Luister goed naar me, stelletje snobs: Sun Yitian schildert de ziel van onze tijd met een precisie die ons allemaal zou moeten doen sidderen. Deze Chinese artieste, gewapend met haar penselen en genadeloze helderheid, transformeert de plastic afval van onze consumptiemaatschappij in profetische orakels van een ontroerende schoonheid. Haar hyperrealistische doeken van goedkope opblaasbare voorwerpen en onthoofde Ken-poppenkoppen zijn niet slechts technische virtuositeitsoefeningen, maar nauwkeurige autopsieën van onze diepste geheime verlangens en onze meest intense vervreemding.
Sun Yitian werd geboren in 1991 in Wenzhou, die fabrieksstad in Zhejiang waar al tientallen jaren plastic prullaria worden gemaakt die ons leven overspoelen, en ze groeide op in het hart van de mondiale kapitalistische machine. Wenzhou, het laboratorium van namaak en massaproductie, bood haar het dagelijkse schouwspel van moderne alchemie: de omzetting van olie in vluchtige begeerde objecten. Het is in dit industriële landschap, tussen namaakschoenenfabrieken en plastic speelgoedwerkplaatsen, dat haar artistieke visie met chirurgische scherpte gevormd werd.
Haar acrylschilderijen, met een verpletterende fotografische realiteit, vangen met een maniakale precisie de gladde en glanzende oppervlakken van opblaas olifanten, roze dinosauriërs met blauwe vleugels, pinguïns die dom glimlachen in hun synthetische perfectie. Elke reflectie van kunstlicht, elke plooi in het plastic, elke imperfecte naad die de industriële productie verraadt, wordt met een minutieusheid weergegeven die grenst aan obsessie. Deze onberispelijke techniek is niet vrijblijvend: ze onthult de kern van onze verhouding tot objecten in een maatschappij waar uiterlijkheid belangrijker is dan inhoud, waar visuele verleiding de spirituele leegte masqueert.
Het werk van Sun Yitian past binnen een schildertraditie die teruggaat tot de Hollandse meesters uit de 17e eeuw, die “Kleine Meesters” werden genoemd en de alledaagse voorwerpen van de burgerij vereeuwigden met een bijna religieuze toewijding. Net als zij verandert zij de stilleven in een filosofische meditatie over de menselijke conditie. Maar waar Johannes Vermeer parels en kostbare stoffen schilderde om de opkomende koopmansluxe te vieren, schildert Sun Yitian plastic speelgoed om de groteske apotheose van diezelfde kapitalistische logica aan de kaak te stellen. Haar opblaasbare speelgoed wordt zo de hedendaagse vaniteiten, kleurrijke memento mori die ons herinneren aan de vergankelijkheid van onze materialistische illusies. De kunstenares schept zo een indrukwekkende dialoog tussen de Gouden Eeuw van de Nederlandse schilderkunst en onze postindustriële tijd, waarbij zij de historische continuïteit van de koopmansfetisjisme onthult [1]. Deze afstamming is geen toeval: ze benadrukt hoe de westerse kunst altijd zowel een medeplichtige als kritische spiegel is geweest van de economische transformaties van haar tijd. De tulpen van Jan Davidsz de Heem voorspelden onze opblaasbare olifanten, in eenzelfde dubbelzinnige viering van kunstmatigheid en koopmansschoonheid. Sun Yitian zet deze traditie voort en ondermijnt haar tegelijk, door de symbolen van rijkdom te vervangen door die van onze consumentistische vervreemding. Haar doeken functioneren als omgekeerde stillevens, waar materiële overvloed haar eigen spirituele leegte onthult. Deze benadering verandert elk geschilderd speelgoed in een allegorie van onze tijd, elk plastic oppervlak in een metafoor van onze gefabriceerde verlangens.
Maar het is in haar serie gewijd aan Ken, de eeuwige verloofde van Barbie, dat Sun Yitian wellicht haar meest subversieve kracht bereikt. Die afgehakte mannelijke hoofden, los van hun perfecte lichamen, zweven in onbepaalde ruimtes als gevallen iconen van een masculiene crisis. De kunstenares voert hier een radicale omkering van de blik uit: na eeuwen waarin vrouwen zijn gereduceerd tot objecten van mannelijke contemplatie, draait zij deze logica om door de man te transformeren tot een puur decoratief oppervlak, een gefetisjiseerd object zonder autonomie. Ken wordt zo de perfecte belichaming van wat filmtheoretici de “vrouwelijke blik” noemen, dat perspectief dat het mannelijk lichaam objectificeert en fragmentariseert om het terug te brengen tot zijn esthetische componenten.
Deze artistieke strategie sluit aan bij de reflecties van de filmtheoretica Laura Mulvey in haar baanbrekende essay “Visual Pleasure and Narrative Cinema” uit 1975, waarin ze de mechanismen van de male gaze in de Hollywoodfilm analyseerde [2]. Sun Yitian past deze concepten toe op de hedendaagse schilderkunst en creëert wat men een “picturale female gaze” zou kunnen noemen, die de codes van genderrepresentatie omdraait. Haar afgehakte Ken-figuren zijn geen begeerlijke subjecten meer, maar begeerde objecten, gevangen in hun plastische perfectie en expressieloze stilte. Deze omkering van de blik verandert radicaal onze perceptie van visuele machtsrelaties en onthult de maakbaarheid van genderidentiteiten en het symbolische geweld dat inherent is aan elk objectiveringsproces. De kunstenares beperkt zich niet tot kritiek op het patriarchaat: zij demonteert de visuele mechanismen om ze juist tegen zichzelf te keren. Elk hoofd van Ken wordt zo een stille manifestatie tegen de hegemonie van de mannelijke blik, een claim op het recht van vrouwen om te kijken en te verlangen volgens hun eigen voorwaarden. Deze benadering onthult ook de fundamentele absurditeit van genderstereotypen, door te laten zien hoe onze seksuele identiteit wordt gevormd door de speelgoedindustrie en commerciële imperatieven, in plaats van door enige natuurlijke essentie.
Sun Yitian ontwikkelt momenteel een proefschrift in literatuur aan de Tsinghua-universiteit in Peking, gewijd aan de representatie van objecten in de geschiedenis van de westerse kunst. Dit academisch onderzoek voedt rechtstreeks haar artistieke praktijk, waardoor zij haar aanpak kan verankeren in een diepgaande theoretische reflectie over de status van het object in onze hedendaagse samenlevingen. Haar werk als kunstschilder gaat zo voortdurend in dialoog met haar opleiding als intellectueel, en creëert een werk met een opmerkelijke conceptuele dichtheid die veel verder gaat dan een eenvoudige stijl oefening.
De recente samenwerking van de artieste met Louis Vuitton voor de collectie “Voyager” van 2024 illustreert perfect de paradoxen van haar aanpak. Haar opblaasbare dieren, aanvankelijk geschilderd als symbolen van consumptieve vervreemding, zijn gereproduceerd op luxueuze tassen die voor tienduizenden euros worden verkocht. Deze metamorfose onthult de transformerende kracht van hedendaagse kunst, die in staat is de symbolen van armoede om te zetten in objecten van sociale status. Maar ze benadrukt ook de inherente tegenstrijdigheden van elke kritische artistieke praktijk binnen een handelsysteem: hoe het kapitalisme aanklagen terwijl men aan de meest verfijnde mechanismen ervan deelneemt?
Deze productieve spanning loopt door het gehele oeuvre van Sun Yitian en geeft het een complexiteit die simpele interpretaties te boven gaat. Haar schilderijen zijn noch naïeve vieringen van de populaire cultuur, noch moraliserende veroordelingen van het consumentisme, maar genuanceerde verkenningen van de ambiguïteiten van onze hedendaagse conditie. Ze onthullen hoe wij allen gevangen worden in de netten van een systeem dat onze diepste verlangens verandert in verhandelbare producten, terwijl het ons paradoxaal genoeg de esthetische middelen biedt om ons van deze vervreemding bewust te worden.
De tentoonstellingsruimte wordt onder haar penseel een theater van hedendaagse illusie, waar elk doek functioneert als een decor dat de verborgen mechanismen van onze relatie tot objecten onthult. De dramatische verlichting die zij in haar installaties prefereert versterkt deze spectaculaire dimensie, waardoor de galerie verandert in een scène waar het stille drama van onze geproduceerde verlangens wordt opgevoerd. Deze scenografische benadering onthult haar diepe begrip van de uitdagingen van artistieke receptie in het tijdperk van sociale netwerken en de economie van aandacht.
Want Sun Yitian behoort geheel tot die generatie Chinese kunstenaars die zijn opgegroeid in de triomfantelijke globalisering van de jaren 1990 en 2000, en privédirecte getuigen zijn van de transformatie van hun land tot de “fabriek van de wereld”. Haar blik op industriële objecten draagt de herinnering aan deze buitengewone historische mutatie, toen miljoenen Chinezen in enkele decennia van een agrarische economie overschakelden naar een hypermoderne consumptiemaatschappij. Haar opblaasbare speelgoed condenseert deze collectieve traject, belichaamde zowel de belofte van emancipatie die door materiële welvaart wordt gedragen als de ontgoocheling door de vervreemdende effecten ervan.
Deze generationele dimensie verklaart gedeeltelijk het razendsnelle succes van de artieste op de internationale markt van hedendaagse kunst. Haar werken spreken een universeel verstaanbare visuele taal, die van gestandaardiseerde industriële objecten die nu wereldwijd circuleren. Een opblaasbare pinguïn vervaardigd in Wenzhou roept dezelfde jeugdherinneringen op in Shanghai als in Berlijn of Los Angeles, en creëert een gemeenschap van ervaring die de nationale en culturele grenzen overstijgt.
Maar Sun Yitian beperkt zich niet tot het spelen met deze gedeelde nostalgie: ze onthult de politieke en economische achtergronden ervan. Haar recente schilderijen bevatten steeds meer misbruikte religieuze elementen, waarbij ze toont hoe de symbolen van het christendom zijn opgenomen en getransformeerd door de Chinese namaakindustrie. Haar Maria’s met Aziatische gelaatstrekken en haar Christusgezichten, opgeblazen door plastische chirurgie, getuigen van deze wereldwijde circulatie van heilige beelden, die net als andere goederen zijn geworden in de geglobaliseerde economie.
Deze benadering onthult een artieste die zich volledig bewust is van de geopolitieke kwesties van haar praktijk. Door te laten zien hoe China is uitgegroeid tot laboratorium van onze westerse fantasieën, keert ze subtiel de symbolische machtsverhoudingen om. Het zijn niet langer de westerlingen die hun esthetische modellen aan de rest van de wereld opleggen, maar de Chinese fabrieken die onze verbeelding vormgeven door de voorwerpen van onze verlangens te produceren. Wenzhou wordt zo het ware hedendaagse artistieke centrum, de plek waar de nieuwe visuele mythologieën van de mensheid worden gesmeed.
Het werk van Sun Yitian confronteert ons zo met een fundamentele vraag: wat blijft er over van authenticiteit in een wereld waar alles gereproduceerd, gekopieerd en misbruikt kan worden? Haar hyperrealistische schilderijen van kunstmatige voorwerpen creëren een heilzame ontologische duizeling, die ons dwingt onze zekerheden over echt en nep, origineel en kopie, kunst en handelswaar te bevragen. Vanuit dit perspectief verraden haar samenwerkingen met de luxegoederenindustrie haar kritische aanpak niet, maar voltooien ze deze, waarbij wordt onthuld hoe hedendaagse kunst volledig deelneemt aan de spectaculaire economie die ze soms pretendeert aan de kaak te stellen.
Deze zonder zelfgenoegzaamheid geuite helderheid maakt van Sun Yitian een van de meest relevante stemmen van haar generatie. Noch cynisch, noch naïef observeert ze onze tijd met de ironische afstand en melancholieke tederheid van iemand die weet dat we allemaal aan boord zijn van hetzelfde schip. Haar opblaasbare speelgoed wordt dan esthetische reddingsboeien die ons helpen ons hoofd boven water te houden in de oceaan van handelswaren die ons overspoelt.
De kunst van Sun Yitian functioneert als een meedogenloze en verleidelijke spiegel van onze hedendaagse tegenstrijdigheden. Ze toont ons wat we zijn geworden zonder ons te sparen, maar ook zonder ons te veroordelen. In haar bekwame handen herwint de schilderkunst haar fundamentele kritische functie: ons helpen helder te zien in de chaos van het heden, het essentiële te onderscheiden van het toevallige, het authentieke van het kunstmatige. En als haar opblaasbare pinguïns ons zo welwillend toeknikken, is het misschien om ons eraan te herinneren dat het nog mogelijk is om te lachen om onze eigen vervreemding, de eerste stap naar een hypothetische bevrijding.
- Walter Liedtke, “Nederlandse schilderijen in The Metropolitan Museum of Art”, Yale University Press, 2007
- Laura Mulvey, “Visueel genot en narratieve cinema”, Screen, vol. 16, nr. 3, 1975
















