English | Nederlands

Dinsdag 18 November

ArtCritic favicon

Raghav Babbar: De ziel van het gewone India

Gepubliceerd op: 23 Juni 2025

Door: Hervé Lancelin

Categorie: Kunstkritiek

Leestijd: 12 minuten

Raghav Babbar transformeert het gewone in buitengewoon door zijn dikke portretten van anonieme Indiërs. Deze Londense kunstenaar onthult universele waardigheid in de gezichten van verkopers, bewakers en gesluierde vrouwen, en creëert een hedendaagse schilderkunst die diep menselijk is en culturele grenzen overstijgt.

Luister goed naar me, stelletje snobs. Wat ik jullie ga zeggen zal jullie misschien ongemakkelijk maken, maar Raghav Babbar laat ons iets zien dat de meesten van ons zijn vergeten te zien. In zijn doeken, dik als gestolde lava, in die verflagen die wekenlang drogen in de vochtigheid van Londen, geeft hij ons een blik op de menselijkheid die onze kleine esthetische zekerheden overstijgt. Deze man van achtentwintig jaar, geboren in Rohtak nabij Delhi, schildert het gewone met een intensiteit die Lucian Freud zou doen blozen. En geloof me, dat is precies wat we vandaag nodig hebben.

Als je naar zijn portretten kijkt van kolenverkopers, bewakers, vrouwen die achter doorschijnende dupatta’s verborgen zijn, begrijp je onmiddellijk dat Babbar niet doet aan exotisch pittoreske beelden. Nee, hij doet iets veel radicalers: hij schildert de waarheid. Die rauwe waarheid die je in het gezicht wordt geslingerd wanneer je echt de tijd neemt om naar de mensen om je heen te kijken. “Ik ben vooral geïnteresseerd in de emotionele kant en menselijke uitdrukkingen,” zegt hij [1]. Dat is zeker de eerlijkste verklaring die een figuratieve schilder vandaag kan maken.

Zijn doeken spreken ons allereerst aan door hun materialiteit. Die dikke pasta, die kleuren die lijken te zijn gewonnen uit de Indiase aarde zelf, die harde schaduwen die de gezichten uitsnijden als messen van puur licht. Babbar werkt met monastieke geduld, bouwt zijn werken laag voor laag op, wacht soms weken tot de verf genoeg gedroogd is om door te gaan. Deze traagheid is geen handicap, het is zijn kracht. Het stelt hem in staat dieper te graven in de ziel van zijn modellen, die micro-expressies te vangen die de menselijkheid onthullen in haar meest authentieke wezen.

De vergelijking met het werk van Satyajit Ray dringt zich natuurlijk op. Net als de grote Bengaalse filmmaker en schrijver bezit Babbar dat buitengewone vermogen om het gewone buitengewoon te maken zonder ooit de waarheid van zijn onderwerpen te verraden. Ray filmde de gewone mensen van Calcutta met dezelfde aandacht als voor de maharadja’s, waarbij in elk gebaar, elke blik, de hele complexiteit van de menselijke conditie werd onthuld. Babbar doet precies hetzelfde met zijn penseel. Zijn “Twee migranten in een trein” uit 2023 herinneren ons onmiddellijk aan de reizigers uit “Pather Panchali”, die anonieme gezichten die de hele geschiedenis van een land in beweging dragen.

Deze verwantschap met Ray is niet toevallig. Babbar put bewust uit de cinematografische beeldtaal, vooral uit de films van Bollywood, Ray of de Tamil cinema. Maar let op, het gaat hier niet om louter esthetische toe-eigening. De kunstenaar begrijpt dat de Indiase cinema, in haar diversiteit, een unieke visuele taal heeft gecreëerd om het hedendaagse India te bespreken. Door enkele van deze codes in de schilderkunst over te dragen, actualiseert hij een picturale traditie die dreigde te verharden in het academisme.

Deze benadering toont een indrukwekkende artistieke volwassenheid bij een zulk jonge man. Ray zelf had die capaciteit om westerse invloeden en Bengaalse gevoeligheid te mengen zonder ooit in imitatie te vervallen. Zijn films gingen in dialoog met Renoir of De Sica en bleven toch diep geworteld in de Indiase realiteit. Babbar werkt op dezelfde manier: hij assimileert technieken van de Londense School, vooral die van Freud, maar zet ze in dienst van een eigen visie. Het resultaat overstijgt ruimschoots de som van zijn invloeden om iets werkelijk origineels te creëren.

Kijk aandachtig naar “Komal in het atelier”, dat grote doek waarop hij zijn vriendin van bovenaf schildert. De minutie waarmee hij de bloemmotieven van haar jurk reproduceert toont niet alleen zijn oog voor detail, maar ook zijn genegenheid voor vrouwelijke schoonheid. Die tederheid in de observatie, dat vermogen om poëzie te zien in een gekreukte stof, is precies wat in veel hedendaagse kunst ontbreekt. Babbar herinnert ons eraan dat kunst een daad van liefde kan zijn zonder in sentimentaliteit te vervallen.

Maar het wordt pas echt interessant wanneer we de filosofische dimensie van zijn werk benaderen. Babbar sluit zich, bewust of onbewust, aan bij een bijzondere fenomenologische traditie, die ervan uitgaat dat kunst vooral een middel is om toegang te krijgen tot de essentie der dingen. Zijn portretten beperken zich niet tot het weergeven van het uiterlijk van zijn modellen: ze onthullen hun zijn-in-de-wereld, om Heideggers uitdrukking te gebruiken.

Deze benadering vindt haar wortels in het denken van Martin Heidegger, vooral in het concept alètheia dat hij herwerkte, die waarheid die zich aan de kunst openbaart. Voor Heidegger vertegenwoordigt het authentieke kunstwerk de wereld niet, het onthult haar. Het laat ons zien wat er altijd al was, maar wat wij niet konden waarnemen. Dat is exact wat Babbar doet met zijn portretten van gewone Indiërs: hij onthult ons de universele waardigheid van die gezichten die wij elke dag tegenkomen zonder ze echt te zien.

Deze openbaring verloopt via wat Heidegger de “strijd” noemde tussen de aarde en de wereld. De aarde is die ruwe materialiteit van de olieverf die Babbar met zoveel virtuositeit hanteert. De wereld is het universum van betekenissen dat zijn portretten voor ons openen. In “Dai Ma”, dat tedere portret van een vrouw die tijdens zijn jeugd bij hem heeft gewoond, zijn we getuige van die vruchtbare confrontatie tussen pure picturale materialiteit en de menselijke emotie die zij onthult.

Heidegger sprak ook over kunst als een middel om te vechten tegen het vergeten van het zijnde dat onze technische tijd kenmerkt. Onze moderne samenlevingen neigen ernaar mensen te transformeren in hulpbronnen, gegevens, statistieken. Authentieke kunst verzet zich tegen deze ontmenselijking door ons te herinneren aan wat onherleidbaar is in elk individueel bestaan. Babbar neemt volledig deel aan dit verzet. Zijn kolenverkopers, zijn bewakers, zijn gesluierde vrouwen worden nooit behandeld als sociologische types of etnografische curiositeiten. Ze worden geschilderd als unieke, onvervangbare personen, elk drager van een persoonlijk mysterie.

Deze existentiële dimensie van zijn werk wordt bijzonder duidelijk als men zijn situatie als kunstzinnige migrant beschouwt. Gevestigd in Londen sinds 2022, schildert Babbar India vanuit ballingschap. Deze geografische en culturele afstand scherpt zijn blik, stelt hem in staat zijn geboorteland met een nieuwe scherpzinnigheid te zien. “Ver weg van huis leven, foto’s bekijken van mijn familie, mijn vrienden, oude films en documentaires over India, dat doet me nadenken over mijn oorsprong,” vertrouwt hij toe [2].

Deze scheppende nostalgie heeft niets retro-achtigs. Het lijkt eerder op wat Heidegger de “vernietiging” van de traditie noemde: niet de vernietiging ervan, maar de scheppende ontmanteling die het mogelijk maakt de vergeten potenties terug te vinden. Door India vanuit Londen te schilderen, herontdekt Babbar zijn land, ziet het met nieuwe ogen. Hij ontsnapt aan folklore-clichés en nostalgische idealiseringen om iets diepers te bereiken: de kern van de hedendaagse Indiase ervaring.

Deze benadering verklaart waarom zijn doeken ook zo sterk resoneren bij internationale verzamelaars. Toen “De kolenverkoper” (2020/21) in maart 2023 bij Sotheby’s werd verkocht voor bijna 540.000 euro, meer dan tweeëntwintig keer de schatting, was het niet alleen maar een marktverschijnsel. Het was de erkenning van een universele waarheid onthuld door een bijzondere blik. Kopers, of ze nu Aziatisch, Europees of Amerikaans zijn, herkenden iets in deze Indiase gezichten dat hen direct aansprak.

Deze universaliteit in het bijzondere is precies wat Heidegger identificeerde als het kenmerk van authentieke kunst. Een werk is pas echt groot als het erin slaagt iets universeels te zeggen via de uitdrukking van een unieke ervaring. Babbar slaagt hierin omdat hij nooit probeert te behagen of gerust te stellen. Hij schildert wat hij ziet met een brutale eerlijkheid die respect afdwingt.

Neem “Warden” (2021), verkocht voor 120.000 euro bij Phillips in mei 2023. De titel wekt nieuwsgierigheid: waarom deze vrouw met de raadselachtige glimlach zo noemen? Babbar dwingt ons onze veronderstellingen te onderzoeken. Wie bewaakt wie in dit portret? Is het de bewaker die naar ons kijkt of zijn wij de hoeders van haar geheugen? Deze vruchtbare ambiguïteit onthult de conceptuele verfijning achter de schijnbare eenvoud van zijn schilderij.

Want laten we ons niet vergissen: ondanks zijn jonge leeftijd beheerst Babbar perfect de vraagstukken van de hedendaagse kunst. Hij weet dat het vandaag de dag schilderen van figuratieve portretten een enorm risico is. De hedendaagse kunstmarkt geeft over het algemeen de voorkeur aan formele innovatie en institutionele kritiek. Terugkeren naar portretschilderkunst betekent zich blootstellen aan beschuldigingen van conservatisme of gemakzucht.

Maar Babbar valt niet in een van deze valkuilen. Zijn schilderkunst is resoluut hedendaags, niet alleen door zijn uitvoering maar ook door zijn visie. Hij begrijpt dat onze hyperverbonden tijdperk paradoxaal genoeg heeft geleid tot een tekort aan menselijkheid. Onze schermen tonen ons dagelijks miljoenen gezichten, maar we zien eigenlijk niemand meer echt. Babbar leert ons opnieuw kijken. Zijn portretten functioneren als oefeningen om weerstand te bieden aan de heersende oppervlakkigheid.

Deze weerstand komt ook tot uiting in zijn techniek. In een tijd waarin alles steeds sneller gaat en digitale kunst het mogelijk maakt om met enkele klikken werken te creëren, stelt Babbar zich achter traagheid. Zijn dikke verflagen vereisen weken van droging. Deze ambachtelijke tijdelijkheid is geen archaïsme: het is een manifest. Het stelt dat sommige waarheden alleen bereikt kunnen worden door geduld en herhaling.

Deze filosofie van lange tijd is terug te zien in zijn manier van het opbouwen van zijn composities. Kijk naar “Aroma” (2023): elk detail lijkt zorgvuldig afgewogen, elke schaduw berekend. Deze nauwkeurigheid is niet obsessief. Het drukt een vorm van respect uit voor zijn modellen, een wil om hen recht te doen via kunst.

Deze ethiek van het portret vindt haar mooiste uitdrukking in zijn zelfportretten. “Amar (Zelfportret)” uit 2023 toont ons een jonge man met een ernstige blik, bewust van zijn verantwoordelijkheden als kunstenaar. Geen zelfgenoegzaamheid, geen verheerlijking: slechts de waarheid van een man die ervoor gekozen heeft zijn leven te wijden aan het onthullen van de schoonheid van de gewone wereld.

De recente evolutie van zijn werk bevestigt deze vroege rijpheid. Zijn laatste tentoonstellingen, met name “Orchestrated Characters” in de Larsen Warner-galerij in Stockholm, tonen een kunstenaar die begint nieuwe richtingen te verkennen zonder zijn fundamenten te verloochenen. De composities met meerdere figuren, de spelletjes met geometrische abstractie tonen een groeiende ambitie. Maar deze formele verfijning blijft in dienst van hetzelfde project: de menselijkheid vieren in haar diversiteit.

Wat ook opvalt bij Babbar is zijn scherpe bewustzijn van zijn missie als cultureel ambassadeur. “Ik hoop naar alle hoeken van de wereld te gaan om de schoonheid van mijn land te kunnen tonen, en ik hoop dat mensen worden beïnvloed om India te bezoeken”, verklaart hij [3]. Deze ambitie zou naïef kunnen lijken als ze niet gedragen werd door een zo doordachte artistieke visie. Babbar maakt geen cultureel toerisme: hij onthult de ziel van een land via zijn anonieme gezichten.

Deze benadering past in een lange traditie. Van Rembrandt die de Amsterdamse burgers schilderde tot Alice Neel die het volkse New York portretteerde, de grote portretschilders zijn altijd chroniqueurs van hun tijd geweest. Babbar zet deze traditie voort en past haar aan aan onze geglobaliseerde wereld. Zijn Indiërs spreken tot iedereen omdat ze universele emoties belichamen: waardigheid in tegenspoed, schoonheid in eenvoud, hoop ondanks de moeilijkheden.

Zijn vroege commerciële succes zou zorgen kunnen baren. Wanneer een kunstenaar van achtentwintig zijn werken in de zes cijfers ziet verkopen, bestaat er een risico op corruptie. Maar Babbar lijkt met beide benen op de grond te staan. “Ik ben eigenlijk niet goed met cijfers, en ik wil dat ook niet zijn,” bekent hij [4]. Deze ongebruikelijke wijsheid bij zo’n jonge man belooft het beste voor het vervolg van zijn carrière.

Want dat is waar het om draait: het vervolg. Babbar heeft al bewezen dat hij kan schilderen. Hij heeft getoond dat hij kan ontroeren en overtuigen. Nu rest het hem nog een oeuvre op te bouwen in de tijd, zijn visie te verdiepen zonder zich te herhalen. De tekenen zijn bemoedigend. Zijn laatste doeken onthullen een kunstenaar die niet bang is te experimenteren, formele risico’s te nemen om zijn boodschap te dienen.

Zijn volgende uitdaging zal waarschijnlijk zijn om die authenticiteit te behouden terwijl hij artistiek blijft evolueren. De valkuil zou zijn om vast te lopen in een succesvolle formule en gevangen te raken in zijn succes. Maar Babbar lijkt te intelligent en te gepassioneerd om daarin te trappen. Zijn opleiding aan het Lasalle College of Art in Singapore heeft hem de theoretische tools gegeven om zijn eigen praktijk te analyseren en te laten groeien.

De tentoonstelling afgelopen februari van enkele van zijn werken op de India Art Fair 2025 in India met de galerie Nature Morte was een belangrijke test. Zijn werk tonen in zijn geboorteland door zijn dubbele identiteit te verkennen met een andere benadering, voor zijn familie en vrienden die “mijn werk nooit in het openbaar hebben gezien”, zoals hij zelf zegt, is een moment van waarheid. Het was een gelegenheid om te meten of zijn visie op India overeenkomt met de realiteit die zijn landgenoten beleven.

Maar los van deze strategische overwegingen is wat echt telt bij Babbar zijn zeldzame vermogen om ons de schoonheid te laten zien waar we die niet hadden verwacht te vinden. In een wereld vol beelden herinnert hij ons eraan dat echt kijken een moeilijke kunst blijft. Zijn portretten leren ons geduld, empathie, en de vrijgevigheid van de blik.

Deze les overstijgt de artistieke context ruimschoots. In een tijd waarin identitaire breuklijnen overal lijken te verharden, laat Babbar ons zien dat er een gemeenschappelijke menselijkheid bestaat die grenzen overstijgt. Zijn Indiase straatverkopers spreken ons aan omdat ze emoties belichamen die wij allemaal kennen: de vermoeidheid van het werken, de trots op de behouden waardigheid, de hoop op een betere toekomst.

Deze universaliteit wist de culturele bijzonderheden niet uit. Integendeel, zij onthult hun rijkdom. De geplooide sari’s, de doorschijnende dupatta’s, de door de Indiase zon verweerde gezichten: al deze details vertellen ons over een specifieke wereld en tegelijk over onze gedeelde menselijkheid. Dat is de kunst van Babbar: ons laten reizen zonder exotisme, ons ontwortelen zonder ons te verliezen.

Wat Raghav Babbar zo waardevol maakt in het hedendaagse artistieke landschap is zijn vermogen om een oude genre te vernieuwen zonder het te verraden. Het portret leek veroordeeld door fotografie en conceptuele kunst. Babbar herstelt het aanzien ervan door te laten zien dat het de beste manier blijft om menselijke complexiteit te verkennen. Zijn doeken bewijzen dat figuratieve schilderkunst geen kunst uit het verleden is, maar een noodzakelijkheid van het heden.

Dat is een kunstenaar die het waard is nauwlettend te volgen. Niet omdat hij onze smaak bevestigt of onze zekerheden geruststelt, maar omdat hij ons dwingt de wereld met nieuwe ogen te zien. In zijn geduldige impasto’s en directe blikken schuilt iets dat weerstand biedt aan de heersende ontmenselijking. Iets dat ons herinnert waarom kunst bestaat: om de verborgen schoonheid van de wereld te onthullen en ons te verzoenen met onze menselijke condition.


  1. Nahmad Projects, “Raghav Babbar: Nieuwe schilderijen”, tentoonstelling mei-juli 2023, Londen
  2. Whitewall Magazine, “Raghav Babbar vindt schoonheid in het gewone”, interview met Pearl Fontaine, december 2023
  3. Artsy, “Hoe Raghav Babbar’s bedachtzame portretten de aandacht van verzamelaars hebben getrokken”, interview met Veena McCoole, juni 2023
  4. Esquire India, “Raghav Babbar over kunst, leven & het India-verhaal”, interview met Shaikh Ayaz, maart 2025
Was this helpful?
0/400

Referentie(s)

Raghav BABBAR (1997)
Voornaam: Raghav
Achternaam: BABBAR
Geslacht: Man
Nationaliteit(en):

  • India

Leeftijd: 28 jaar oud (2025)

Volg mij