English | Nederlands

Dinsdag 18 November

ArtCritic favicon

Norbert Bisky: Het schilderen van een wereld in vrije val

Gepubliceerd op: 16 Mei 2025

Door: Hervé Lancelin

Categorie: Kunstkritiek

Leestijd: 11 minuten

Norbert Bisky vertaalt hedendaagse spanningen op zijn doeken in indrukwekkende visies. Met een virtuoze schildertechniek creëert hij composities waarin mannelijke lichamen zweven tussen hemel en aarde, waarmee hij onze hedendaagse menselijke conditie weergeeft, opgeschort tussen catastrofe en schoonheid, tussen val en mogelijke verlossing.

Luister goed naar me, stelletje snobs. Norbert Bisky is geen kunstmatige creatie van de hedendaagse kunstmarkt. Deze schilder, geboren in Leipzig in 1970, heeft eerst in de schaduw en daarna in de schijnwerpers een solide carrière opgebouwd met werken die de dubbele en soms tegenstrijdige erfenis van Oost en West in zich dragen. Ik kan me niet tevreden stellen met wat uw ogen op Instagram hebben gezien. Zijn schilderijen moet je in het echt bekijken, hun fysieke aanwezigheid voelen, om die constante spanning tussen lichtheid en afgrond te begrijpen.

Als je ooit een doek van Bisky hebt gezien, weet je het. Deze jonge mannelijke lichamen, vaak zwevend in de ruimte, alsof ze gewichtloos zijn of in vrije val verkeren. Die felle of juist donkere kleuren afhankelijk van de periode. Die beheersing van de schildertechniek. Maar weet je echt wat je ziet? Bisky nodigt ons uit op een complexe reis, een duik in zijn persoonlijke psyche die, als een vervormde maar waarheidsgetrouwe spiegel, de woelige geschiedenis van Duitsland weerspiegelt.

Het kind van Leipzig groeide op in een diep communistisch gezin in de DDR. “Ik behoor tot een heel communistisch gezin dat daar echt in geloofde,” vertrouwde hij toe [1]. Stel je eens voor wat dat betekent: opgroeien in een systeem waarin socialistische beelden de dienst uitmaken, waar propagandaposters deel uitmaken van het dagelijks leven, waar de officiële esthetiek in elke hoek van het leven doordringt. Voor de jonge Bisky werd deze visuele matrix zowel een juk als een vruchtbare bodem voor zijn toekomstige creatie.

De val van de Muur in 1989 betekent voor hem een fundamentele breuk. Terwijl hij zijn militaire dienst vervult, stort de wereld letterlijk rondom hem in elkaar. Bisky hoort het nieuws pas de volgende ochtend. “We werden bijeengeroepen voor de ochtendgymnastiek en de dienstdoende onderofficier kondigde aan: ‘De Muur is open.’ We maakten moe gesticulerende bewegingen van ongeloof: het was beslist te vroeg voor slechte grappen,” vertelt hij [2]. Deze anekdote vat de schok, het ongeloof en de desoriëntatie samen die volgden op deze historische gebeurtenis. Hoe kan een jongeman die gevormd is in het socialistische mal, plotseling navigeren in een ongebreidelde kapitalistische wereld?

Een ontmoeting zal beslissend blijken: die met de schilder Georg Baselitz, van wie hij leerling wordt in Berlijn. Onder de hoede van deze meester zal Bisky zijn eigen stem, zijn eigen schildertaal ontwikkelen. Niet door zijn mentor na te bootsen, maar door zijn persoonlijke weg te vinden. “Het was een geweldige dialoog, maar altijd met een zekere afstand, want ik was geen fan,” benadrukt hij [3]. Deze geestesvrijheid stelt hem in staat zijn eigenheid te smeden in het Duitse kunstlandschap.

Bisky’s eerste werken dragen duidelijk de sporen van het socialistisch realisme dat zijn jeugd heeft gevormd. Maar het is geen eenvoudige nostalgische toe-eigening. De kunstenaar voert een subtiele wending uit door in deze beelden van atletische lichamen en idyllische landschappen een dosis homo-erotische subversie en een bijna bovennatuurlijk licht te injecteren. Hij transformeert de visuele codes van zijn verleden om zijn eigen demonen uit te drijven. “Ik moest de DDR uit mijn ziel schilderen,” bekent hij [4]. Deze cathartische aanpak wordt de motor van zijn schepping.

Homoseksualiteit, een centraal element van zijn identiteit, komt naar voren in zijn werk zonder ooit in simplistisch activisme te vervallen. Zijn jonge mannen, vaak afgebeeld in dubbelzinnige houdingen tussen kwetsbaarheid en kracht, belichamen een complexe mannelijkheid, ver weg van stereotypen. Daarmee sluit Bisky aan bij een lange artistieke traditie die, van Michelangelo tot Francis Bacon, de representaties van het mannelijk lichaam bevraagt. Maar hij voegt er zijn eigen hedendaagse gevoeligheid aan toe, gevoed door de huidige gaycultuur en de esthetiek van sociale netwerken.

Bij nadere beschouwing ontwikkelt Bisky een hele visuele antropologie. Zijn zwevende lichamen, in suspensie of val, worden de perfecte metaforen voor een menselijke conditie gekenmerkt door instabiliteit en het verlies van houvast. Daarmee overstijgt hij ruimschoots het kader van zijn persoonlijke geschiedenis om het universele aan te raken. Is het niet onze hele tijd die lijkt te verkeren in een voortdurende vrije val, tussen klimaatcatastrofes, politieke crises en digitale duizelingen?

Het verblijf in Madrid in de jaren negentig vormt een belangrijk keerpunt in zijn loopbaan. De ontdekking van de grote Spaanse meesters in het Prado, Goya, Ribera, Zurbarán, heeft zijn palet en zijn benadering van de representatie diepgaand beïnvloed. “Ik was vreselijk arm en mijn studio was kleiner dan het doek, dus ging ik naar het Prado en kopieerde ik de oude meesters”, vertelt hij [5]. Deze dompeling in de Spaanse barokke schilderkunst opent hem nieuwe perspectieven, vooral in de behandeling van licht en lichamen.

In de loop der jaren maakt het werk van Bisky een significante evolutie door, van de pastelkleurige en lichte tonen van zijn beginfase naar donkerdere en dramatischere sferen. Deze verandering is niet toevallig. Ze getuigt van een geleidelijk bewustzijn van het geweld en de spanningen die onze wereld doorkruisen. De aanslagen van 11 september 2001 vormen een eerste schok. Vervolgens bevindt Bisky zich in 2008 in Mumbai tijdens de terroristische aanslagen op de stad. “Daarvoor zag ik terrorisme als iets slechts, maar iets dat mij niet raakte, het was alsof ik beelden van vuur op tv bekeek. En toen zat ik er middenin”, bekent hij [6].

Deze traumatische ervaring voedt een reeks werken waarin het geweld op een directere manier binnenkomt. De lichamen zweven niet langer alleen; ze exploderen, fragmenteren, raken uit elkaar. Het palet wordt contrastrijker, de composities chaotischer. Toch houdt Bisky zelfs in deze apocalyptische taferelen een vorm van verontrustende, bijna decadente schoonheid vast. Dat is de fascinerende ambiguïteit van zijn schilderkunst: ze trekt ons aan door haar technische virtuositeit en haar chromatische intensiteit, terwijl ze ons confronteert met onze diepste angsten.

Religie vormt een andere rode draad in zijn werk, in constante dialoog met de communistische erfenis van zijn jeugd. Bisky groeide op in een officieel atheïstisch systeem, maar religieuze symbolen en verhalen hebben hem altijd gefascineerd, zoals blijkt uit zijn tentoonstelling “Pompa” die in 2019 werd gepresenteerd in de St. Matthäus-kerk in Berlijn. Deze spanning tussen politieke ideologie en spiritualiteit voedt een groot deel van zijn oeuvre, vooral in zijn benadering van thema’s als val, offer en verlossing.

Als men parallellen zou zoeken in de literatuur om het universum van Bisky te begrijpen, zou men zich tot Albert Camus moeten richten. De auteur van “De Val” heeft op soortgelijke wijze met scherpzinnigheid de existentiële vraagstukken van een man onderzocht die geconfronteerd wordt met de absurditeit van de wereld en zijn eigen eindigheid. De personages van Bisky, net als die van Clamence bij Camus, lijken te zweven in een duizelnde tussentoestand, halverwege hemel en aarde, tussen onschuld en schuld.

De schilderachtige wereld van Bisky roept onweerstaanbaar de esthetiek van Nabokov op. Er zijn diepe affiniteiten tussen de Duitse kunstenaar en de Russisch-Amerikaanse schrijver: beiden excelleren in de kunst om de val te transformeren in een transcendente esthetische ervaring. Zoals Nabokov die in “Lolita” of “Bleek Vuur” een verblindende proza uitspreidt om morele afgronden te verkennen, verandert Bisky de existentiële duizeling in schilderijen van aangrijpende schoonheid. Dit vermogen om angst te transformeren in formeel genot, deze manier om complexe visuele structuren te creëren waarin fragmentatie het principe van organisatie wordt, brengt deze twee scheppers onmiskenbaar dichter bij elkaar, hoewel alles hen leek te scheiden.

Literatuur en schilderkunst zijn twee manieren om de wereld te benaderen, te ontcijferen en te heruitvinden. Bisky, een ervaren filmliefhebber, put ook uit de zevende kunst om zijn verbeelding te voeden. De Duitse expressionistische film, met zijn scherpe contrasten en droomachtige sferen, weerklinkt in sommige van zijn composities. Maar misschien vindt men bij Fellini, met zijn mengeling van realisme en fantasie, de meest voor de hand liggende overeenkomsten met Bisky’s visuele universum.

Het menselijk lichaam is in Bisky’s werk nooit zomaar een lichaam. Het is een politiek slagveld, een betwist territorium, een plek waar de spanningen van de geschiedenis worden vastgelegd. Daarmee sluit de kunstenaar aan bij de zorgen van de hedendaagse sociologie, vooral in zijn benadering van kwesties rond gender, macht en identiteit. Zijn jonge mannen, zowel objecten van verlangen als politieke subjecten, belichamen de tegenstrijdigheden van een tijdperk dat schommelt tussen emancipatie en nieuwe vormen van sociale controle.

De sociologie van Pierre Bourdieu, met zijn analyses over mechanismen van symbolische dominantie en sociale reproductie, biedt waardevolle sleutels om het werk van Bisky te ontcijferen. De kunstenaar illustreert deze theorieën niet, maar geeft ze beelden, belichaamt ze in lichamen en situaties die ons direct aanspreken. Hoe wordt een identiteit opgebouwd in een wereld in transitie? Hoe vormen sociale structuren onze meest intieme verlangens? Deze vragen doorkruisen zijn hele oeuvre.

Door de minutieuze studie van Bisky’s persoonlijke en artistieke traject zien we een portret van het hedendaagse Duitsland ontstaan, met zijn breuken, trauma’s en hoop. De kunstenaar wordt zo, bijna tegen zijn wil, een bevoorrechte getuige van de sociale en politieke veranderingen die zijn land sinds de hereniging hebben getroffen. Zijn schilderijen vertellen een collectief verhaal door het prisma van een individuele ervaring.

Wat opvalt in Bisky’s parcours is zijn vermogen zich steeds opnieuw uit te vinden zonder ooit zijn fundamentele obsessies te verloochenen. Elke nieuwe serie brengt verrassingen op visueel gebied, maar past binnen een diepe samenhang. De kunstenaar aarzelde niet om risico’s te nemen, de verwachtingen van zijn verzamelaars te dwarsbomen en nieuwe gebieden te verkennen. “Ik ben gestopt met werken met hem, en toen ik de galerie verliet, dacht ik: ‘Dit is mijn leven, laten we schilderijen maken die er helemaal anders uitzien.’ Dus deed ik het, ik veranderde mijn stijl en probeerde mijn vrijheid terug te vinden”, vertrouwt hij toe over een te directieve galeriehouder [7].

Deze geestesonafhankelijkheid is zonder twijfel wat Bisky’s kracht is in het huidige kunstlandschap. In een tijd waarin zoveel kunstenaars tevreden zijn met het kopiëren van beproefde formules, blijft hij onderzoeken, bevragen, zichzelf in vraag stellen. Zijn atelier in Berlijn is een laboratorium waar elke dag het drama van de creatie zich afspeelt, met momenten van opwinding en perioden van twijfel. “Soms, rond half vijf ‘s ochtends, realiseer ik me dat ik de schildering net heb verpest. Dan moet ik een mes nemen en het vernietigen”, bekent hij [8].

Deze radicale eerlijkheid tegenover het creatieve proces is des te opmerkelijker in een kunstmarkt die vaak wordt gedomineerd door commerciële overwegingen. Bisky schildert allereerst voor zichzelf, gedreven door een innerlijke noodzaak die modetrends overstijgt. “De belangrijkste levensenergie die ik heb gaat naar mijn schilderijen. Ik probeer er ook mijn leven in te leggen”, verklaart hij [9]. Deze authenticiteit is onmiddellijk voelbaar bij het bekijken van zijn werken.

De titel van zijn tentoonstelling “Balagan” (2015), een Hebreeuws woord dat “chaos” betekent, vat de aard van zijn werk goed samen: een schijnbare wanorde die een diepe structuur verbergt, een vruchtbare verwarring waaruit indrukwekkende visioenen oprijzen. Zijn verblijf in Israël, net als dat in Rio de Janeiro of Mumbai, heeft zijn verbeelding gevoed met contrastvolle ervaringen, tussen schoonheid en geweld, tussen genot en dreiging. Schilderkunst wordt dan een middel om deze tegenstellingen vorm te geven, zichtbaar te maken en misschien tijdelijk draaglijk.

Want waar het uiteindelijk om gaat is: de wereld leefbaar maken ondanks haar verschrikkingen, een vorm van schoonheid vinden in de chaos. Bisky’s kunst, zoals die van de grote tragici, leidt ons niet weg van de afgrond; ze stelt ons in staat die te aanschouwen zonder ons er volledig in te verliezen. Zijn schilderijen zijn visuele koorddans-oefeningen waar het evenwicht altijd fragiel is maar nooit verbroken.

In onze tijd, geobsedeerd door vluchtige digitale beelden, benadrukt Bisky’s schilderkunst de noodzaak van een langzamer, zorgvuldiger en dieper kijken. “Ik wil mijn perspectief van onze tijd in mijn schilderijen leggen, want de meeste boodschappen die we op internet of via onze telefoons delen zullen verdwijnen. Schilderen is traag, maar het duurt ook langer”, legt hij uit [10]. Deze overtuiging in de duurzaamheid van de schilderkunst is ook een vorm van verzet tegen de algemene versnelling van ons leven.

Norbert Bisky neemt vandaag een bijzondere plaats in binnen de Duitse en internationale hedendaagse kunst. Noch helemaal mainstream noch in een opgeëiste marginaliteit, volgt hij zijn eigen weg met opmerkelijke vasthoudendheid. Zijn recente tentoonstellingen, “Mirror Society” in het SCAD Museum of Art (2022), “Taumel” in de König Galerie in Berlijn (2022) of “DISINFOTAINMENT” in de G2 Kunsthalle in Leipzig (2021), bevestigen de vitaliteit van zijn aanpak en zijn vermogen tot vernieuwing.

Voor sommige oppervlakkige critici blijft Bisky “de homoseksuele Duitse schilder” of “het kind van de DDR”. Deze beperkende etiketten gaan voorbij aan het essentiële: de rijkdom van een oeuvre dat, voorbij vastgeroeste identiteiten, onze gemeenschappelijke menselijkheid bevraagt in haar meest kwetsbare en intense aspecten. Zijn schilderijen spreken van val, maar ook van vlucht; van fragmentatie, maar ook van verbinding; van verlies, maar ook van mogelijke reconstructies.

Dus wat blijft er over als alles instort? “Niets. Of het licht”, antwoordt Bisky [11]. Dit laconic antwoord bevat alle wijsheid van zijn kunst. Tegen de altijd dreigende leegte stelt hij niet dogmatische zekerheden, maar de hardnekkige volharding van een schilderachtig licht. Dit licht dat, van de etherische pastellen van zijn vroege werken tot de heftige contrasten in zijn recente schilderijen, nooit is gestopt zijn werk te verlichten.

Het werk van Norbert Bisky is een brug geslagen tussen werelden die alles lijkt te scheiden: Oost en West, communisme en kapitalisme, schildertraditie en hedendaagse gevoeligheid, klassieke schoonheid en modern chaos. Door deze brug over te steken vinden we geen definitieve antwoorden, maar een uitnodiging om volledig te leven binnen de tegenstrijdigheden van onze tijd. En misschien is dat wel het grootste geschenk dat een kunstenaar ons tegenwoordig kan geven.


  1. Fragment uit een interview met Norbert Bisky, Collectors Agenda, 2016.
  2. Jörg Harlan Rohleder, “De man die beelden droomt”, König Galerie, 2017.
  3. Odrija Kalve, “Een manier om gelukkig te zijn”, Arterritory, 2016.
  4. Jurriaan Benschop, “Norbert Bisky”, Artforum, 2013.
  5. Interview met Norbert Bisky, König Galerie, 2017.
  6. Odrija Kalve, “Een manier om gelukkig te zijn”, Arterritory, 2016.
  7. Idem.
  8. Idem.
  9. Jörg Harlan Rohleder, “De man die beelden droomt”, König Galerie, 2017.
  10. Odrija Kalve, “Een manier om gelukkig te zijn”, Arterritory, 2016.
  11. Jörg Harlan Rohleder, “De man die beelden droomt”, König Galerie, 2017.
Was this helpful?
0/400

Referentie(s)

Norbert BISKY (1970)
Voornaam: Norbert
Achternaam: BISKY
Geslacht: Man
Nationaliteit(en):

  • Duitsland

Leeftijd: 55 jaar oud (2025)

Volg mij