Luister goed naar me, stelletje snobs. Ik ga jullie vertellen over een kunstenaar die jullie zekerheden over hedendaagse schilderkunst aan stukken slaat. Teppei Takeda, geboren in 1978 in Yamagata, is niet de typische zen- en minimalistische Japanse kunstenaar die jullie graag aanhalen bij mondaine diners om intelligent over te komen.
Tien jaar lang heeft deze genie zich verscholen in zijn atelier als een krijgsmonnik, terwijl hij een techniek perfectioneerde die zo duizelingwekkend is dat hij je perceptie in twijfel zal trekken. In een tijd waarin de wereld verzadigd is met digitale beelden en kunstenaars die zichzelf Instagram-influencers wanen, koos Takeda de weg van de radicale asceet, die van obsessieve herhaling en absolute beheersing.
Zijn eerste thema is die hallucinante trompe-l’oeil-techniek die je doet geloven dat er royale verfopbrengen zijn, terwijl alles absoluut vlak is. Het is een picturaal toverij die Georges Bataille dolgelukkig zou hebben gemaakt, hij die in kunst het vermogen zag om “onmogelijke ervaringen” te creëren. Elk schilderij is een perverso verleidingsspel: van veraf zie je gedurfde penseelstreken, verfmassa’s die lijken te zijn gegooid met de geestdrift van een abstract expressionist. Maar naderbij stort alles in. De platte realiteit slaat je in het gezicht. Het is alsof Takeda ons zegt: “Dachten jullie echt dat het zo simpel was?”
Deze obsessie met schijn is niet alleen een technische oefening. Het sluit aan bij de reflecties van Jean Baudrillard over het simulacrum, maar dan tot het uiterste gedreven. Toen Baudrillard sprak over hyperrealiteit, had hij waarschijnlijk niet kunnen bedenken dat een kunstenaar werken zou creëren die tegelijkertijd origineel en kopie van zichzelf zijn. Het is een visueel paradox die onze gebruikelijke categorieën doet exploderen.
De tweede eigenschap van zijn werk is zijn bijna mystieke benadering van herhaling. Voor elk eindwerk schildert Takeda hetzelfde beeld tussen de twintig en vijftig keer. Dit is geen massaproductie in de stijl van Warhol, nee. Het is een spirituele zoektocht die doet denken aan de oefeningen van zen-monniken, maar dan psychedelisch. Walter Benjamin sprak over het verlies van de aura van een kunstwerk in het tijdperk van zijn technische reproduceerbaarheid. Takeda creëert paradoxaal genoeg juist die aura door obsessieve reproductie.
Ik kan sommigen van jullie al horen fluisteren: “maar het is gewoon technische virtuositeit”. Wat Takeda doet gaat veel verder. Elk van zijn anonieme portretten is een meditatie over identiteit in het digitale tijdperk. In een wereld waar we overspoeld worden met selfies en Instagram-filters, creëert hij gezichten die tegelijkertijd aanwezig en afwezig, concreet en abstract zijn. Het is alsof Francis Bacon besloot programmeur te worden terwijl hij zijn penselen vasthield.
Takeda’s vrijwillige isolement in zijn studio in Yamagata doet denken aan hermieten uit de Japanse traditie, maar met een belangrijk verschil: hij zoekt geen verlichting in de contemplatie van de natuur, maar in de obsessieve verkenning van de grenzen van de picturale representatie. Elk schilderij is het resultaat van een felle strijd tussen illusie en realiteit, tussen oppervlak en diepte.
Zijn creatieve proces is zo streng dat het een NASA-ingenieur jaloers zou maken. Hij begint met een voorlopige schets en gebruikt vervolgens een combinatie van analoog tekenen en digitale gegevens om precies het effect van de texturen te berekenen die hij gaat creëren. Het is alsof Vermeer toegang had tot een kwantumcomputer. Met kwasten die oorspronkelijk bedoeld waren voor miniatuurschilderkunst, reconstrueert hij methodisch elke illusoire penseelstreek, wat een visueel paradox creëert die ons begrip van wat een schilderij daadwerkelijk is tart.
Oppervlakkige critici zullen zeggen dat zijn werk slechts een technische prestatie is. Maar zij missen het essentiële punt volledig. Wat Takeda doet, is een nieuwe vorm van picturale waarheid creëren door de leugen als hoofdmateriaal te gebruiken. Dit is precies waar Nietzsche over sprak wanneer hij zei dat “kunst de grootste stimulans van het leven is”. Takeda stimuleert onze waarneming door deze systematisch te destabiliseren.
De manier waarop hij met de materialiteit van de schilderkunst omgaat is revolutionair. Door de illusie te creëren van dikke verf op een perfect vlak oppervlak, dwingt hij ons onze relatie met de materialiteit van kunst zelf te heroverwegen. Roland Barthes zou dol zijn geweest op het analyseren van deze spanning tussen het echte en het gesimuleerde, tussen het teken en het betekenis van het schilderij. Het is alsof elk schilderij een levende deconstructie is van onze veronderstellingen over wat een schilderij zou moeten zijn.
Het feit dat hij heeft gewacht tot hij absoluut klaar was voordat hij zijn werk in 2016 aan de wereld toonde, is geen toevallig detail. In onze tijd van voortdurende tentoonstellingen en directe bevrediging is dit monastieke geduld een daad van culturele weerstand. Toen hij uiteindelijk zijn werken exposeerde in de galerij Kuguru, vlak bij het station van Yamagata, was het alsof een stille bom was ontploft in de Japanse kunstwereld.
Ik moet jullie iets bekennen: de eerste keer dat ik zijn werken op foto zag, dacht ik “nog een kunstenaar die met dikke verf speelt”. Wat een monumentale fout! Het is precies de val waar hij ons in wil laten trappen. Elk schilderij is een les in nederigheid die ons doet herinneren dat onze eerste indrukken vaak verkeerd zijn. Het is een metafysieke trap in de mierenhoop van onze esthetische zekerheden.
Zijn huidige werk aan bloemen drijft deze verkenning van realiteit en illusie nog verder. Hij transformeert een traditioneel onderwerp in een visuele ervaring die elke gemakkelijke categorisering tart. Deze bloemen zijn geen botanische weergaven, maar picturale fantasieën die bestaan in een ruimte tussen abstractie en figuratie, tussen aanwezigheid en afwezigheid.
Als u denkt dat wat Takeda doet eenvoudig is, probeer het dan te reproduceren. U zult jammerlijk falen. Het is niet alleen een kwestie van pure techniek, maar van visie. Hij heeft een unieke beeldtaal gecreëerd die tegelijkertijd spreekt over de geschiedenis van de schilderkunst en over onze digitale, door beelden verzadigde heden. Het is een intellectuele en artistieke meesterprestatie die definieert wat schilderkunst in de 21e eeuw kan zijn.
















