English | Nederlands

Dinsdag 18 November

ArtCritic favicon

María Berrío: Collages van een gebroken realiteit

Gepubliceerd op: 22 Mei 2025

Door: Hervé Lancelin

Categorie: Kunstkritiek

Leestijd: 10 minuten

María Berrío maakt monumentale collages van op elkaar gestapeld Japans papier, waarmee ze delicate fragmenten transformeert tot surrealistische universums bevolkt door krachtige vrouwelijke figuren. Haar werk verkent thema’s als migratie, identiteit en veerkracht door een esthetiek die formele schoonheid en sociaal-politieke commentaar combineert.

Luister goed naar me, stelletje snobs. Jullie denken dat jullie hedendaagse kunst begrijpen omdat jullie de vernissages van hippe galerijen bezoeken en drie namen van opkomende kunstenaars kunnen noemen? Laat mij jullie vertellen over María Berrío, deze Colombiaanse kunstenares die jullie geprefabriceerde idolen omver werpt met een subversieve tederheid die jullie waarschijnlijk nooit hebt begrepen.

In haar recente tentoonstelling “The End of Ritual” in de Victoria Miro-galerij in Londen presenteert Berrío negen grote collage-schilderijen die onze percepties doen schudden als een aardbeving onder onze voeten. Deze monumentale werken nodigen je niet vriendelijk uit om ze te aanschouwen; ze slepen je mee in hun universum met de intensiteit van een kosmisch zwart gat.

Als je op zoek bent naar kunstwerken die alleen je steriele woonkamer decoreren, moet je verder zoeken. Berrío werkt als een obsessieve chirurg, die delicate Japanse papiertjes knipt en over elkaar legt, aquarellen aanbrengt en soms houtskoolstreken gebruikt om meerlagige geplakte oppervlakken te creëren. Het resultaat? Composities die gefragmenteerde herinneringen, gebroken identiteiten en verspreide verhalen samenbrengen met een coherentie die op een artistiek wonder lijkt.

Laten we even stilstaan bij haar techniek. Elk werk is een minutieuze getuigenis van gelaagde papiertjes, alsof de kunstenares geduldig een gebroken wereld stukje bij beetje heropbouwt. Deze methode is niet slechts een technische prestatie, het belichaamt de centrale metafoor van haar werk: overleven in een gebroken wereld vereist het bijeenbrengen van fragmenten om zin te geven aan de chaos. Precies dat doet Berrío met haar collages: ze herstelt een schijn van orde uit uiteenlopende stukken, terwijl ze de inherente fragiliteit van die reconstructie zichtbaar houdt.

Voor de meeste uitgestalde werken werkte Berrío samen met leden van het New Yorkse danscollectief GALLIM. Kun je je het tafereel voorstellen? De kunstenares leverde kostuums aan het gezelschap, waaronder deze angstaanjagend realistische kattenmaskers die in meerdere doeken verschijnen, en fotografeerde vervolgens de dansers in volle uitvoering als referentie voor haar schilderijen. Het resultaat is indrukwekkend: expressieve gebaren vastgelegd vanuit verontrustende hoeken, zoals in “Cheyava Falls” (2024), waar onnatuurlijke poses een geforceerde uitvoering suggereren en de druk om te conformeren in een ruimte waar persoonlijke autonomie vaak wordt beperkt, weerspiegelen.

Wat meteen opvalt aan deze werken is hun claustrofobische kwaliteit. De perspectieven lijken doelbewust vervormd, de hoeken afgeplat en de figuren vertonen afwijkende proporties. Deze vervormingen zijn geen technische fouten maar bewuste keuzes die de ontwrichtende visie van de kunstenares vertalen. De werelden die zij creëert zijn tegelijk vertrouwd en diep vreemd, alsof we de realiteit door een vervormende prisma bekijken.

In “The Spectators” heft een danseres die een kostuum in een kledingfabriek probeert haar masker op om ons recht aan te kijken. Op de achtergrond, onder het waakzame oog van een mannelijke toezichthouder, kijken rijen naaisters naar het tafereel. Dit spel tussen waarnemers en waargenomenen stelt een fundamentele vraag: wat betekent kijken en bekeken worden? Wie heeft werkelijk de macht in deze dynamiek van kijken?

Verschillende werken, waaronder “Elysium Mons” en “Anseris Mons”, ont hun titels ontleend aan vulkanen op Mars. Deze schilderijen tonen onderwerpen waarvan de gezichten, wanneer ze niet verborgen zijn onder maskers, bijna ononderscheidbaar zijn tussen hun kostuums met complexe patronen en hun zwaar theatermake-up. Met deze titelkeuze lijkt Berrío onze aandacht te vestigen op de nietigheid van de mensheid tegenover de uitgestrektheid van het heelal, waarbij ze ons herinnert aan onze bescheiden positie in een uitgestrekt en onvoorspelbaar universum.

De gefragmenteerde en gelaagde kleding van de figuren lijkt op bewegende topografieën, een effect dat wordt versterkt door het gebruik van onsamenhangende perspectieven door de kunstenaar, die ons onderdompelen in de verontrustende werelden die zij afbeeldt. De delicate materialen die Berrío op haar doeken aanbrengt contrasteren sterk met haar chaotische composities en roepen de kwetsbaarheid van mensheid en milieu op. Deze werken zijn metaforen voor overleving, waarbij fragmenten worden samengevoegd om betekenis te geven aan een gebroken wereld.

Door de droom van de Spaanse conquistadores over de mythische Zuid-Amerikaanse gouden stad te ondermijnen, portretteert Berrío’s “El Dorado” een levendige marktscène zonder materiële schatten, waarmee ze een alternatieve visie op waarde presenteert. Op de voorgrond serveert een figuur voedsel vanuit een kar. Rechts spelen groepen kinderen terwijl volwassenen, eenvoudig gekleed, ontspannen en socialiseren. Links, in een stompe hoek, ligt een vrouw in een uitgewerkte en dure uitziende kleding ongemakkelijk op een stoel. De juxtapositie van deze verschillende personages, zowel qua compositie als uiterlijk, roept het machtsongelijk geassocieerd met maatschappelijke hiërarchieën op en benadrukt de ontmenselijkende aspecten van materialisme. Voor Berrío lijkt echte rijkdom te liggen in menselijke verbindingen, niet in goud.

Maar voorbij deze duidelijke sociale kritiek, maakt het werk van Berrío deel uit van een diepgaande verkenning van het carnavaleske en het theatrale. De maskers en kostuums die in haar werken verschijnen zijn niet louter decoratieve accessoires, maar vormen een visuele taal die de noties van identiteit, transformatie en sociale performance onderzoekt.

Het masker is in het bijzonder een terugkerend en complex motief in haar werk. Als ultiem ambivalent object onthult het masker net zoveel als het verbergt. Het stelt degene die het draagt in staat zich te bevrijden van de gebruikelijke remmingen terwijl het een beschermende barrière tussen het individu en de buitenwereld creëert. In de werken van Berrío creëren de katachtige maskers een sfeer die zowel speels als sinister is, suggererend dat onze sociale interacties zelf vormen zijn van geritualiseerde maskerade.

Deze performatieve dimensie wordt versterkt door de samenwerking van de artieste met professionele dansers. Het bewegende lichaam wordt een uitdrukkingsvehikel dat de grenzen van verbale taal overstijgt. De gebaren vastgelegd in haar schilderijen, vaak verwrongen, uitgerekt of bevroren in ongemakkelijke houdingen, suggereren complexe emotionele toestanden die zich verzetten tegen een simpele interpretatie.

Er zit iets diep theatraals in Berrío’s aanpak. Haar composities lijken op scènes uit surrealistische stukken waarin de acteurs gevangen zitten tussen tegengestelde krachten: het verlangen naar authenticiteit en de druk van sociale conformiteit, individuele expressie en collectieve verwachtingen, persoonlijke vrijheid en institutionele beperkingen.

Theater, als een systeem van tekens en conventies, biedt een vruchtbare parallel om het werk van Berrío te begrijpen. In het theater accepteren we collectief een fictie terwijl we ons tegelijkertijd bewust blijven van het kunstmatige karakter ervan. Evenzo opereren de werelden die door Berrío worden gecreëerd volgens een coherente interne logica, terwijl ze voortdurend hun geconstrueerde aard aangeven via onmogelijke perspectieven en onwaarschijnlijke juxtapositities.

Criticus Fredric Jameson schreef dat “geschiedenis is wat pijn doet, het is wat verlangen weigert” [1]. Deze zin weerklinkt bijzonder met het werk van Berrío, dat de historische pijn erkent, met name die verbonden aan gedwongen verplaatsingen, migraties en politieke gewelddaden, terwijl het benadrukt dat verlangen en verbeeldingskracht mogelijk zijn als krachten van verzet.

Want ondanks het symbolische geweld dat zijn werken doordrenkt, behoudt Berrío een onwankelbaar geloof in het menselijke vermogen om schoonheid te scheppen uit chaos. Haar kunst is een vorm van esthetisch verzet die bevestigt dat zelfs in een gefragmenteerde wereld de creatieve daad een vitale bron van betekenis en verbinding blijft.

In dit opzicht echoot haar werk de theorieën van socioloog Zygmunt Bauman over de “vloeibare moderniteit” [2], die hedendaagse conditie gekarakteriseerd door de voortdurende instabiliteit van identiteiten, relaties en instituties. In een dergelijke context, suggereert Bauman, worden individuen voortdurend gedwongen zichzelf opnieuw uit te vinden tegenover sociale structuren die voortdurend veranderen.

De figuren die de schilderijen van Berrío bevolken lijken precies bezig met dit continu proces van zelfvernieuwing. Hun gefragmenteerde lichamen, hun gemaskerde of verduisterde gezichten, hun incongruente houdingen, al deze elementen suggereren identiteiten in flux, wezens in transit die hun plaats onderhandelen in een wereld waarvan de regels constant veranderen.

Wat Berrío zo meesterlijk vastlegt, is die fundamentele spanning tussen fragmentatie en cohesie, tussen ontbinding en recompositie. Haar collages, minutieus opgebouwd uit honderden gescheurde stukjes papier die daarna zorgvuldig worden samengevoegd, verbeelden letterlijk dit proces. De techniek sluit hierdoor perfect aan bij de boodschap: vorm en inhoud versmelten tot een coherente uitdrukking van onze hedendaagse conditie.

Maar Berrío gaat verder dan een eenvoudige sociologische constatering. Haar werk bevat een diep utopische dimensie die benadrukt moet worden. Door haar chaotische maar zorgvuldig georkestreerde composities suggereert ze de mogelijkheid van harmonie die uit wanorde voortkomt, van een gemeenschap die zich herstelt na de catastrofe.

In het bijzonder is haar behandeling van vrouwelijke figuren veelzeggend. De vrouwen die haar werken bevolken worden niet afgebeeld als passieve slachtoffers van de krachten die hen verplaatsen, maar als actieve agenten van hun eigen lot. Hun directe blik, hun bevestigde lichamelijke aanwezigheid, hun intieme relatie met hun omgeving, al deze elementen suggereren een vorm van stille maar krachtige weerstand.

Deze feministische dimensie is niet anekdotisch in het werk van Berrío. Het past in een Latijns-Amerikaanse artistieke traditie die vaak het vrouwelijke lichaam heeft gebruikt als plek van politieke en sociale contestatie. Zoals aangetoond in de tentoonstelling “Radical Women: Latin American Art, 1960-1985” (gepresenteerd in het Brooklyn Museum in 2018), hebben vrouwelijk kunstenaars uit Latijns-Amerika historisch gezien innovatieve visuele strategieën ontwikkeld om patriarchale en koloniale machtsstructuren uit te dagen.

Berrío sluit zich aan bij deze lijn terwijl ze een duidelijk eigentijdse visuele taal ontwikkelt. Haar multicultureel geïnspireerde collages, die Japanse technieken en materialen integreren in composities met Colombiaanse referenties, weerspiegelen een geglobaliseerde gevoeligheid die eenvoudige categorisaties overstijgt.

De kunstenaar zelf heeft beschreven hoe haar werk wordt gevoed door haar immigratie-ervaring: “Het lijkt op mijn manier van denken. Ik voeg ideeën samen uit de realiteit, de verbeelding, alles wat ik zie en voel. Wanneer je naar deze werken kijkt, is er een chaotisch gevoel dat soms leidt tot abstractie, en dat is vergelijkbaar in mijn hoofd. Mijn ideeën zijn chaotisch en erg emotioneel” [3].

Deze verklaring onthult hoezeer het creatieve proces van Berrío intrinsiek verbonden is met haar persoonlijke ervaring van verplaatsing en aanpassing. Haar collages zijn niet zomaar esthetische objecten los van de realiteit, maar concrete manifestaties van een diasporisch bewustzijn die constant navigeert tussen verschillende werelden, talen en referentiesystemen.

Er is iets diep cinematografisch aan de manier waarop Berrío haar beelden opbouwt. De onverwachte kaders, de surrealistische juxtapositie, de meerdere perspectieven; al deze elementen roepen de technieken van filmmontage op, waarbij de betekenis ontstaat uit de botsing tussen verschillende opnames.

Deze cinematische kwaliteit is vooral duidelijk in werken zoals “The Spectators”, waar verschillende scènes gelijktijdig lijken plaats te vinden in een gecomprimeerde ruimte. Het oog van de toeschouwer wordt uitgenodigd om het oppervlak van het doek te verkennen als een camera die zich beweegt door verschillende ruimte-tijden, waarbij geleidelijk nieuwe verhalende dimensies worden onthuld.

Om eerlijk te zijn, wat mij het meest aanspreekt in het werk van Berrío, is haar vermogen om werken te creëren die op verschillende interpretatieniveaus functioneren. Op het eerste gezicht verleiden haar collages door hun formele schoonheid, hun kleurrijke rijkdom en hun technische virtuositeit. Maar hoe langer je er naar kijkt, hoe meer je de lagen betekenis ontdekt die erin verborgen liggen, subtiele sociaal-politieke commentaren, historische verwijzingen en psychologische resonanties.

Deze complexiteit is zeldzaam in het hedendaagse kunstlandschap, waar te veel werken genoegen nemen met lege formalisme of simplistisch politiek boodschap. Berrío weigert deze reducerende dichotomie. Haar kunst is zowel visueel boeiend als intellectueel stimulerend, sensueel en cerebraal, persoonlijk en politiek.

In een tijd waarin aandacht een schaars goed is en de meeste beelden binnen enkele seconden op schermen worden geconsumeerd, eisen en belonen de collages van Berrío een langdurige contemplatie. Ze weerstaan de logica van instantheid en nodigen uit tot een diepere, meer meditatieve betrokkenheid.

Misschien ligt daarin de ware radicaliteit van haar werk: in haar nadruk op traagheid, complexiteit en ambiguïteit in een tijd die wordt gekenmerkt door snelheid, vereenvoudiging en polarisatie. Haar collages herinneren ons eraan dat sommige ervaringen, esthetisch, emotioneel, existentieel, niet kunnen worden gereduceerd tot simpele formules of eenduidige boodschappen.

Om terug te komen op de tentoonstelling “The End of Ritual”, deze titel is bijzonder veelzeggend. In een wereld waar traditionele rituelen geleidelijk hun grip verliezen, waar gemeenschappen fragmenteren en zekerheden instorten, wat wordt dan onze capaciteit om betekenis aan ons bestaan te geven? Hoe handhaven we een gevoel van sociale cohesie tegenover de centrifugale krachten van individualisme en technologie?

Deze vragen doorkruisen impliciet het werk van Berrío. Haar collages kunnen worden gezien als pogingen om nieuwe visuele rituelen te creëren voor een post-traditionele tijd, nieuwe mythologieën voor een onttoverde wereld. Door haar zorgvuldig ambachtelijke proces bevestigt ze de waarde van tijd, aandacht en zorg in een cultuur van versnelling en afleiding.

Door momenten van veerkracht en transformatie vast te leggen, vieren de indrukwekkende schilderijen van Berrío het vermogen van gemeenschappen om zich te verzamelen temidden van chaos. In een tijd waarin politieke structuren instorten, herinnert “The End of Ritual” ons eraan dat autonomie herwonnen kan worden, zelfs midden in de wanorde.

En als je na dit alles nog niet overtuigd bent, vraag ik me serieus af wat je doet in een hedendaagse kunstgalerie. Misschien moet je terugkeren naar je nep-NFT’s en de volwassenen het echte werk laten waarderen van een kunstenaar die, in tegenstelling tot zoveel anderen, echt iets te zeggen heeft en weet hoe ze het op een buitengewone manier kan zeggen.


  1. Fredric Jameson, “The Political Unconscious: Narrative as a Socially Symbolic Act”, Cornell University Press, 1981.
  2. Zygmunt Bauman, “Liquid Modernity”, Polity Press, 2000.
  3. María Berrío, interview met Artnet News, 2024.
  4. Victoria Looseleaf, “María Berrío: ‘A Cloud’s Roots'”, Art Now LA, 2019.
Was this helpful?
0/400

Referentie(s)

María BERRÍO (1982)
Voornaam: María
Achternaam: BERRÍO
Geslacht: Vrouw
Nationaliteit(en):

  • Colombia
  • Verenigde Staten

Leeftijd: 43 jaar oud (2025)

Volg mij