English | Nederlands

Dinsdag 18 November

ArtCritic favicon

Rodel Tapaya: De archipel van metamorfoses

Gepubliceerd op: 27 Juli 2025

Door: Hervé Lancelin

Categorie: Kunstkritiek

Leestijd: 13 minuten

Rodel Tapaya transformeert Filipijnse mythen in hedendaagse epieken. Deze schilder uit Montalban ontwikkelt al twee decennia een unieke plastische taal die de diepe structuren van de postkoloniale verbeelding onthult. Zijn dichte en verhalende doeken combineren etnografisch onderzoek met formele verfijning om een werk te creëren van radicale moderniteit.

Luister goed naar me, stelletje snobs. Hier is een kunstenaar die categorisch weigert om uw keurig gestructureerde classificaties en voorgefabriceerde theorieën te accepteren. Rodel Tapaya, geboren in 1980 in Montalban in de provincie Rizal op de Filipijnen, schildert doeken die functioneren als topografische kaarten van het collectieve Filipijnse onderbewustzijn. Zijn werken illustreren niet alleen folkloristische verhalen; ze onthullen de geologische lagen van de culturele herinnering met chirurgische precisie en verwoestende poëzie.

De structurele antropologie van de hedendaagse mythe

Het werk van Tapaya vindt zijn diepste theoretische weerklank in de studies van Claude Lévi-Strauss, met name diens opvatting van mythe als taal die het onbewuste denken structureert. De kunstenaar zelf erkent deze invloed wanneer hij verklaart: “Zoals Lévi-Strauss geloofde, zijn mythen niet simpelweg een willekeurige constructie van primitieve overtuigingen of achterhaalde mentaliteiten, maar pseudo-verhalen. Ze leveren het basismateriaal voor een systematische analyse van het functioneren van de onbewuste geest” [1]. Deze theoretische benadering structureert zijn hele creatieve proces sinds zijn eerste onderzoeken naar de mythe van Bernardo Carpio: “Als een jonge, verbeeldingsrijke en gelovige jongen was ik ervan overtuigd dat het waar was” [2]. Deze benadering vormt fundamenteel de artistieke praktijk van Tapaya, die opereert als een etnograaf van de hedendaagse verbeelding.

In Baston ni Kabunian, Bilang pero di Mabilang (2011), een werk dat hem de prestigieuze Signature Art Prize opleverde, hanteert Tapaya een opmerkelijk verfijnde methode van structurele analyse van Filipijnse mythen. De figuur van Kabunian, scheppingsgod van de Cordillera’s in Noord-Luzon, wordt het organiserende middelpunt van een complex netwerk van binaire relaties: traditie/moderniteit, natuur/cultuur, heilig/onheilig. De kunstenaar beperkt zich niet tot het illustreren van de mythe; hij demonteert de samenstellende elementen om ze volgens een logica te herschikken die de diepe structuren van het hedendaagse Filipijnse denken onthult.

Deze methode sluit rechtstreeks aan bij de structurele antropologie van Lévi-Strauss in zijn vermogen om mythische invarianties te identificeren voorbij culturele variaties. Tapaya voert een ware archeologie van symbolische vormen uit, waarbij hij fundamentele mythemen opgraaft om ze te actualiseren binnen de postkoloniale context. Zijn collagetechniek, systematisch ontwikkeld sinds 2011, bootst het bricolageproces van de mythe mimesis na zoals de Franse antropoloog dat analyseerde. Elk visueel fragment functioneert als een mytheem, een minimale betekenisunit die kan worden gecombineerd volgens nieuwe logica’s.

De benadering van Tapaya vertoont echter een belangrijke eigenschap die verschilt van het structuralisme van Lévi-Strauss: het integreert de diachrone dimensie van de Filipijnse koloniale geschiedenis. Zijn werken onthullen niet alleen de universele structuren van de menselijke geest, maar ook de specifieke transformaties die deze structuren ondergaan onder de invloed van de Spaanse, Amerikaanse kolonisatie en de hedendaagse globalisering. The Chocolate Ruins (2013) illustreert deze aanpak door te laten zien hoe cacao, het koloniale product bij uitstek, een mythische transformator wordt die de veranderingen in de Filipijnse verbeelding onder invloed van het globale kapitalisme onthult.

De kunstenaar manipuleert ook de mythische temporaliteiten volgens een logica die doet denken aan de analyses van Lévi-Strauss over het wilde denken. In Aswang Enters the City (2018) dringen mythologische wezens, de aswang, de hedendaagse stedelijke ruimte binnen en functioneren als symbolische bemiddelaars tussen de traditionele orde en de moderne chaos. Dit werk onthult hoe archaïsche mythische structuren de waarneming van het heden blijven organiseren, vooral in de context van buitengerechtelijk geweld onder het bewind van Duterte.

De collectieve dimensie van deze artistieke productie sluit tenslotte aan bij Lévi-Strauss’ opvatting van de mythe als eigendom van de groep en niet van het individu. Tapaya werkt systematisch vanuit informele etnografische onderzoeken die in de Filipijnse provincies zijn uitgevoerd en verzamelt lokale varianten van traditionele verhalen. Deze methode transformeert de kunstenaar tot een culturele bruggenbouwer die de collectieve narratieve structuren heractiveert om ze toegankelijk te maken voor stedelijke generaties die ontkoppeld zijn van hun landelijke wortels. Zijn atelier in Bulacan functioneert aldus als een laboratorium voor toegepaste antropologie waarin mythen hun oorspronkelijke sociale functie terugvinden.

De architectuur van de ziel: Psychoanalytische dimensie van het werk

De kunst van Tapaya vertoont ook diepe resonanties met de architectuur van het onbewuste zoals geanalyseerd door Carl Gustav Jung, met name in diens theorie van archetypen en het collectieve onbewuste. De doeken van de Filipijnse kunstenaar functioneren als hedendaagse mandala’s, complexe en circulaire structuren die de fundamentele psychische spanningen van de postkoloniale samenleving onthullen. Deze psychoanalytische dimensie manifesteert zich bijzonder scherp in zijn serie “Scrap Paintings” die sinds 2019 is ontwikkeld, waarin de obsessieve accumulatie van visuele fragmenten doet denken aan de condensatie- en verplaatsingsmechanismen zoals beschreven door Freud in zijn analyse van droomprocessen.

De psychische topografie van Tapaya’s werken vertoont een opmerkelijk coherente structuur die doet denken aan de Jungiaanse kaart van de psyche. Zijn dichte composities, waar “geen enkele ruimte wordt leeg gelaten”, reproduceren het horror vacui dat kenmerkend is voor de Filipijnse volkskunst, maar onthullen tegelijkertijd een diepere existentiële angst verband houdend met postkoloniale identiteitsfragmentatie. Deze compositorische dichtheid is niet louter decoratief; zij drukt plastisch de toestand van psychische saturatie uit van een samenleving die wordt gebombardeerd met tegenstrijdige informatie en heterogene culturele referenties.

De Jungiaanse analyse maakt het mogelijk te begrijpen waarom de hybride wezens van Tapaya zo’n krachtige fascinatie uitoefenen op de hedendaagse toeschouwer. De aswang, tikbalang en andere Filipijnse mythische entiteiten die hij afbeeldt, functioneren als schaduw-archtypen, dat onderdrukte deel van het collectieve bewustzijn dat in tijden van sociale crisis weer bovenkomt. Hooded Witness (2019) illustreert deze dynamiek perfect: de met een kap bedekte figuur, erfgenaam van de makapili-medewerkers tijdens de Japanse bezetting, onthult de persistentie van mechanismen van verklikken en geweld in het hedendaagse Filipijnen. Het werk functioneert als een onthuller van de onderdrukte inhoud van het nationale bewustzijn.

Tapaya’s systematisch gebruik van dierlijke metamorfoses past binnen dit psychoanalytische perspectief. Zijn personages die veranderen in varkens, krokodillen of apen actualiseren de archaïsche projectiemechanismen beschreven door Jung, waarbij menselijke driften zich kristalliseren in dierlijke vorm. Multi-Petalled Beauty (2012) toont zo een transformerende aap die onweerstaanbaar oproept tot hedendaagse fantasiën over lichaamsmodificatie en genetische verbetering. Het dier wordt drager van een reflectie over narcisistische verlangens naar perfectie die de geglobaliseerde consumptiemaatschappij beïnvloeden.

De kathartische functie van deze voorstellingen lijkt op de therapeutische mechanismen van Jungiaanse kunsttherapie. Door onzichtbare inhoud zichtbaar te maken, voert Tapaya een ware collectieve psychoanalytische genezing uit. Zijn doeken functioneren als overgangsruimten waar de Filipijnse samenleving haar historische trauma’s kan confronteren zonder overweldigd te worden door de emotionele lading. The Sacrificial Lamb (2015) illustreert deze helende functie door een broederlijk offer af te beelden dat zowel pre-christelijke tradities als de Passie van Christus oproept, wat een symbolische integratie van verschillende religieuze lagen van de Filipijnse cultuur mogelijk maakt.

De obsessieve herhaling van motieven in Tapaya’s werk onthult ten slotte het bestaan van ware complexes in de Jungiaanse betekenis van het woord. De menselijke schedel, overal aanwezig in zijn composities, functioneert als een affectieve kern waar collectieve angsten rond gewelddadige dood en straffeloosheid zich omheen draaien. Deze doodsbeelden zijn geen louter macaber tafereel; ze drukken de noodzakelijke psychische integratie uit van een samenleving die geconfronteerd wordt met uitzonderlijke niveaus van geweld.

Tapaya’s grote vernieuwing ligt in zijn vermogen deze archaïsche psychische inhoud om te zetten in hedendaagse plastische taal. Zijn collages imiteren mimesis de associatieve processen van het onbewuste, waar beelden volgens niet-rationele logica’s verbonden worden die diepere waarheden onthullen dan eenvoudige conceptuele analyse. Deze methode plaatst de kunstenaar in de traditie van grote onbewuste ontdekkingsreizigers, van André Breton tot Max Ernst, terwijl hij een onvervreemdbare Filipijnse culturele specificiteit behoudt.

De postkoloniale heldendicht van het heden

Wat Tapaya fundamenteel onderscheidt van andere hedendaagse narratieve schilders, is zijn unieke vermogen om actuele politieke gebeurtenissen te transformeren in epische materie. Zijn doeken beschrijven niet; ze transfigureren. Wanneer hij in Aswang Enters the City de buitengerechtelijke executies van het Duterte-regime schildert, produceert hij geen klassieke activistische kunst maar een ware kosmogonie van de hedendaagse macht. De politieagenten die zijn getransformeerd in mythische wezens, onthullen hoe staatsgeweld geworteld is in archaïsche imaginaire structuren die de democratische moderniteit nooit volledig heeft uitgeroeid.

De benadering van Tapaya sluit hier aan bij de meest diepgaande analyses van de postkoloniale conditie. Zijn werken onthullen hoe samenlevingen in het mondiale Zuiden navigeren in een verdeeld ruimtetijd waarin meerdere temporele regimes gelijktijdig bestaan: de circulaire tijd van traditionele mythen, de lineaire tijd van de westerse moderniteit, en de versnelde tijd van de hedendaagse globalisatie. Deze polyritmische tijdstructuur vormt de basis van zijn complete artistieke productie en verleent deze zijn esthetische specificiteit.

Zijn collage-techniek beeldt deze meervoudige temporaliteit plastisch uit. In Instant Gratification (2018) overlapt de kunstenaar verwijzingen naar José Rizal, een nationale held uit de 19e eeuw, met afbeeldingen van gokautomaten en loterijbiljetten uit de hedendaagse tijd. Deze juxtapositie is niet louter postmoderne eclectiek; ze onthult hoe de millenniumverlangens van de Filipijnse volkscultuur worden hergebruikt in consumptieve fantasieën van het geglobaliseerde kapitalisme.

De originaliteit van Tapaya ligt in zijn vermogen om de valkuilen van culturalisme en exotisme te vermijden. Zijn mythologische verwijzingen functioneren nooit als decoratieve ornamenten die het westerse oog willen verleiden, maar als kritische analysetools voor de hedendaagse moderniteit. The Chocolate Ruins transformeert zo de Spaanse koloniale geschiedenis in een interpretatiesleutel voor de hedendaagse neokoloniale mechanismen, en toont aan hoe de winning van grondstoffen de relaties tussen de Filipijnen en de wereldeconomie blijft structureren.

Deze kritische dimensie manifesteert zich ook in zijn omgang met het milieu. Tapaya behoort tot die generatie kunstenaars uit het Zuiden die zijn opgegroeid met een scherp ecologisch bewustzijn over de wereldwijde ramp. Zijn weelderige bossen, bevolkt door fantastische wezens, roepen gelijktijdig het prekoloniale Eden en de hedendaagse milieu-apocalyps op. Manama’s Abode (2013) toont een landschap waarin mens en mineraal samensmelten in een pantheïstische visie die pre-christelijke animistische kosmologieën oproept en tegelijkertijd huidige destructieve mijnbouwpraktijken aanklaagt.

De kunstenaar ontwikkelt zo een esthetiek van verzet die noch gebaseerd is op primitivistische nostalgie noch op futuristische utopie, maar op een kritische heractivatie van het mythische verleden. Zijn hybride wezens, noch geheel menselijk noch volledig dierlijk, belichamen de niet-gerealiseerde mogelijkheden van een alternatieve moderniteit die nationale bevrijdingsbewegingen droegen voordat deze werden verpletterd door neokoloniale logica.

Deze politieke visie kristalliseert zich bijzonder indrukwekkend in zijn architecturale voorstellingen. De Spaanse koloniale gebouwen die zijn schilderijen sieren functioneren nooit als louter decoratieve elementen, maar als markers van de ruimtelijke inschrijving van macht. In Whisper Cutler (2014) roept het klassieke gebouw dat de compositie domineert gelijktijdig koloniale gerechtshuizen en hedendaagse democratische instellingen op, wat de continuïteit toont van onderdrukkingsstructuren voorbij politieke regimewisselingen.

Tapaya profileert zich als een van de meest doordringende chroniqueurs van de hedendaagse postkoloniale situatie. Zijn kunst onthult hoe samenlevingen die zijn voortgekomen uit de dekolonisatie blijven verblijven in mentale ruimtes die zijn gevormd door de koloniale ervaring, terwijl ze tegelijkertijd creatieve strategieën voor culturele herovering ontwikkelen. Zoals hij zelf uitdrukt: “Op een bepaalde manier realiseer ik me dat oude verhalen niet alleen metaforen zijn. Ik kan verbindingen vinden met de hedendaagse tijd. Het is alsof mythen poëtische verhalen zijn van het heden” [3]. Deze politieke dimensie schaadt nooit de plastische kwaliteit van zijn werken; ze voedt die juist door er een existentiële urgentie aan toe te voegen die kenmerkend is voor grote kunstwerken.

Het atelier als antropologisch laboratorium

Het is belangrijk te begrijpen dat Tapaya’s atelier in Bulacan functioneert als een echt laboratorium voor etnografisch onderzoek. De kunstenaar voert er al jaren een systematisch onderzoek uit naar de Filipijnse orale tradities, waarbij hij lokale varianten van mythen en legendes verzamelt bij ouderen uit verschillende provincies. Deze werkwijze, die hij zelf omschrijft als op onderzoek gebaseerd, transformeert de status van de hedendaagse kunstenaar radicaal: Tapaya is niet langer alleen een beeldproducent, maar een culturele overdrager die de verborgen herinneringen van zijn land doet herleven. Gevraagd naar zijn creatieve proces legt de kunstenaar uit hoe “collage niet alleen een voorlopig creatief proces is geworden voor de techniek die ik gebruik in de serie ‘Scrap Paintings’, maar ook het centrale thema is van mijn gehele werk” [4].

Deze etnografische dimensie van zijn praktijk sluit aan bij de meest actuele zorgen van de wereldwijde hedendaagse kunst, waar veel kunstenaars quasi-antropologische benaderingen van hun praktijk ontwikkelen. Maar Tapaya vermijdt het euvel van de westerse relationele kunst door een onvervreemdbare esthetische autonomie te behouden. Zijn veldonderzoeken worden nooit slechts een eenvoudige documentatie; ze voeden een proces van plastische creatie dat de verzamelde materialen radicaal transformeert.

De belangrijkste innovatie van deze benadering ligt in het vermogen om traditionele sociale functies van kunst te reactiveren, terwijl de formele eisen van artistieke moderniteit behouden blijven. Tapaya’s doeken functioneren tegelijk als autonome kunstwerken bestemd voor de internationale markt en als dragers van culturele overdracht voor Filippijnse gemeenschappen. Deze dubbele functie voorkomt de schizofrenie die kenmerkend is voor veel hedendaagse kunstenaars uit het Globale Zuiden, die gedwongen zijn te navigeren tussen de tegenstrijdige verwachtingen van lokale en internationale markten.

De politieke economie van het beeld

De groeiende internationale erkenning van Tapaya, van zijn prestigieuze prijs in 2011 tot aan recente exposities in grote Aziatische en Europese galeries, onthult de transformaties van de wereldmarkt voor hedendaagse kunst. De Filipijnse kunstenaar belichaamt de opkomst van een nieuwe generatie kunstenaars uit het Zuiden die hun specifieke culturele referenties onverkort opleggen, zonder toegevingen te doen aan de oriëntalistishe verwachtingen van de westerse markt. Zijn werken worden nu verkocht in grote veilinghuizen voor bedragen die soms meer dan 300.000 euro bedragen, wat getuigt van de groeiende honger van verzamelaars naar een kunst die formele verfijning combineert met authentieke culturele verankering.

Dit commercieel succes mag de fundamentele kritische dimensie van zijn werk niet verbergen. Tapaya behoort tot die generatie kunstenaars die zijn opgegroeid met een scherp bewustzijn van de neokoloniale mechanismen en die bijzonder verfijnde esthetische strategieën van verzet ontwikkelen. Zijn constante verwijzingen naar het patronagesysteem uit het Spaanse koloniale tijdperk onthullen hoe de hedendaagse Filipijnse elites structuren van dominantie in stand houden die al eeuwen oud zijn.

The Chocolate Ruins functioneert aldus als een waarachtige marxistische analyse van de Filipijnse politieke economie, waarin wordt getoond hoe de winning van grondstoffen de relaties tussen de archipel en de wereldeconomie blijft structureren. Maar deze kritiek wordt uitgedrukt via een plastische taal van uitzonderlijke formele rijkdom die elke propaganda-dimensie vermijdt. De kunstenaar beheerst perfect de codes van de internationale hedendaagse kunst en behoudt tegelijkertijd een onherleidbare culturele specificiteit.

De toekomst van een esthetiek

Rodel Tapaya vertegenwoordigt het resultaat van een lang historisch proces: de opkomst van hedendaagse kunst uit het Globale Zuiden die haar eigen referenties zonder complexen of onderwerping aan de westerse canons oplegt. Zijn werken onthullen hoe een lokale artistieke traditie radicaal kan vernieuwen in aanraking met de globale moderniteit zonder haar specifieke identiteit te verliezen. Deze creatieve synthese opent ongekende esthetische perspectieven die het kader van de Filipijnse kunst ruimschoots overstijgen.

De groeiende invloed van Tapaya op het internationale kunstpodium getuigt van een diepgaande transformatie van de wereldwijde culturele machtsverhoudingen. Kunstenaars uit het Zuiden beperken zich niet langer tot het aanpassen van formele innovaties uit het Noorden; ze ontwikkelen hun eigen plastische talen die op hun beurt de evolutie van de globale hedendaagse kunst beïnvloeden. Deze dynamiek onthult de opkomst van een waarachtige mondiale artistieke polycentrisme die de culturele hiërarchieën uit het koloniale tijdperk ter discussie stelt.

Tapaya’s kunst kondigt zo de komst aan van een werkelijk planetaire esthetiek die de diversiteit van menselijke culturele tradities integreert zonder ze te hiërarchiseren. Zijn doeken onthullen hoe archaïsche mythen een hedendaagse creatie van radicale moderniteit kunnen voeden, waardoor onontgonnen wegen voor de kunst van de 21e eeuw worden geopend. Deze creatieve synthese tussen traditie en moderniteit, lokaal en globaal, is wellicht een van de belangrijkste bijdragen van hedendaagse kunst uit het Zuiden aan de wereldcultuur.

In een steeds gefragmenteerdere en gepolariseerde wereld herinnert de kunst van Rodel Tapaya ons eraan dat artistieke creatie een unieke capaciteit behoudt om de diepgaande banden te onthullen die de mensheid verbinden, voorbij de schijnbare culturele verschillen. Zijn werken getuigen van deze universaliteit van de menselijke ervaring die in de diversiteit van culturele tradities niet een belemmering, maar de rijkste expressie vindt. Misschien schuilt daar de ware grootsheid van deze kunstenaar: in zijn vermogen om de Filipijnse kunst te transformeren tot een spiegel van de hedendaagse menselijke conditie.


  1. Rodel Tapaya, geciteerd in “Dichotomy and Integration of Science and Myth”, On Art and Aesthetics, 19 mei 2020.
  2. Rodel Tapaya, interview met A3 Editorial, “A3 Behind the Scenes”, 26 april 2016.
  3. Rodel Tapaya, geciteerd in de tentoonstelling “Rodel Tapaya: New Art from the Philippines”, National Gallery of Australia, 2017.
  4. Tang Contemporary Art, “Random Numbers Exhibition”, 22 april 2021.
Was this helpful?
0/400

Referentie(s)

Rodel TAPAYA (1980)
Voornaam: Rodel
Achternaam: TAPAYA
Andere naam/namen:

  • Rodel Tapaya Garcia

Geslacht: Man
Nationaliteit(en):

  • Filipijnen

Leeftijd: 45 jaar oud (2025)

Volg mij