Luister goed naar me, stelletje snobs, het is hoog tijd om te praten over een kunstenares die haar marginaliteit heeft omgezet in een ongeëvenaarde creatieve kracht. Takako Yamaguchi, deze in Los Angeles gevestigde schilderes, heeft meer dan vier decennia lang kunst gemaakt die onze verwachtingen tart met provocerende elegantie. Als je denkt dat ik je weer zo’n geformatteerde analyse ga geven over een Aziatische kunstenares die golven en wolken schildert, vergis je dan. Yamaguchi is een verfijnde rebel die clichés in goud verandert, letterlijk, want ze gebruikt bronzen bladen in haar recente werken.
Los van gemakkelijke etiketten of snelle categorisering baant Yamaguchi haar eigen pad met rustige vastberadenheid. Haar recente schilderijen, geëxposeerd bij Ortuzar Projects, zijn monumentale composities van 150 bij 100 centimeter die de grenzen tussen abstractie en figuratie overstijgen. Deze werken dompelen ons onder in een universum waar golven niet langer gewoon golven zijn, maar tekenen van een geavanceerde visuele taal die onze relatie tot representatie zelf bevraagt.
Wat interessant is aan Yamaguchi’s werk, is dat ze creëert wat Jean Baudrillard “simulacra” zou noemen, beelden die de realiteit niet langer representeren maar hun eigen realiteit worden. Haar maritieme landschappen proberen de natuur niet na te bootsen, ze scheppen een nieuwe natuur, een nieuwe visuele orde die parallel bestaat aan de echte wereld. Wanneer ze een golf schildert, is dat geen reproductie van een echte golf, maar eerder het idee van de golf zelf, omgevormd door haar verbeelding tot iets complexers en ambiguers.
Deze benadering van het simulacrum is bijzonder duidelijk in haar serie hyperrealistische zelfportretten uit de jaren 2010. Deze schilderijen, die fragmenten van haar lichaam tonen gekleed in zorgvuldig gedetailleerde overhemden en cardigans, drijven het realisme tot het punt waarop het omslaat in het hyperreële. Elke plooi van de stof, elke knoop, elk borduursel wordt met zo’n obsessieve precisie weergegeven dat deze beelden hun representatieve functie overstijgen en autonome objecten worden, parallelle werkelijkheden die ons aan onze eigen perceptie doen twijfelen.
Het concept van simulacrum van Baudrillard helpt ons te begrijpen hoe Yamaguchi technische precisie gebruikt, niet om de realiteit te imiteren, maar om een nieuwe vorm van schilderlijke realiteit te creëren. In haar schilderijen zijn de kledingstukken geen gewone kledij meer, maar complexe architecturen van stof die op zich landschappen worden. De plooien en texturen worden met zo’n nauwkeurigheid weergegeven dat ze ophouden representaties te zijn en autonome aanwezigheid op het doek worden.
Deze hyperrealistische dimensie van haar werk wordt versterkt door haar techniek van het “punctum”, een concept geleend van Roland Barthes dat verwijst naar dat detail in een afbeelding dat ons doorboort, verontrust en ontroert. In Yamaguchi’s werken is het punctum geen enkel element, maar een constellatie van details die een constante spanning creëren tussen het vertrouwde en het vreemde, het echte en het kunstmatige.
Neem bijvoorbeeld haar recente zeegezichten. Op het eerste gezicht lijken ze natuurlijke scènes weer te geven, golven, wolken, horizonlijnen. Maar bij nader inzien ontdekt men dat elk element gestileerd, gegeneraliseerd is, getransformeerd in een patroon dat balanceert tussen abstractie en figuratie. De golven herhalen zich als kimono-motieven, de wolken vlechten zich als haar, de regen valt in perfect rechte lijnen. De natuur zelf wordt een alfabet dat de kunstenaar gebruikt om haar eigen visuele gedichten te schrijven.
Deze benadering maakt van Yamaguchi een diep hedendaagse kunstenares, ook al lijkt haar techniek traditioneel. Ze begrijpt dat in onze door beelden verzadigde wereld de vraag niet langer is hoe de realiteit te representeren, maar hoe nieuwe visuele werkelijkheden te scheppen die ons doen nadenken over onze relatie tot beelden. Haar schilderijen zijn geen ramen op de wereld, maar spiegels die onze eigen verwachtingen en vooroordelen over wat kunst zou moeten zijn, reflecteren.
Haar gebruik van bronzen blad in haar recente werken voegt een andere dimensie toe aan deze verkenning. Het metalen materiaal creëert wisselende reflecties die het oppervlak van het schilderij veranderen in een dynamische, onstabiele ruimte die weigert zich tot één interpretatie te beperken. Het is alsof de kunstenares ons vertelt dat zelfs het oppervlak van een schilderij geen vaste gegevenheid is, maar een ruimte van oneindige mogelijkheden.
De kritiek heeft vaak geprobeerd Yamaguchi te categoriseren door haar te verbinden met de Pattern & Decoration-beweging uit de jaren 1970. Maar deze associatie, hoewel niet geheel onterecht, doet geen recht aan de complexiteit van haar benadering. Zeker deelt ze met deze stroming een interesse voor toegepaste kunsten en een wil om gemarginaliseerde artistieke tradities te rehabiliteren. Maar haar aanpak gaat veel verder dan een eenvoudige rehabilitatie van het decoratieve.
Wat Yamaguchi onderscheidt, is haar vermogen om datgene te creëren wat zij “omgekeerde abstracties” noemt. In plaats van de traditionele weg van de moderne kunst te volgen van figuratie naar abstractie, start ze van abstractie om terug te keren naar een vorm van ambigu figureren. Deze aanpak is geen louter formele oefening, maar een diepgaande reflectie over de aard van representatie in de hedendaagse kunst.
In haar recente schilderijen bereikt deze benadering een nieuwe volwassenheid. De maritieme landschappen die ze creëert, zijn niet simpelweg een mengeling van oosterse en westerse stijlen, maar volledig nieuwe schilderachtige ruimtes waar artistieke tradities oplossen om iets onuitgegeven te vormen. De horizonlijn die haar schilderijen doorkruist is niet zozeer een scheiding maar een ontmoetingspunt, een plek waar tegenstellingen veranderen in dialogen.
De kunstenares ontwikkelt wat zij een “poëtiek van de dissidentie” noemt, een benadering die bestaat uit werken met elementen die door de officiële kunstgeschiedenis als marginaal of minderwaardig worden beschouwd. Ze interesseert zich voor de “afvalstoffen van verlaten idealen”, zoals zij zelf zegt, waarbij ze transformeert wat door het modernisme is afgewezen, decoratie, mode, schoonheid, sentimentaliteit, tot grondstof van haar kunst.
Deze strategie is bijzonder duidelijk in haar serie “Smoking Women” uit de jaren 1990, die recent recordprijzen heeft bereikt bij veilingen. Deze schilderijen, die verwijzingen vermengen naar Art deco, Japanse houtsneden en popcultuur, creëren een visueel universum waarin clichés over exotisme en vrouwelijkheid subtiel worden ondermijnd. De rokende vrouw, traditioneel symbool van westerse decadentie, wordt heruitgevonden door de prisma van een transculturele esthetiek.
Het late succes van Yamaguchi op de kunstmarkt, waarbij sommige van haar werken nu meer dan een miljoen euro bereiken bij veilingen, is zowel een verdiende erkenning als een ironie van het lot. Want haar werk is altijd een subtiele kritiek geweest op marktwaarde en de culturele hiërarchieën die de kunstwereld domineren.
In haar atelier in Los Angeles blijft ze ongeveer zeven schilderijen per jaar produceren, elk vereist maandenlang minutieus werk. Deze bewuste traagheid is op zich al een daad van verzet in ons tijdperk van constante versnelling. Elk schilderij is het resultaat van een langdurige meditatie over de aard van kunst, identiteit en representatie.
De werken die in 2024 worden tentoongesteld op de Biennale van het Whitney Museum of American Art tonen dat ze zich blijft heruitvinden. Haar nieuwe schilderijen bevatten meteorologische motieven, wolken, golven, regen, maar op een manier die verder gaat dan eenvoudige representatie. Het zijn natuurverschijnselen bekeken door het prisma van artistieke verbeelding, getransformeerd in tekens van een persoonlijke visuele taal.
Het gebruik van geometrie in deze schilderijen is bijzonder verfijnd. De zigzags, spiralen, vlechten die haar composities doorkruisen zijn niet slechts decoratieve motieven, maar structurele elementen die de schilderruimte ordenen volgens een logica die noch volledig westers noch geheel oosters is. Het is alsof Yamaguchi een nieuwe visuele syntaxis heeft uitgevonden, in staat om ideeën uit te drukken die ontsnappen aan de traditionele taal van de schilderkunst.
Er zit iets diep politiek in deze benadering, ook al is het niet onmiddellijk duidelijk. Door te weigeren zich aan te passen aan verwachtingen en tradities te mengen met totale vrijheid, daagt Yamaguchi de gevestigde culturele hiërarchieën uit. Ze doet dit niet agressief of didactisch, maar met een subtiliteit die haar boodschap des te krachtiger maakt.
Haar werk herinnert ons eraan dat kunst geen gesloten systeem is met vaste regels, maar een ruimte van oneindige mogelijkheden. Wanneer zij een golf schildert, is het niet slechts een golf, maar een filosofisch voorstel over de aard van de representatie, een reflectie over culturele identiteit, een verkenning van de grenzen tussen abstractie en figuratie.
Deze complexiteit wordt weerspiegeld in haar schildertechniek. Yamaguchi werkt met een bijna wetenschappelijke precisie, waarbij ze haar schilderijen laag voor laag, detail voor detail opbouwt. Maar deze technische strengheid is nooit een doel op zich. Ze dient een artistieke visie die niet probeert beelden van de wereld te creëren, maar werelden in beelden.
De institutionele erkenning begint eindelijk op te schalen met het commerciële succes. Het Museum of Contemporary Art in Los Angeles bereidt een belangrijke solotentoonstelling voor van haar werk, “MOCA Focus: Takako Yamaguchi”, die in juni 2025 zal openen. Deze tentoonstelling zal de gelegenheid bieden om te zien hoe de verschillende periodes van haar werk zich tot elkaar verhouden en op elkaar inspelen, waardoor een coherent corpus ontstaat ondanks de ogenschijnlijke diversiteit.
In afwachting daarvan blijven haar werken ons bevragen over de aard van kunst en representatie zelf. In een wereld die verzadigd is met beelden, waar de realiteit en haar representatie steeds meer samenvloeien, herinnert het werk van Yamaguchi ons eraan dat schilderkunst nog steeds een ruimte kan zijn voor verzet en kritische reflectie.
Het is tijd om Takako Yamaguchi niet langer te zien als een gewone bekwame beoefenaar, maar als een van de meest verfijnde en originele kunstenaars van onze tijd. Haar werk toont ons dat het mogelijk is kunst te creëren die zowel diep persoonlijk als universeel betekenisvol is, technisch virtuoos en conceptueel complex.
Dus de volgende keer dat u oog in oog staat met een van haar schilderijen, neem dan de tijd om echt te kijken. Laat u meevoeren door het ritme van haar geometrische golven, verdwaal in haar onmogelijke luchten, peins over haar horizonlijnen die net zozeer grenzen zijn die moeten worden overschreden. Want in de kunst van Yamaguchi is elk schilderij een uitnodiging om onze relatie tot het beeld, identiteit en schoonheid zelf te herdenken.
















