Luister goed naar me, stelletje snobs: Syozo Taniguchi is niet het soort kunstenaar dat je makkelijk in een vakje met een mooi conceptueel lint kan stoppen. Geboren in 1990 in de prefectuur Ehime in Japan, werkt deze man met een sobere aanpak die oppervlakkig snel door verzamelaars als nonchalant kan worden gezien. Toch ontvouwt zich in zijn doeken, sculpturen en video’s een wereldvisie die met nauwkeurige aandacht verdient te worden bestudeerd. De paarden met uitgerekte ledematen die zijn composities bevolken zijn niet louter decoratieve motieven, net zo min als de meisjes met vlindervleugels of de kleine huisjes die op de rug van de paarden zijn geplaatst een naïeve fantasie vormen.
De kunstenaar werkt vanuit Tokio met een verscheidenheid aan media die getuigt van een ware formele bezorgdheid. Acrylverf, collage, beeldhouwkunst, video: niets lijkt aan zijn aandacht te ontsnappen. In 2014 markeerde zijn deelname aan de groepstentoonstelling “Horizon That Appears Out of The Sleepy Woods” in de Stephen Friedman Gallery in Londen, geselecteerd door Yoshitomo Nara, een keerpunt in zijn internationale erkenning [1]. Nara zelf schreef dat Taniguchi “een grote hoeveelheid schilderijen en tekeningen produceert die een frisse gevoeligheid uitstralen en ons iets fundamenteels herinneren in de drang van de kunstenaar om kunst te maken” [1].
Het zou verleidelijk zijn om in Taniguchi’s werk enkel een eenvoudige afstamming te zien van Nara’s esthetiek. Deze interpretatie mist het wezenlijke. Taniguchi opereert op een complexer niveau, waar de schijnbare zachtheid van de vormen een diepe overdenking van transformatieprocessen verhult. De paarden met gesloten ogen en stilstaande houding dragen op hun rug het volledige symbolische gewicht van herinnering en ontworteling. Deze hybride wezens belichamen een vorm van contemplatief nomadisme, een zwerven dat niet geografisch maar psychisch is.
Deze nomadische dimensie vindt een bijzondere echo in de filosofie van Gilles Deleuze en Félix Guattari, vooral in hun concept van worden-dier zoals uiteengezet in “Mille Plateaux” [2]. Voor Deleuze en Guattari heeft het worden-dier niets te maken met een letterlijke metamorfose. Het betreft een proces van deterritorialisatie, dat wil zeggen een manier om een gevestigd territorium te verlaten om nieuwe ervaringsgebieden te verkennen. Wanneer Deleuze en Guattari schrijven dat “worden-dier een rizoom is, geen classificerende of genealogische boom”, beschrijven ze het type relatie dat Taniguchi onderhoudt met zijn diermotieven [2]. De paarden van de Japanse kunstenaar vertegenwoordigen niet dierschap in zoologische zin. Ze functioneren als dragers van transformatie, vluchtroutes die de kunstenaar en de toeschouwer in staat stellen te ontsnappen aan de vastgestelde territoria van identiteit.
Het huis dat op de rug van het paard rust, een terugkerend motief in “The Way Home 1; and 2” (2021), materialiseert deze spanning tussen geworteld zijn en dwalen. De woning, symbool van het vaste territorium, bevindt zich verplaatst, mobiel, onderworpen aan de onvoorspelbare bewegingen van zijn rijdier. Dit beeld vat een hedendaagse angst samen: die van een generatie die voortdurend haar relatie tot het thuis, tot stabiliteit, moet heronderhandelen. Het geblinddoekte paard van Taniguchi, een gewond dier dat zijn last blijft dragen, belichaamt deze aanvaarde kwetsbaarheid, deze kwetsbaarheid die niet opgeeft.
De werken illustreren op bewonderenswaardige wijze de dialectiek van Gilles Deleuze van deterritorialisatie en reterritorialisatie. Zijn composities creëren ruimtes die tegelijkertijd echt en virtueel, vertrouwd en vreemd zijn. In “Light Rampaging in COCOON” (2023) gebruikte de kunstenaar rood om schilderijen samen te stellen waarbij de narratie zich ontvouwde als een geïllustreerd boek. Deze verwijzing naar de kindertijd fungeert als een strategie van worden-kind, een ander concept van Deleuze dat niet wijst op regressie maar op een vermogen om creatieve mogelijkheden open te houden, om zich te verzetten tegen de identiteitsfixatie die de volwassenheid oplegt.
De Amerikaanse auto’s die regelmatig verschijnen maken deel uit van deze logica. Voertuigen van verplaatsing, deze rechthoekige vormen van auto’s dragen vaak beelden van gevleugelde meisjes. In “Unreliable Angel” (2023) toonde een beeld op zijn motorkap een meisje met vlindervleugels, vergezeld van de zin “THE FANTASY IS REAL”. Deze bewering vat Taniguchi’s ambitie samen: de scheiding tussen realiteit en verbeelding weigeren. Het worden-dier van Deleuze, laten we herinneren, is geen fantasie maar een echt proces dat werkelijk invloed heeft op lichamen en bewustzijn.
De figuren vertonen vreemde proporties: enorme benen, ontplofte hoofden, uitgerekte ledematen. Deze vervormingen geven aan dat deze lichamen iets anders worden, doorkruist door krachten die hen overstijgen. De wezens van Taniguchi bewonen een zone van ononderscheidbaarheid: noch menselijk noch dierlijk, noch levend noch spookachtig. Ze bestaan in de ruimte van het worden.
Het kleurenpalet draagt bij aan deze sfeer van het tussenin. De felle kleuren staan naast melancholieke tinten. Het rood dat hij sinds 2023 gebruikt, is niet onschuldig: het is een vleesrood, van bloed en leven, dat gelijktijdig passie en verwonding oproept. In “The exciting and melancholic sun” (2020) vertelde Taniguchi dat hij naar een zonsopgang had gekeken en dacht dat “misschien alles zo zou eindigen”, en naar een zonsondergang met de gedachte dat “het nooit zou eindigen”. Deze paradoxale temporaliteit kenmerkt het worden van Deleuze: een proces dat het heden ontwijkt om te bestaan in de gelijktijdigheid van verleden en toekomst.
De paardenbeelden die hij sinds 2021 maakt, geven vorm aan de wezens die zijn schilderijen bevolken. In “Unreliable Angel” creëerden meerdere paarden op sokkels van verschillende hoogten variaties in de relatie van de toeschouwer met het werk. Er is niet één paard van Taniguchi maar een veelheid aan worden-paard, elk die zich anders actualiseert afhankelijk van de omstandigheden van de ontmoeting met de blik.
De markt heeft een duidelijke belangstelling getoond voor zijn werk. In maart 2024 werd het werk “Work” (2016) verkocht bij SBI Art Auction voor vijf keer de lage schatting, voor 5 miljoen yen, ongeveer 31.000 euro bij de hamer. Deze erkenning brengt gevaren met zich mee: Taniguchi zou gevangen kunnen raken in zijn eigen motieven, zich kunnen reterritorialiseren op de paarden die zijn succes hebben bepaald. De kunstenaar lijkt zich bewust van de val. Zijn recente tentoonstellingen tonen een wil om nieuwe variaties te verkennen.
De samenwerking met de kunstenaar NAZE in 2023 voor “We Promised to Play in the Park at Night” illustreert dit vermogen om zich te deterritorialiseren. Deze confrontatie met een andere plastische vocabulaire maakt het mogelijk te ontsnappen aan de creatieve routine. Het worden is nooit eenzaam. Het impliceert altijd een ontmoeting, een wederzijdse besmetting tussen twee heterogene reeksen.
De titels van de tentoonstellingen in café Kichimu tussen 2016 en 2021 tekenen een significante traject: “RUN”, “GOOD BYE MY GHOST”, “REBORN”, “Everybody is a Star”. Deze titels roepen beweging, transformatie, maar ook melancholie op. De geest waarvan men afscheid moet nemen in “GOOD BYE MY GHOST” zou gelezen kunnen worden als die vaste identiteiten waarover Deleuze spreekt. Om iets nieuws te worden, moet je accepteren te verliezen wat je was, door zones van onbepaaldheid te gaan waar de identiteit wankelt.
De geïllustreerde boeken waaraan Taniguchi heeft bijgedragen, met name “Oide, Alaska!” (2020) en “Goodbye, Spider-Man” (2017), onthullen een andere kant van zijn praktijk. De verhalen behandelen zware onderwerpen: terrorisme, verlies en rouw. Zijn vermogen om deze zware thema’s visueel te vertalen in een taal die toegankelijk is voor kinderen getuigt van een begrip van wat het betekent om-kind-te-worden. Het gaat er niet om geruststellende beelden te produceren, maar om een visuele ruimte te creëren waar complexiteit op niet-lineaire wijze kan worden begrepen.
De afwezigheid van gedetailleerde gezichten verdient commentaar. De personages tonen summiere trekken en gesloten ogen. Deze economie voorkomt sentimentalisme. De paarden met gesloten ogen weigeren de blik, weigeren directe emotionele uitwisseling. De toeschouwer wordt uitgenodigd de affecten te voelen die de composities in hun geheel doorkruisen: het licht, het ritme van de vormen, de spanningen en chromatische variaties. Het onmerkbare worden, de laatste fase van het worden volgens Deleuze, verloopt via deze ontbinding van de persoonlijke identiteit.
De onbetrouwbare engel die zijn titel geeft aan de tentoonstelling van 2023 vat Taniguchi’s benadering samen. Een engel hoort de gids, de bescherming te zijn. Een onbetrouwbare engel verraadt zijn functie. Maar misschien ligt daarin zijn waarheid. De engelen van Taniguchi, belichaamd door zijn gewonde paarden, zijn fragiele meisjes, beloven geen gegarandeerde redding. Ze begeleiden zonder te beschermen, dragen zonder ooit te verzekeren dat ze niet zullen instorten. Deze aanvaarde kwetsbaarheid staat haaks op elke vorm van monumentalisme. Het worden is altijd precair, altijd bedreigd door reterritorialisatie.
Het is duidelijk: we hebben hier te maken met een kunstenaar wiens werk een aanzienlijke conceptuele complexiteit uitstrekt onder een schijnbare eenvoud. De paarden die huizen dragen belichamen een diepgaande meditatie over onze hedendaagse conditie, gekenmerkt door gedwongen mobiliteit en de onmogelijkheid om duurzaam te wortelen. Door gebruik te maken van de filosofische intuïties van Deleuze en Guattari over het worden-dier, produceert Taniguchi beelden die resoneren met de ervaring van een generatie die geconfronteerd wordt met het instorten van zekerheden, gedwongen om nieuwe vormen van verbondenheid te bedenken.
De artiest is nog maar vijfendertig jaar oud. Zijn carrière begint net. De gevaren die hem bedreigen zijn talrijk: het academisme van herhaling, de druk van de markt die altijd meer paarden en huizen zal eisen. Toch wijst zijn vermogen om met verschillende media te experimenteren, zijn bereidheid om samen te werken, zijn aandacht voor alternatieve verspreidingswijzen, alles op een artiest die zich bewust is van de valkuilen. Het worden vraagt voortdurende waakzaamheid, een permanente inspanning om weerstand te bieden aan sedimentatie. Als Taniguchi erin slaagt deze moeilijke lijn vast te houden, zou zijn werk wel eens een van de meest rechtvaardige getuigenissen van onze paradoxale tijd kunnen worden, waarin algemene mobiliteit samengaat met een pijnlijke drang naar verankering. De paarden zullen blijven voortbewegen, hun onmogelijke lasten dragend, weigerend de minste zekere bestemming te beloven, en het is juist in die afwezigheid van garantie dat hun waarheid zal liggen.
- Stephen Friedman Gallery, “Horizon That Appears Out of The Sleepy Woods”, tentoonstellingscatalogus, Londen, april-juni 2016.
- Gilles Deleuze en Félix Guattari, “Duizend Plateaus: Kapitalisme en schizofrenie”, Éditions de Minuit, Parijs, 1980.
















