English | Nederlands

Dinsdag 18 November

ArtCritic favicon

Rashid Johnson: De alchemist van de angst

Gepubliceerd op: 17 December 2024

Door: Hervé Lancelin

Categorie: Kunstkritiek

Leestijd: 5 minuten

De angstige gezichten van Rashid Johnson zijn totems van onze tijd. Gegraveerd in een mengsel van zwarte was en Afrikaanse zeep, resoneren deze getormenteerde figuren als stille kreten in onze verstoorde bewustzijn, erfgenamen van Messerschmidts “Karakterhoofden” maar gericht op het universele.

Luister goed naar me, stelletje snobs, ik weet dat sommigen van jullie nog steeds de voorkeur geven aan stillevens met gladde appels en portretten van grootmoeders in kant, maar het is tijd om wakker te worden: Rashid Johnson (geboren 1977) is een van de krachtigste kunstenaars van onze tijd. Vergeet je vooroordelen over hedendaagse kunst, je kleine zekerheden netjes gerangschikt als de paden van je Franse tuin. Johnson blaast dat allemaal op met een meesterlijkheid die je academische helden zou doen verbleken.

Laten we eerst praten over zijn manier om collectieve angst te behandelen, deze ziekte van onze tijd. Zijn “Anxious Men” en “Anxious Audiences” zijn geen eenvoudige krabbels die je vijfjarige neefje zou kunnen maken. Die gezichten, gegraveerd in een mengsel van zwarte was en Afrikaanse zeep, zijn stille kreten die weerklinken in onze verstoorde bewustzijnen. Deze gekwelde figuren, opgesteld als gevangenen van een systeem dat hen overstijgt, zijn de rechtstreekse erfgenamen van de “Karakterhoofden” van Franz Xaver Messerschmidt, met dat fundamentele verschil dat Johnson niet tracht individuele emoties te catalogiseren maar de essentie van ons maatschappelijk ongemak vast te leggen. Het is alsof Frantz Fanon Francis Bacon zou ontmoeten in een defecte lift.

Johnson verandert deze angstige gezichten in ware totems van onze tijd. Er is iets dat doet denken aan de Dan-maskers uit Ivoorkust, maar dan herzien door de lens van onze gefragmenteerde moderniteit. Toen Picasso zich de Afrikaanse maskers toeëigende, deed hij dat nog met een koloniale blik. Johnson echter heruitvindt deze formele taal met een scherp bewustzijn van hedendaagse identiteitspolitiek. Zijn raster aan gezichten doet denken aan de bewakingsschermen van onze paranoïde metropolen, waarbij elke kijker onvrijwillig een voyeur wordt van deze collectieve angst.

En wat te zeggen over zijn meesterlijke manier om materialen te transformeren? Zwarte zeep, sheaboter, gebroken spiegels zijn niet zomaar mediums, ze dragen een historische en symbolische lading die onze zekerheden over wat “nobele” kunst zou moeten zijn doet ontploffen. Johnson verandert deze alledaagse materialen in dragers van een diepe reflectie over identiteit, herinnering en macht. Wanneer hij sheaboter gebruikt, is het niet om het mooi of exotisch te maken, maar om ons te confronteren met onze vooroordelen over wat als legitiem artistiek materiaal geldt. Het is alsof Marcel Duchamp James Baldwin zou ontmoeten in een Afrikaanse cosmetica-winkel.

Maar waar Johnson werkelijk uitblinkt, is in zijn vermogen ruimtes te creëren die tegelijk heiligdommen zijn en confronterende zones. Neem zijn installatie “Antoine’s Organ”: deze monumentale structuur die levende planten, boeken, videomonitoren en gebroken schermen combineert, is een postmoderne kathedraal waar de natuur haar rechten terugwint op onze gezuiverde beschaving. Het is een stedelijke jungle die echoot aan de koloniale serres uit de 19e eeuw, maar dan met een volledig omgekeerde machtsverhouding. De planten zijn niet langer exotische exemplaren om te catalogiseren, maar levende aanwezigen die de witte ruimte van de galerij koloniseren.

Johnson speelt op opvallende wijze met onze verwachtingen rond “zwarte” kunst. Hij verwerpt clichés en gebruikt ze tegelijk als grondstof om iets radicaal nieuws te creëren. Zijn “Escape Collages” zijn geen louter decoratieve collages: het zijn mentale cartografieën van een identiteit in voortdurende bouw. Wanneer hij palmbomen of tropische motieven integreert, is dat niet om “authentiek” of “exotisch” te lijken, maar om de absurditeit van die verwachtingen zelf te benadrukken.

In zijn recentste werken, met name de “Soul Paintings” en de “God Paintings”, verdiept Johnson zijn verkenning van hedendaagse spiritualiteit nog verder. De vesica piscis, die amandelvormige figuur die door zijn recente werk loopt, is niet zomaar een decoratief motief. Het is een poort naar een dimensie waar het heilige en het profane samenvloeien. Deze schilderijen zijn geen vensters naar de ziel, het zijn spiegels die onze eigen spirituele zoektocht reflecteren in een wereld die haar traditionele oriëntatiepunten verloren heeft.

Het meest fascinerende aan Johnson is dat hij werken creëert die tegelijkertijd functioneren als krachtige esthetische objecten en als indringende sociale commentaren. Zijn “Broken Men”, die gefragmenteerde figuren gemaakt van mozaïektegels en gebroken spiegels, zijn portretten van onze gefragmenteerde menselijkheid. Het zijn geen slachtoffers die hij ons toont, maar overlevenden die hun littekens als medailles dragen. Het is alsof Louise Bourgeois Ralph Ellison ontmoet in een spiegelwinkel.

Zijn werk met mozaïeken en keramische tegels is bijzonder interessant. Deze materialen, traditioneel geassocieerd met huisdecoratie, worden onder zijn handen oppervlakken waarop een existentiële tragedie plaatsvindt. Scheuren, barsten, imperfecties zijn geen toevalligheden, maar essentiële elementen van het visuele vocabulaire. Het is alsof Johnson ons zegt dat de schoonheid juist ligt in deze breuken, deze discontinuïteiten die ons tot mensen maken.

De performatieve dimensie van zijn werk mag niet worden verwaarloosd. Zelfs in zijn ogenschijnlijk statische werken is er altijd een gevoel van beweging, van voortdurende transformatie. Zijn installaties zijn theaters waarop het drama van onze tijd wordt gespeeld. Omgegooide stoelen, groeiende planten, spiegels die de ruimte reflecteren en fragmenteren: alles draagt bij aan een complexe choreografie waarbij de toeschouwer ondanks zichzelf acteur wordt.

De film “Native Son” die hij in 2019 maakte is niet slechts een eenvoudige bewerking van de roman van Richard Wright: het is een radicale herinterpretatie die de vraag stelt naar de hedendaagse relevantie van raciale archetypen. Door het verhaal in onze tijd te plaatsen, beperkt Johnson zich niet tot het moderniseren van het verhaal, hij onthult de diepe resonanties met onze eigen sociale angsten.

Wat Johnsons werk vandaag de dag zo belangrijk maakt, is zijn vermogen om eenvoudige categorieën te overstijgen. Hij is geen “zwarte” kunstenaar die “zwarte” kunst maakt voor een “zwart” publiek. Hij is een kunstenaar die zijn persoonlijke ervaring als vertrekpunt gebruikt om universele kwesties te verkennen. Zijn werk spreekt over angst, identiteit, spiritualiteit en macht op een manier die resoneert met onze onrustige tijd.

In een kunstwereld geobsedeerd door makkelijke labels en marketingcategorieën blijft Johnson ongrijpbaar, en weigert hij zich in een comfortabel hokje te laten plaatsen. Zijn werk is een voortdurende uitdaging voor onze veronderstellingen over wat hedendaagse kunst kan of moet zijn. Dat is precies wat hem tot een van de belangrijkste kunstenaars van onze tijd maakt.

En mocht u nog niet overtuigd zijn, als u nog steeds de voorkeur geeft aan uw zondagse aquarellen, jammer dan voor u. Terwijl u zich verwondert over beperkte series zonsondergangen, blijft Johnson kunst creëren die ons dwingt de contradicties en angsten van onze tijd onder ogen te zien. Kunst die niet slechts onze muren decoreert, maar die deze op hun fundamenten doet beven.

Was this helpful?
0/400

Referentie(s)

Rashid JOHNSON (1977)
Voornaam: Rashid
Achternaam: JOHNSON
Geslacht: Man
Nationaliteit(en):

  • Verenigde Staten

Leeftijd: 48 jaar oud (2025)

Volg mij