheid echoot de beroemde uitspraak van architect Mies van der Rohe: “Less is more”, minder is meer.

Toch schuilt achter deze ogenschijnlijke eenvoud een oneindige complexiteit. Want elk stuk van Odundo herbergt veelheden: de geschiedenis van keramiek sinds mensenheugenis, de vormgevings tradities van meerdere continenten, de persoonlijke reflecties van de artieste over identiteit en verbondenheid. Zoals een gebouw dat zowel functioneel als symbolisch is, nuttig en heilig, opereren haar vazen op meerdere leesniveaus.

Tijdens de recente tentoonstelling “Magdalene Odundo: A Dialogue with Objects” in het Gardiner Museum in Toronto (oktober 2023, april 2024) plaatste de artieste haar werken naast historische objecten uit verschillende culturen en tijdperken. Deze visuele dialoog onthulde de diepe verbindingen tussen haar werk en de universele geschiedenis van objectcreatie. Een antieke Griekse vaas stond naast hedendaagse keramiek, een Afrikaans masker sprak met een modernistisch beeldhouwwerk. In dit grote panorama verschenen Odundo’s werken als perfecte syntheses, bruggen geslagen tussen tijdperken en culturen.

Deze tentoonstelling, evenals die gehouden tot september 2024 in Houghton Hall, of die in de Thomas Dane Gallery in Londen, getuigt van de nu onbetwiste status van Odundo in de kunstwereld. Ze is niet langer alleen een keramiste, maar een belangrijke artieste wiens werk de traditionele categorieën van kunst en ambacht overstijgt.

De markt heeft het trouwens goed begrepen. De prijzen van haar werken zijn de afgelopen jaren geëxplodeerd. De duizelingwekkende cijfers van haar verkopen getuigen van de late maar definitieve erkenning van haar genialiteit. Want het gaat inderdaad om genialiteit. In een wereld verzadigd met beelden en geluiden biedt Odundo ons de luxe van stilte en contemplatie. Haar stukken schreeuwen niet, ze fluisteren. Ze dringen zich niet op, ze nodigen uit. Zoals de criticus Emmanuel Cooper zo treffend schreef: “sommige van deze stukken zijn bijna hilarisch in hun durf, hun schaamteloosheid, hun brutale ondeugd. Soms pronken ze ook in een soort verrukkelijke zelfvoldaanheid. Ze lijken ieder moment in lachen uit te barsten” [4].

Deze personificatie is niet toevallig. De vazen van Odundo zijn levend. Ze ademen, ze dansen, ze kijken ons aan. Ze roepen ons op in onze diepste menselijkheid en herinneren ons eraan dat ook wij tijdelijke vaten zijn, houders van een ziel. Ze brengen ons terug naar het essentiële: de aarde waar we vandaan komen en naar welke we zullen terugkeren.

In onze tijd die geobsedeerd is door digitaal en virtueel, herinnert het werk van Odundo ons aan de onschatbare waarde van het tastbare, het materiële, het belichaamde. Haar vazen zijn resoluut analoog. Ze bestaan in de echte ruimte, ze hebben gewicht, textuur, aanwezigheid. Ze zijn het resultaat van een directe dialoog tussen de hand van de kunstenaar en het materiaal. Zoals zij zelf zegt: “Je komt uit de aarde, en je keert er terug” [3].

Dit bewustzijn van onze eindigheid, van onze aardse verankering, geeft haar werk een diep humanistische dimensie. Odundo viert de schoonheid van het menselijk lichaam in al haar diversiteit, sensualiteit en kwetsbaarheid. Haar vazen zijn als hymnes aan het vlees, de huid, de rondingen en plooien die onze gedeelde menselijkheid vormen.

Er is iets bijna alchemistisch in haar manier om klei, dat ruwe en vormeloze materiaal, te transformeren tot voorwerpen van verbluffende schoonheid. De klei wordt goud onder haar vingers, letterlijk, als we kijken naar de marktwaarde van haar stukken, maar vooral figuurlijk, in deze transmutatie van materie in geest.

Want het gaat ook om spiritualiteit in het werk van Odundo. Niet om een dogmatische of religieuze spiritualiteit, maar om dat diepe contact met iets dat ons overstijgt, dat ons allemaal verbindt. Haar vazen zijn als hedendaagse rituele objecten, contactpunten tussen het zichtbare en het onzichtbare, het materiële en het immateriële.

De kunstenaar zelf erkent deze dimensie: “Het vat is aanwezig vanaf de geboorte tot de dood. We worden de wereld binnengebracht via een vat en we verlaten die in een vat. Ik denk dat het daarom idee van belichaming, en de representatie van een individu, zo aangrijpend is wanneer men denkt aan en waardering heeft voor de pot als universeel object” [3].

Deze universaliteit is misschien de sleutel om de kracht van Odundo’s werk te begrijpen. In een gefragmenteerde en verdeelde wereld herinnert zij ons aan onze gemeenschappelijke menselijkheid, onze verbondenheid met de grote familie van makers van objecten, van de vroegste pottenbakkers uit de prehistorie tot vandaag. Ze plaatst ons in een tijdcontinuüm dat grenzen en specifieke identiteiten overstijgt.

Is dat niet de ultieme missie van kunst? Ons voelen laten wat ons diep verbindt, voorbij oppervlakkige verschillen? De vazen van Odundo slagen daarin, met hun stille elegantie, beter dan menige toespraak. Ze zijn zowel diep geworteld in specifieke tradities als resoluut universeel, alsof de kunstenaar het onmogelijk heeft weten te verwezenlijken.

Dus ja, stelletje snobs, jullie kunnen blijven juichen over de laatste modieuze conceptuele artiest die zijn vuile slips tentoonstelt in een hippe galerie. Ondertussen blijft Magdalene Odundo in haar atelier in Surrey de klei vormen met het geduld en de wijsheid van een artieste die het belangrijkste heeft begrepen: ware kunst zoekt niet te imponeren, maar te raken. Ze wil niet intellectueel begrepen worden, maar intuïtief gevoeld.

Haar vazen spreken tot ons zonder woorden, raken ons zonder aanraking, ontroeren ons zonder decoratie. In hun schijnbare eenvoud schuilt een oneindige complexiteit, zoals in deze zen kōans die de logica tarten om rechtstreeks de intuïtie te bereiken. Ze nodigen ons uit om te vertragen, te observeren, te voelen. Om volledig aanwezig te zijn. In deze wereld van lawaai en woede, is dat niet het mooiste geschenk?


  1. Stephanie Connell, “In de schijnwerpers: Het werk van Dame Magdalene Odundo”, Doerr Valuations, 2024.
  2. Merce Cunningham, “Ruimte, Tijd en Dans”, Transformation, 1952, vol. 1, nr. 3.
  3. Beth Williamson, “Magdalene Odundo recensie-Thomas Dane Gallery”, Studio International, 2024.
  4. Emmanuel Cooper, “Magdalene Odundo: Een overzichtstentoonstelling”, Crafts Council, Londen, 1992.
Was this helpful?
0/400

Referentie(s)

Magdalene ODUNDO (1950)
Voornaam: Magdalene
Achternaam: ODUNDO
Geslacht: Vrouw
Nationaliteit(en):

  • Kenia
  • Verenigd Koninkrijk

Leeftijd: 75 jaar oud (2025)

Volg mij