English | Nederlands

Dinsdag 18 November

ArtCritic favicon

Nikola Vudrag: het mythische smeedwerk in staal

Gepubliceerd op: 7 November 2025

Door: Hervé Lancelin

Categorie: Kunstkritiek

Leestijd: 11 minuten

Nikola Vudrag beeldhouwt met Corten-staal om oude mythen te materialiseren via monumentale werken die geometrische strengheid en symbolische diepte combineren. Zijn publieke interventies, van Venetië tot Malta, herinterpreteren de figuren van Atlas, Prometheus en Herakles door onze hedendaagse relatie tot vorm, licht en traditie te bevragen.

Luister goed naar me, stelletje snobs: er zijn nog steeds kunstenaars die het aandurven om de ruwe materie onder ogen te zien zonder zich te verschuilen achter de conceptuele slimmigheidjes van onze tijd. Nikola Vudrag, Kroatische beeldhouwer geboren in 1989, behoort tot dat zeldzame ras dat het gewicht van staal verkoos boven theoretisch gebabbel. Opgeleid aan de academies van Rijeka en vervolgens Zagreb, waar hij in 2012 werd bekroond als beste student, transformeert deze erfgenaam van een lijn metallurgen ijzer tot tastbare meditatie. Zijn monumentale sculpturen, tentoongesteld van Venetië tot Malta en Dubai, bevragen onze relatie met mythe, vorm en tijd met een durf die scherp afsteekt tegen het huidige landschap van de hedendaagse kunst.

Het werk van Vudrag ontvouwt zich in verschillende afzonderlijke reeksen: de twaalf werken van Herakles die de Griekse mythologie herzien, geometrische diamanten in Corten-staal, de serie Net-Work bestaande uit duizenden gelaste metalen staven, en monumentale interventies in de openbare ruimte. Zijn plastische vocabulaire put uit zowel geometrie en natuurkunde als uit antieke verhalen, en creëert zo een beeldtaal die de schijnbare eenvoud van decoratie weigert. Zijn Atlas en Prometheus, gepresenteerd tijdens de 60e Biënnale van Venetië, belichamen deze dubbele eis: formele strengheid en symbolische diepte. De kunstenaar zoekt niet te behagen, maar confronteert de kijker met essentiële vragen over de menselijke conditie.

Plato bezoekt regelmatig het atelier van Vudrag, ook al benoemt de beeldhouwer hem niet altijd expliciet. De platonische onderscheiding tussen de wereld van ideeën en die van zintuiglijke verschijningen vindt in zijn werk een onverwachte reconciliatie. Wanneer Vudrag zijn lichtgevende diamanten creëert, waaruit licht ontspringt uit de openingen van een roestige stalen schelp, beperkt hij zich niet tot een formeel spel: hij materialiseert de overgang van het begrijpelijke naar het zintuiglijke. Deze sculpturen worden operationele metaforen van de vormentheorie. Staal, een basismateriaal uit de industrie, dient als mal voor een licht dat de idee zelf afbeeldt. Overdag onthullen deze werken hun ruwe structuur, zichtbare lasnaden, hun aardse zwaarte. ‘s Nachts transformeert het innerlijke licht hen in geometrische tekeningen, in pure lichtabstracties die hun eigen materialiteit lijken uit te dagen.

Deze dialectiek tussen materie en idee doorkruist Vudrags gehele productie. In zijn Peren van de Hesperiden, tentoongesteld op de eerste Biënnale van Malta, siert licht niet alleen maar vormt het de essentie van het werk zelf. De kunstenaar verwijst expliciet naar Plato en Aristoteles wanneer hij zijn creatieve proces beschrijft en erkent dat “alleen de denkbeeldige wereld van ideeën de perfecte vorm kan bereiken”, terwijl onze realiteit noodzakelijkerwijs onvolmaakt blijft. Deze filosofische helderheid bracht hem ertoe zijn benadering om te keren: in plaats van tevergeefs de perfectie in positieve vorm na te streven, creëert hij metalen schalen die de leegte vormgeven, waardoor het licht, die oude platonische metafoor voor kennis, de negatieve ruimte kan bewonen. Het resultaat produceert een indrukwekkend effect: monumentale, ruwe vormen overdag, elegante lichttekeningen ‘s nachts, alsof de Idee letterlijk uit de materie opdoemt.

Het systematisch gebruik van Cortenstaal versterkt deze filosofische dimensie. Vudrag houdt van de ironie van dit materiaal dat zichzelf beschermt door zijn eigen corrosie, waardoor wat normaal gesproken metalen vernietigt, verandert in een behoudsmechanisme. Hij beschrijft deze mix van edele en gewone metalen als “het bloed van de aarde, iets als ichor, die etherische vloeistof uit Homer’s mythes bekend als het bloed van de goden en reuzen” [1]. Deze bijna-animistische opvatting van het materiaal overstijgt het poëtische anecdote: ze plaatst het beeldhouwkundige werk in een kosmogonie waarin de materie zelf een mythologische dimensie bezit. Het staal wordt drager van een geheugen en intentionaliteit die resoneren met de oude verhalen die Vudrag herbekijkt. Atlas die het gewicht van de wereld draagt, Prometheus die gebonden is omdat hij het vuur stal: deze mythologische figuren vinden in het geoxideerde Cortenstaal een medium dat hun symbolische lading versterkt.

Het monumentale beeldhouwwerk heeft een lange en woelige geschiedenis, bezaaid met pompeuze gedenktekens, totalitaire vieringen en spectaculaire mislukkingen. Vudrag plaatst zich binnen deze eeuwenoude traditie, terwijl hij deze heroriënteert naar hedendaagse zorgen. Zijn monument voor Nikola Tesla, deze “sculptuur-transmissielijn” van twaalf meter hoog en twee ton zwaar, combineert functionaliteit en esthetiek, stedelijk design en nationaal erfgoed. Dit soort openbare werken vereist een formidabele technische beheersing: statische berekeningen, fundamenten van twintig kubieke meter beton, coördinatie van teams van tien personen of meer. Weinig hedendaagse beeldhouwers kunnen aanspraak maken op deze schaalambitie. De meesten geven de voorkeur aan tijdelijke installaties en bescheiden interventies, alsof monumentaliteit per definitie verdacht is geworden.

Toch eist Vudrag deze schaal zonder complexen op. Zijn Poseidon van vier meter, opgesteld met uitzicht op de zee, zijn interactieve viool waarmee voorbijgangers noten kunnen spelen, zijn Enso op het centrale plein van Čakovec: deze stedelijke interventies verwerpen de postmoderne bescheidenheid. Ze stellen dat beeldhouwkunst nog steeds de openbare ruimte kan structureren, symbolische oriëntatiepunten kan creëren, collectieve ervaringen kan oproepen. Deze ambitie brengt hem paradoxaal genoeg dicht bij de Amerikaanse minimalisten, in het bijzonder Richard Serra, waarvan meerdere critici de materiële en visuele nabijheid benadrukten. De Cortenstalen platen van Vudrag, met hun kenmerkende patina en imposante fysieke aanwezigheid, onderhouden een duidelijke dialoog met het werk van Serra. Maar waar Serra pure abstractie en de fenomenologie van ruimtelijke waarneming vooropstelde, introduceert Vudrag opnieuw de figuur en de mythologische vertelling.

Dit verschil verdient nadere beschouwing. Het minimalisme van de jaren 1960-1970 had elke externe referentie aan het werk zelf geëlimineerd: de sculptuur sprak alleen over zichzelf, over zijn gewicht, volume en relatie tot de ruimte. Vudrag erft deze formele les, met strakke geometrie, eerlijkheid in materialen en afwijzing van picturale modellering, maar hij weerlegt deze in zijn kern door er symbolische inhoud aan toe te voegen. Zijn polygonale dieren, mythologische figuren, maskers uit de Net-Work-serie blijven herkenbaar ondanks hun geometrische behandeling. De kunstenaar maakt hiermee een gedurfde synthese tussen minimalistische zuiverheid en representatieve traditie, tussen hedendaagse abstractie en oude narratie. Deze positie maakt hem uiteraard kwetsbaar voor kritiek uit beide kampen: te figuratief voor de puristen van abstractie, te geometrisch voor liefhebbers van klassieke beeldhouwkunst.

De kwestie van de metallurgische traditie voegt een extra laag toe aan dit probleem. Vudrag benadrukt regelmatig zijn familiale afstamming: zijn vader en grootvader waren metallurgen, en hij leerde hun vakmanschap al in zijn jeugd via spel. Deze generatie-overdracht van de technische handeling is niet onbelangrijk in een tijd waarin de meeste kunstenaars het maken van hun werken uitbesteden aan gespecialiseerde ateliers. Vudrag vormt zelf het staal in zijn atelier van driehonderdvijftig vierkante meter, een voormalige industriële site die is omgebouwd tot een creatieruimte. Deze fysieke nabijheid tot het materiaal, deze intieme kennis van zijn eigenschappen en weerstanden beïnvloeden rechtstreeks de vormen die hij produceert. De kunstenaar ontwerpt geen sculpturen die anderen zouden uitvoeren: hij denkt zowel als smid als beeldhouwer, waarbij het materiaal gedeeltelijk het creatieve proces leidt.

Deze benadering contrasteert fel met de toenemende ontstoffelijking van de hedendaagse kunst. Terwijl sommige kunstenaars zich beperken tot het produceren van concepten, instructies of digitale bestanden, verdedigt Vudrag een archaïsche en heilzame opvatting van kunst als een fysieke confrontatie met de materie. Zijn handen dragen de sporen van deze strijd: lassbrandwonden, snijwonden, eelt. Zijn hele lichaam neemt deel aan de vervaardiging van monumentale werken die kracht en uithoudingsvermogen vereisen. Deze ambachtelijke dimensie zou achterhaald kunnen lijken als ze niet gepaard ging met een openness voor hedendaagse technologieën. Vudrag gebruikt 3D-scans om zijn sculpturen te documenteren, digitale modellen te creëren en versies op verschillende schaalgroottes te plannen. Hij integreert LED-verlichtingssystemen in sommige stukken, waarbij hij de mogelijkheden van digitaal benut zonder afstand te doen van het primair handmatige werk.

Zijn recente parcours getuigt van een groeiende internationale erkenning. De verkoop van het werk “Sumeran Maiden from the NET-WORK cycle (2023)” tijdens een liefdadigheidsveiling in Warschau voor bijna 190.000 euro onder de hamer zorgde voor opschudding en vestigde zijn waardering op de kunstmarkt. Dit duizelingwekkende bedrag zou argwaan kunnen wekken: bekroont de markt niet vaak de meest fletse kunstenaars? Maar in het geval van Vudrag gaat de commerciële waardering gepaard met een legitieme institutionele erkenning. Zijn deelnames aan de biënnales van Venetië en Malta, zijn publieke opdrachten in Kroatië, zijn tentoonstellingen in gevestigde Parijse galeries, zijn rol als ontwerper van de Kroatische euromunten: dit curriculum laat geen vraagtekens toe.

De kunstenaar toont zich trouwens bewust van de gevaren van commercieel succes. Gevraagd naar zijn toekomstige projecten, spreekt hij over zijn behoefte om regelmatig zich terug te trekken in zijn atelier, ver van het mediagerommel, om “de eenzaamheid, de introspectie en de oude boeken te herontdekken, bijna lopend op de fijne lijn tussen rede en waanzin op zoek naar een nieuw persoonlijk moment “Eureka!”” [1]. Deze formulering weerspiegelt een scherp begrip van het creatieve proces als een fragiele balans tussen rationele controle en geïnspireerde overgave. Vudrag leest enorm veel, filosofie, mythologie en wetenschapsgeschiedenis, en deze geleerdheid voedt zijn werk zonder het ooit te belasten met dode pedanterie. Zijn sculpturen spreken eerst visueel, door hun fysieke aanwezigheid en plastische kracht, voordat ze hun betekenislagen prijsgeven aan toeschouwers die de tijd nemen om ze te ontcijferen.

Er blijft de vraag over de mythe, die overal in zijn werk aanwezig is. Waarom die systematische terugkeer naar Griekse verhalen? Vudrag antwoordt zelf: “Als de geschiedenis zich in verschillende vormen duizenden jaren heeft herhaald, moet er een bepaalde boodschap zijn waar men aandacht aan moet besteden. Uiteindelijk hebben degenen die ik ontcijferd en begrepen heb, me geholpen mezelf en de wereld om me heen beter te begrijpen” [1]. Deze rechtvaardiging zou naïef lijken als men vergeet dat de Griekse mythen inderdaad een onuitputtelijke bron van psychologische archetypen en universele verhalenstructuren vormen. Atlas die de wereld draagt, Prometheus die het vuur steelt, Heracles die zijn twaalf werken voltooit: deze figuren verbeelden fundamentele menselijke ervaringen die nog steeds resoneren. De beeldhouwer behandelt ze niet als archeologische curiositeiten, maar als nog steeds actieve betekenismatrices.

Zijn interpretatie van het duo Atlas-Prometheus illustreert deze levende benadering van de mythe. Atlas wordt de hand die uit de grond oprijst en een klassieke zuil grijpt, wat de last en kracht symboliseert die nodig zijn om de wereld te dragen. Prometheus wordt teruggebracht tot een hand die door een ketting wordt getrokken, wat de rebellie en het nastreven van kennis vertegenwoordigt, ondanks verschrikkelijke gevolgen. Vudrag koppelt deze twee figuren expliciet aan het menselijk lot: Atlas draagt het hoofd, zetel van de ideale wereld; Prometheus vertegenwoordigt de bewuste geest die in dat hoofd woont. Hun gezamenlijke lotsbestemming van eeuwige stress en druk vormt volgens de kunstenaar een universele menselijke ervaring. Deze existentiële lezing van oude mythen vermijdt het gevaar van simplistische allegorieën: de sculpturen vertalen niet mechanisch een vooraf bepaalde betekenis maar openen een reflectieruimte over onze conditie.

De omvang van Vudrags productie maakt net zoveel indruk als de kwaliteit ervan. In ongeveer tien jaar carrière heeft hij tientallen openbare sculpturen gemaakt, aan meer dan zestig tentoonstellingen deelgenomen en verschillende prijzen gewonnen. Dit hoge werktempo vereist een strakke organisatie van het atelier, een nauwkeurige beheersing van bestellingen en deadlines, vaardigheden die ruim buiten het strikt artistieke kader vallen. Vudrag blijkt ook ondernemer, manager en communicator te zijn. Zijn mediavaardigheid, zijn vermogen om zijn werk op toegankelijke wijze uit te leggen, zijn vaardigheid om met instellingen en verzamelaars te onderhandelen: deze extra-artistieke talenten hebben zeker bijgedragen aan zijn snelle opkomst. Sommige puristen zullen dit misschien zien als een toegeving aan de eisen van de markt, maar die kritiek lijkt onrechtvaardig. Een kunstenaar die monumentale sculpturen in de openbare ruimte wil maken, moet deze pragmatische dimensies nu eenmaal beheersen.

Het is tijd om wat lijnen uit te trekken. Het werk van Nikola Vudrag past in een eeuwenoude sculptuurtraditie, terwijl hij die tegelijk beïnvloedt volgens hedendaagse krachtlijnen. Zijn trouw aan staal en handwerk, geërfd uit een familieoverdracht, gaat samen met een scherp bewustzijn van de filosofische en esthetische uitdagingen van onze tijd. De dialoog die hij aangaat tussen minimalisme en figuratie, tussen geometrische abstractie en mythologische narratie, tussen monumentaliteit en intimiteit creëert een uniek domein binnen het huidige sculptuurveld. Noch nostalgische traditionalist, noch provocerende avant-gardist, Vudrag neemt een middenpositie in die misschien ongemakkelijk lijkt maar uiteindelijk vruchtbaar blijkt. Hij toont aan dat het nog steeds mogelijk is om materie ambitieus te bewerken zonder conceptuele diepgang op te geven, om monumentale openbare werken te creëren zonder sentimenteel te worden, om uit oude mythen te putten zonder stoffig academisme.

Zijn gebruik van licht als sculpturaal element vertrekt vanuit de platonische vaststelling van de onmogelijkheid om perfecte vormen te bereiken in de zintuiglijke wereld om zo een originele oplossing te bedenken: de negatieve vorm, de metalen mal die het licht opvangt. Deze omkering getuigt van een plastische intelligentie die zich niet tevredenstelt met het illustreren van filosofische ideeën, maar deze in de materie zelf laat werken. De beschermende roest van het Corten-staal, die hij vergelijkt met het bloed van de goden, hoort niet langer bij de chemische eigenschappen maar wordt een werkzame metafoor van de tijd die bewaart in plaats van vernietigt. Deze semantische verschuivingen, deze symbolische condensaties vormen het wezen van zijn werk: ze verhinderen dat zijn sculpturen kunnen worden herleid tot doorzichtige allegorieën en geven ze tegelijk een gelaagdheid aan betekenis die verder gaat dan de pure fysieke aanwezigheid.

Nikola Vudrag is nog een jonge kunstenaar. Hij heeft nog, als het lot het toestaat, meerdere decennia scheppingskracht voor zich. Het is moeilijk om de ontwikkelingen te voorspellen die zijn oeuvre zal doormaken: andere materialen, andere schalen, andere thema’s? De kunstenaar zelf spreekt met enthousiasme over de werken van Heracles die nog moeten worden voltooid, wat suggereert dat hij de mogelijkheden van de mythologische bron nog niet heeft uitgeput. Maar welke richting hij ook kiest, hij heeft al bewezen dat een beeldhouwer van de 21e eeuw nog staal en mythe kan aangaan met een strengheid die de gemakkelijke oplossingen van de tijd weigert. Die onbuigzaamheid in het nastreven van een persoonlijke visie, dat vermogen om formele strengheid en symbolische vrijgevigheid te combineren, die koppigheid om te beeldhouwen in plaats van te discursiveren: dat is wat lof verdient bij Nikola Vudrag. De rest, de veilingrecords, prestigieuze biennales en onderscheidingen, is slechts schuim aan de oppervlakte van een geduldig en koppig werk dat zijn spoor baant in het staal en in de tijd.


  1. Julien Delagrange, “A Conversation with Nikola Vudrag”, Contemporary Art Issue, 2024
Was this helpful?
0/400

Referentie(s)

Nikola VUDRAG (1989)
Voornaam: Nikola
Achternaam: VUDRAG
Geslacht: Man
Nationaliteit(en):

  • Kroatië

Leeftijd: 36 jaar oud (2025)

Volg mij